Variomatic
Van Techniek in Nederland
Regel 6: | Regel 6: | ||
De ingenieursdroom van de continu variabele transmissie (CVT) kan worden omschreven als de poging de aloude karakteristiek van de stoom- en elektromotor te realiseren met behoud van de verbrandingsmotor. Net als de "aandrijving" van mensen en dieren hebben deze motoren immers de eigenschap dat bij toenemende belasting (het beklimmen van een helling) en snelheid, het koppel automatisch aan deze vraag wordt aangepast. De realisering van een cvt-functie is echter in de [[geschiedenis van de autotechniek|'''geschiedenis van de autotechniek''']] op tientallen manieren geprobeerd, maar eerst in de V-riemvariator (de Variomatic) met rubberen riem en de stalen duwbandvariator (de Transmatic) uitgevoerd. Het idee van Hub. van Doorne, een der grondleggers van Daf, werd tussen 1955 en 1958 door zijn medewerker jonkheer ing. J. van der Brugghen uitgewerkt en verscheen in 1956 eerst in een industriële versie op de markt. In februari 1958 stond de [[:afbeelding:Brochure_daf_600_1960.jpg|'''Daf 600''']] met Variomatic op de Amsterdamse RAI en een jaar later startte de serieproductie. Het revolutionaire karakter van de bandvariator lag behalve in zijn gedurfde, van de mainstream radicaal afwijkende concept, ook in het feit dat een automatiseringsfunctie nu ook voor kleine auto's beschikbaar kwam. Als zodanig heeft de Daf met Variomatic een bijdrage geleverd aan de [[De auto na 1945: Mobiliteitsexplosie|'''eerste golf van massamotorisering''']] in Nederland. Tegelijkertijd, echter, leidde de ontkoppeling van motortoerental en voertuigsnelheid tot gewenningsproblemen bij automobilisten, die bij het optrekken hun motor hoorden optoeren voordat de snelheid toenam, een effect dat als "jetstart" bekendstaat en ook in startende vliegtuigen en in optrekkende dieselelektrische treinen waarneembaar is. Dat leidde ertoe dat de Daf al gauw als een "oma-autootje" bekend raakte en in de beleving haaks kwam te staan op een motoriseringscultuur die nog steeds door de mannenervaring bepaald was. | De ingenieursdroom van de continu variabele transmissie (CVT) kan worden omschreven als de poging de aloude karakteristiek van de stoom- en elektromotor te realiseren met behoud van de verbrandingsmotor. Net als de "aandrijving" van mensen en dieren hebben deze motoren immers de eigenschap dat bij toenemende belasting (het beklimmen van een helling) en snelheid, het koppel automatisch aan deze vraag wordt aangepast. De realisering van een cvt-functie is echter in de [[geschiedenis van de autotechniek|'''geschiedenis van de autotechniek''']] op tientallen manieren geprobeerd, maar eerst in de V-riemvariator (de Variomatic) met rubberen riem en de stalen duwbandvariator (de Transmatic) uitgevoerd. Het idee van Hub. van Doorne, een der grondleggers van Daf, werd tussen 1955 en 1958 door zijn medewerker jonkheer ing. J. van der Brugghen uitgewerkt en verscheen in 1956 eerst in een industriële versie op de markt. In februari 1958 stond de [[:afbeelding:Brochure_daf_600_1960.jpg|'''Daf 600''']] met Variomatic op de Amsterdamse RAI en een jaar later startte de serieproductie. Het revolutionaire karakter van de bandvariator lag behalve in zijn gedurfde, van de mainstream radicaal afwijkende concept, ook in het feit dat een automatiseringsfunctie nu ook voor kleine auto's beschikbaar kwam. Als zodanig heeft de Daf met Variomatic een bijdrage geleverd aan de [[De auto na 1945: Mobiliteitsexplosie|'''eerste golf van massamotorisering''']] in Nederland. Tegelijkertijd, echter, leidde de ontkoppeling van motortoerental en voertuigsnelheid tot gewenningsproblemen bij automobilisten, die bij het optrekken hun motor hoorden optoeren voordat de snelheid toenam, een effect dat als "jetstart" bekendstaat en ook in startende vliegtuigen en in optrekkende dieselelektrische treinen waarneembaar is. Dat leidde ertoe dat de Daf al gauw als een "oma-autootje" bekend raakte en in de beleving haaks kwam te staan op een motoriseringscultuur die nog steeds door de mannenervaring bepaald was. | ||
