Wetenschappelijke landbouw als vernieuwingsbeweging

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 37: Regel 37:
  
 
Een tweede hervormingsoffensief startte in de jaren dertig en veertig met de oprichting van een aantal provinciale maatschappijen van landbouw, waarbij onvrede met het (niet) functioneren van de Commissies van Landbouw vaak een rol speelde.
 
Een tweede hervormingsoffensief startte in de jaren dertig en veertig met de oprichting van een aantal provinciale maatschappijen van landbouw, waarbij onvrede met het (niet) functioneren van de Commissies van Landbouw vaak een rol speelde.
[[Afbeelding:TIN19_blz57.jpg|thumb|400px|right|Met getuigschriften en prijsvragen trachtte de Hollandsche Maatschappij van Landbouw de kwaliteit te verbeteren.]][[Noten TIN19-1-H2#2-8|<sup>[8]</sup>]] Ditmaal betrof het geen initiatief van hogerhand de centrale overheid maar nam de lokale elite in Middelburg, Arnhem of Assen, het voortouw. De grote sociale kloof tussen heren en boeren bleef echter ook bij de door juristen (rechters, advocaten), lokale politici (burgemeesters, leden van de provinciale staten) en grootgrondbezitters gedomineerde maatschappijen van landbouw voortbestaan.[[Noten TIN19-1-H2#2-9|<sup>[9]</sup>]] Van belang voor het bereiken van de boeren was dat een aantal periodieken werd opgericht met veelzeggende namen als Vriend van de landman en Landbouwcourant waarin gepoogd werd de inzichten van de wetenschappelijke landbouw voor een breder publiek toegankelijk te maken. Deze periodieken bevatten onder meer de beschrijving van landbouwkundige experimenten, informatie over oogstopbrengsten en marktprijzen en verhalen over landbouwpraktijken in bepaalde streken. Helaas is er weinig of niets bekend over de vraag wie deze periodieken kochten en lazen. Het is zeker dat de meeste boeren, vooral in het noorden en het westen van het land, konden lezen en schrijven, maar of ze werkelijk kennis hebben genomen van deze tijdschriften is onzeker.
+
[[Afbeelding:TIN19_blz57.jpg|thumb|400px|right|Met getuigschriften en prijsvragen trachtte de Hollandsche Maatschappij van Landbouw de kwaliteit te verbeteren.]][[Noten TIN19-1-H2#2-8|<sup>[8]</sup>]] Ditmaal betrof het geen initiatief van hogerhand de centrale overheid maar nam de lokale elite in Middelburg, Arnhem of Assen, het voortouw. De grote sociale kloof tussen heren en boeren bleef echter ook bij de door juristen (rechters, advocaten), lokale politici (burgemeesters, leden van de provinciale staten) en grootgrondbezitters gedomineerde maatschappijen van landbouw voortbestaan.
 +
[[Noten TIN19-1-H2#2-9|<sup>[9]</sup>]] Van belang voor het bereiken van de boeren was dat een aantal periodieken werd opgericht met veelzeggende namen als Vriend van de landman en Landbouwcourant waarin gepoogd werd de inzichten van de wetenschappelijke landbouw voor een breder publiek toegankelijk te maken. Deze periodieken bevatten onder meer de beschrijving van landbouwkundige experimenten, informatie over oogstopbrengsten en marktprijzen en verhalen over landbouwpraktijken in bepaalde streken. Helaas is er weinig of niets bekend over de vraag wie deze periodieken kochten en lazen. Het is zeker dat de meeste boeren, vooral in het noorden en het westen van het land, konden lezen en schrijven, maar of ze werkelijk kennis hebben genomen van deze tijdschriften is onzeker.
  
  

Versie op 13 mrt 2008 10:31