Kunstboter de andere kant van de botermarkt
Van Techniek in Nederland
Regel 3: | Regel 3: | ||
− | De Nederlandse exporterende botermakers hadden sinds de jaren zeventig van de negentiende eeuw op twee fronten strijd te leveren. Tegen de [[Ontwikkelingen in Denemarken|'''Deense boter''']], die door zijn superieure kwaliteit de beste [[ | + | De Nederlandse exporterende botermakers hadden sinds de jaren zeventig van de negentiende eeuw op twee fronten strijd te leveren. Tegen de [[Ontwikkelingen in Denemarken|'''Deense boter''']], die door zijn superieure kwaliteit de beste [[De Nederlandse boterhandel|'''Friese boter''']] naar het tweede plan drukte, en tegen een product dat zich langzamerhand in het goedkopere [[begrippenlijst#Marktsegment|marktsegment]] binnendrong. Ook dat werd in Nederland gevoeld, want veel boter die van hier naar Engeland ging, was altijd al van iets mindere kwaliteit geweest. De nieuwe, zogenoemde 'kunstboter', die pas in 1889 officieel verplicht werd tot de naam [[Botervervalsing|'''Margarine''']], was kwalitatief geen partij voor de beste en onversneden, ongemengde boter uit gerenommeerde zuivelgebieden. Dat was de pretentie van de makers ook niet. De concurrentie tussen kunst- en natuurboter ging om de gunst van de minder-vermogende consumenten, die zich anders met de minste kwaliteit boter moesten behelpen. |