− | |||
[[afbeelding:variomatic.jpg|thumb|450px|left|Opengewerkte tekening van de DAF variomatic.]]De Transmatic, een idee van Hub. van Doorne uit 1964, probeert aan dit bezwaar tegemoet te komen doordat de stalen band de doorgeleiding van een hoger koppel mogelijk maakt, zodat dit cvt-type in potentie ook voor zwaardere auto's geschikt is. In september 1971 werd een aparte BV, Van Doorne's Transmissie (VDT), opgericht. Het duurde echter tot 1987 voordat zowel de technische problemen als de organisatorische en financiële aspecten voldoende waren opgelost om een reguliere serieproductie mogelijk te maken. | [[afbeelding:variomatic.jpg|thumb|450px|left|Opengewerkte tekening van de DAF variomatic.]]De Transmatic, een idee van Hub. van Doorne uit 1964, probeert aan dit bezwaar tegemoet te komen doordat de stalen band de doorgeleiding van een hoger koppel mogelijk maakt, zodat dit cvt-type in potentie ook voor zwaardere auto's geschikt is. In september 1971 werd een aparte BV, Van Doorne's Transmissie (VDT), opgericht. Het duurde echter tot 1987 voordat zowel de technische problemen als de organisatorische en financiële aspecten voldoende waren opgelost om een reguliere serieproductie mogelijk te maken. | ||
− | + | Aanvankelijk toegepast in lichtere modellen van Subaru, Ford en Fiat, legde VDT, dat uitsluitend de stalen duwband produceert, in haar marketing voortdurend de nadruk op de universele toepasbaarheid van het duwbandprincipe. Daartoe werd onder andere een [[Rol van de racerij bij de ontwikkeling van auto's|'''Formule 1-raceauto''']] met het systeem uitgerust, maar deelname aan Grand Prix-wedstrijden werd geblokkeerd. Door de bijna twintigjarige vertraging in de duwbandproductie waren bovendien ook de Amerikaanse leveranciers van (getrapte) automatische transmissies in staat gesteld hun producten voor toepassing in kleinere modellen door te ontwikkelen. Ook is inmiddels een concurrent van het duwbandprincipe op het toneel verschenen in de vorm van de kettingvariator. Het kleine VDT, inmiddels overgenomen door het Duitse toeleveringsbedrijf Robert Bosch GmbH, moet nu de concurrentie aangaan met machtige spelers op de wereldmarkt van de automatische transmissie. | |
− | Aanvankelijk toegepast in lichtere modellen van Subaru, Ford en Fiat, legde VDT, dat uitsluitend de stalen duwband produceert, in haar marketing voortdurend de nadruk op de universele toepasbaarheid van het duwbandprincipe. Daartoe werd onder andere een [[Rol van de racerij bij de ontwikkeling van auto's|'''Formule 1-raceauto''']] met het systeem uitgerust, maar deelname aan Grand Prix-wedstrijden werd geblokkeerd. Door de bijna twintigjarige vertraging in de duwbandproductie waren bovendien ook de Amerikaanse leveranciers van (getrapte) automatische transmissies in staat gesteld hun producten voor toepassing in kleinere modellen door te ontwikkelen. Ook is inmiddels een concurrent van het duwbandprincipe op het toneel verschenen in de vorm van de kettingvariator. Het kleine VDT, inmiddels overgenomen door het Duitse toeleveringsbedrijf Robert Bosch GmbH, moet nu de concurrentie aangaan met machtige spelers op de wereldmarkt van de automatische transmissie. | + | |