Locomotieven: van cokes naar kolen
Van Techniek in Nederland
Regel 14: | Regel 14: | ||
− | Hoe kwamen Brade en de overige directeuren van de | + | Hoe kwamen Brade en de overige directeuren van de HIJSM, van wie alleen Brade enige technische kennis bezat, nu aan de nodige gegevens over de te gebruiken locomotieven? Voor de hand zou liggen dat men zich rechtstreeks tot Stephenson zou wenden, maar dat is in dit geval niet gebeurd. |
Men zocht contact met Pierre Simons, een van de leiders van de bouw van de Belgische staatsspoorwegen, en vroeg hem om advies.[[Noten TIN19-2-H7#7-30|<sup>[30]</sup>]] Op zichzelf natuurlijk niet verbazingwekkend, maar hierbij moet wel bedacht worden dat Nederland en België nog steeds in oorlog waren. Pas met het verdrag van Londen van 19 april 1839 kwam officieel een einde aan het conflict en werden de landsgrenzen definitief vastgesteld. Tot die tijd was Maastricht nog een Nederlandse [[begrippenlijst#Enclave|enclave]] in een overigens Belgisch Limburg. | Men zocht contact met Pierre Simons, een van de leiders van de bouw van de Belgische staatsspoorwegen, en vroeg hem om advies.[[Noten TIN19-2-H7#7-30|<sup>[30]</sup>]] Op zichzelf natuurlijk niet verbazingwekkend, maar hierbij moet wel bedacht worden dat Nederland en België nog steeds in oorlog waren. Pas met het verdrag van Londen van 19 april 1839 kwam officieel een einde aan het conflict en werden de landsgrenzen definitief vastgesteld. Tot die tijd was Maastricht nog een Nederlandse [[begrippenlijst#Enclave|enclave]] in een overigens Belgisch Limburg. |