Bietsuiker in het buitenland

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 17: Regel 17:
 
[[Afbeelding:Stoomsuikerraf_werkzaamh_24,4,6.jpg|thumb|right|390px|Werkzaamheden in een stoom-suikerraffinaderij, 1856.]]
 
[[Afbeelding:Stoomsuikerraf_werkzaamh_24,4,6.jpg|thumb|right|390px|Werkzaamheden in een stoom-suikerraffinaderij, 1856.]]
  
'' 'De ruwe suiker zal op de weekmarkten ter verkoop worden aangeboden en de consumptie zal vijf- of tienmaal zo hoog worden, ze zal zoals tegenwoordig in Engeland en Amerika 16 tot 30 pond per persoon, in plaats van drie pond, gaan bedragen. Landen als Saksen en Württemberg zullen 20 tot 30 miljoen pond suiker tegen een marktprijs van 4 tot 5 miljoen Pruisische [[begrippenlijst#Thaler|Thaler]] produceren en verbruiken. (...) Het raffinagebedrijf is echter de laatste tijd in Noord-Amerika, Engeland en Frankrijk sterk verbeterd en zal zonder twijfel nog beter worden. Het is te verwachten dat door zoveel inzet van ervaren scheikundigen een eenvoudige en goede methode zal worden uitgevonden om de [[begrippenlijst#Ruwsuiker|ruwsuiker]] uit de biet en de [[begrippenlijst#Raffinade|raffinade]] door één en hetzelfde proces te bereiden. Maar zolang dat niet is gebeurd, is het vrijwel zeker dat beide bedrijfstakken hun eigen weg gaan. Net als bij het planten en verwerken van vlas, bij het spinnen en weven van katoen, zal de ruwsuikerfabricage door een groep landbouwers en kleine ambachtslieden en de [[begrippenlijst#Raffinage|raffinage]] (net als het bleken en appreteren van katoen) door grote fabrieken worden uitgevoerd. De ruwsuiker wordt een produkt voor de detailhandel op weekmarkten, de raffinade blijft verder iets voor de groothandel. Zo ontstaat overal waar de nijverheid zich vervolmaakt en bedrijfstakken grotere vormen aannemen, als van nature een arbeidsdeling. Zonder twijfel zullen er ook bedrijven ontstaan die alle activiteiten van bietenteelt tot de verkoop van raffinade in zich verenigen. Grote en ingewikkelde inrichtingen zullen echter in de minderheid zijn en alleen daar ontstaan waar hele groepen of individuele ondernemers kunnen beschikken over grote kapitalen en uiteenlopende vormen van kennis en bekwaamheden kunnen beschikken.' ''[[Noten TIN19-1-H7#7-98|<sup>[98]</sup>]]  
+
'' 'De ruwe suiker zal op de weekmarkten ter verkoop worden aangeboden en de consumptie zal vijf- of tienmaal zo hoog worden, ze zal zoals tegenwoordig in Engeland en Amerika 16 tot 30 pond per persoon, in plaats van drie pond, gaan bedragen. Landen als Saksen en Württemberg zullen 20 tot 30 miljoen pond suiker tegen een marktprijs van 4 tot 5 miljoen Pruisische [[[begrippenlijst#Thaler|Thaler]]] produceren en verbruiken. (...) Het raffinagebedrijf is echter de laatste tijd in Noord-Amerika, Engeland en Frankrijk sterk verbeterd en zal zonder twijfel nog beter worden. Het is te verwachten dat door zoveel inzet van ervaren scheikundigen een eenvoudige en goede methode zal worden uitgevonden om de [[begrippenlijst#Ruwsuiker|ruwsuiker]] uit de biet en de [[begrippenlijst#Raffinade|raffinade]] door één en hetzelfde proces te bereiden. Maar zolang dat niet is gebeurd, is het vrijwel zeker dat beide bedrijfstakken hun eigen weg gaan. Net als bij het planten en verwerken van vlas, bij het spinnen en weven van katoen, zal de ruwsuikerfabricage door een groep landbouwers en kleine ambachtslieden en de [[begrippenlijst#Raffinage|raffinage]] (net als het bleken en appreteren van katoen) door grote fabrieken worden uitgevoerd. De ruwsuiker wordt een produkt voor de detailhandel op weekmarkten, de raffinade blijft verder iets voor de groothandel. Zo ontstaat overal waar de nijverheid zich vervolmaakt en bedrijfstakken grotere vormen aannemen, als van nature een arbeidsdeling. Zonder twijfel zullen er ook bedrijven ontstaan die alle activiteiten van bietenteelt tot de verkoop van raffinade in zich verenigen. Grote en ingewikkelde inrichtingen zullen echter in de minderheid zijn en alleen daar ontstaan waar hele groepen of individuele ondernemers kunnen beschikken over grote kapitalen en uiteenlopende vormen van kennis en bekwaamheden kunnen beschikken.' ''[[Noten TIN19-1-H7#7-98|<sup>[98]</sup>]]  
  
 
Deze beschrijving en toekomstverwachting van Friedrich List stemde tot op zekere hoogte overeen met de werkelijke gang van zaken. Boeren, grondbezitters en kleine industriëlen zoals bierbrouwers en anderen kochten het hoogstnodige aan ketels en gereedschappen en verwerkten jaarlijks de oogst van enkele tientallen hectaren bieten. Van de ruim 540 Franse fabriekjes in 1835 had misschien hooguit éénderde een stoomketel.[[Noten TIN19-1-H7#7-99|<sup>[99]</sup>]]  
 
Deze beschrijving en toekomstverwachting van Friedrich List stemde tot op zekere hoogte overeen met de werkelijke gang van zaken. Boeren, grondbezitters en kleine industriëlen zoals bierbrouwers en anderen kochten het hoogstnodige aan ketels en gereedschappen en verwerkten jaarlijks de oogst van enkele tientallen hectaren bieten. Van de ruim 540 Franse fabriekjes in 1835 had misschien hooguit éénderde een stoomketel.[[Noten TIN19-1-H7#7-99|<sup>[99]</sup>]]  

Versie op 17 dec 2007 15:07