De Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 5: Regel 5:
 
Brade, die gezien kan worden als een van de weinige werkelijk deskundigen op spoorweggebied in Nederland, richtte in 1835 samen met twee Amsterdamse kooplieden, L.J.J. Serrurier en R. le Chevalier, een [[begrippenlijst#Adres|adres]] aan de koning, waarin zij toestemming vroegen voor de aanleg van een spoorlijn Amsterdam-Rotterdam, of eventueel voorlopig Amsterdam-Haarlem als proef. De al eerder genoemde staatscommissie had in haar eindrapport ook deze aanvraag in beschouwing genomen en gunstig beoordeeld, hoewel men weinig economisch voordeel verwachtte van een dergelijke lijn.  
 
Brade, die gezien kan worden als een van de weinige werkelijk deskundigen op spoorweggebied in Nederland, richtte in 1835 samen met twee Amsterdamse kooplieden, L.J.J. Serrurier en R. le Chevalier, een [[begrippenlijst#Adres|adres]] aan de koning, waarin zij toestemming vroegen voor de aanleg van een spoorlijn Amsterdam-Rotterdam, of eventueel voorlopig Amsterdam-Haarlem als proef. De al eerder genoemde staatscommissie had in haar eindrapport ook deze aanvraag in beschouwing genomen en gunstig beoordeeld, hoewel men weinig economisch voordeel verwachtte van een dergelijke lijn.  
  
Nadat de definitieve plannen waren ingediend, werd bij K.B. van 1 juni 1836 de  verleend aan genoemde heren voor de lijn Amsterdam-Haarlem en het volgende jaar werd deze overgedragen aan de nieuw opgerichte Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (hijsm). Serrurier werd president, Brade ingenieur-directeur en belast met aanleg en [[begrippenlijst#Exploiteren|exploitatie]], terwijl Le Chevalier terugtrad. Zetel van de maatschappij werd Amsterdam.[[Noten TIN19-2-H7#7-17|<sup>[17]</sup>]]  
+
Nadat de definitieve plannen waren ingediend, werd bij K.B. van 1 juni 1836 de  verleend aan genoemde heren voor de lijn Amsterdam-Haarlem en het volgende jaar werd deze overgedragen aan de nieuw opgerichte Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM). Serrurier werd president, Brade ingenieur-directeur en belast met aanleg en [[begrippenlijst#Exploiteren|exploitatie]], terwijl Le Chevalier terugtrad. Zetel van de maatschappij werd Amsterdam.[[Noten TIN19-2-H7#7-17|<sup>[17]</sup>]]  
  
  

Versie op 6 mrt 2008 20:05