Engeland als voorloper bij de temperatuurregeling
Van Techniek in Nederland
Regel 31: | Regel 31: | ||
− | In Beieren en aangrenzende gebieden werd vooral bij lage wintertemperaturen [[ | + | In Beieren en aangrenzende gebieden werd vooral bij lage wintertemperaturen [[De traditionele brouwmethode|'''ondergistend''']] gebrouwen. In de jaren twintig van de negentiende eeuw begon men ook de bieropslag te koelen. |
Om het bier tijdens het rijpingsproces op het vat van bederf te vrijwaren, bouwden enkele grote brouwers omvangrijke, geheel of half-onderaardse opslagruimtes. Deze kelders kregen nog weer iets later dubbele, geïsoleerde wanden en de ruimte daartussen werd in de winter opgevuld met natuurijs. Dit ijs haalde men uit vijvers, rivieren en meertjes in de streek zelf. Bij zachte winters werd er ijs aangevoerd uit de nabij gelegen Alpen. Wanneer het in de zomer niet al te heet werd, bleef het ijs tot de volgende winter en soms nog wel langer in een goede conditie. De eerste aldus gekoelde kelder was die van de Münchener brouwer Josef Pschorr, wiens opslagruimte een capaciteit van 40.000 hectoliter zou hebben gehad.[[Afbeelding:IJskelder_volgens_Brianard.jpg|thumb|right|400px|Bierkoeling volgens Brainard]] | Om het bier tijdens het rijpingsproces op het vat van bederf te vrijwaren, bouwden enkele grote brouwers omvangrijke, geheel of half-onderaardse opslagruimtes. Deze kelders kregen nog weer iets later dubbele, geïsoleerde wanden en de ruimte daartussen werd in de winter opgevuld met natuurijs. Dit ijs haalde men uit vijvers, rivieren en meertjes in de streek zelf. Bij zachte winters werd er ijs aangevoerd uit de nabij gelegen Alpen. Wanneer het in de zomer niet al te heet werd, bleef het ijs tot de volgende winter en soms nog wel langer in een goede conditie. De eerste aldus gekoelde kelder was die van de Münchener brouwer Josef Pschorr, wiens opslagruimte een capaciteit van 40.000 hectoliter zou hebben gehad.[[Afbeelding:IJskelder_volgens_Brianard.jpg|thumb|right|400px|Bierkoeling volgens Brainard]] |