Welvaart en variatie

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 5: Regel 5:
  
  
[[Een nieuw produkt|'''Wittebrood''']] en [[Het luxeprodukt suiker|'''suiker''']] waren eeuwenlang alleen weggelegd voor de elite, maar werden in de loop van de twintigste eeuw  ook gemeengoed bij de massa. Ook andersom nam de elite gerechten over van de lagere klassen. Zo verging het bijvoorbeeld de [[Kunstboter en de andere kant van de botermarkt|'''margarine''', die oorspronkelijk als goedkope vervanging van boter was bedoeld, dus  als een vetsoort voor de minder gegoeden. Verder stonden Nederlanders open voor de uitvindingen van de eigen voedingsindustrie, zoals de chocolade van de fabriek van Van Houten.  
+
[[Een nieuw produkt|'''Wittebrood''']] en [[Het luxeprodukt suiker|'''suiker''']] waren eeuwenlang alleen weggelegd voor de elite, maar werden in de loop van de twintigste eeuw  ook gemeengoed bij de massa. Ook andersom nam de elite gerechten over van de lagere klassen. Zo verging het bijvoorbeeld de [[Kunstboter en de andere kant van de botermarkt|'''margarine''']], die oorspronkelijk als goedkope vervanging van boter was bedoeld, dus  als een vetsoort voor de minder gegoeden. Verder stonden Nederlanders open voor de uitvindingen van de eigen voedingsindustrie, zoals de chocolade van de fabriek van Van Houten.  
  
  
Regel 13: Regel 13:
  
  
Het merkwaardige is, dat naast een toenemende variëteit aan producten ook een toenemende uniformiteit en standaardisatie optraden. Nederlanders eigenden zich het stedelijk eetpatroon toe dat zich in de tweede helft van de 19e eeuw had ontwikkeld: een broodmaaltijd aan het begin en het eind van de dag en ’s middags een warme maaltijd. Later werd de tweede broodmaaltijd omgewisseld met de warme maaltijd ’s avonds. Zo ontstond een zogenaamd  industrieel en kantoorpatroon. De warme maaltijd ging bestaan uit aardappelen, vlees en groenten met soep vooraf en een toetje na). Regionale - en klasseverschillen verdwenen. De variaties speelden zich voornamelijk binnen dit tot gewoonte geworden maaltijdpatroon af: broodbeleg, dranken, soepen, toetjes, en om de ingrediënten  voor de bereiding van de gerechten , zoals bouillonblokjes, bindmiddelen en kruiden. De ontwikkeling van een nationale standaard voltrok zich overigens ook op andere terreinen dan voeding alleen. Het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) werd de standaard voor de taal, de Amsterdamse tijd de standaard voor alle Nederlandse klokken, de nationale verkeersregels de standaard voor het gedrag in het verkeer. Nederland werd in de 20ste eeuw een natie met een nationale identiteit.
+
Het merkwaardige is, dat naast een toenemende variëteit aan producten ook een toenemende uniformiteit en [[Begrippenlijst #Standaard|standaardisatie]] optraden. Nederlanders eigenden zich het stedelijk eetpatroon toe dat zich in de tweede helft van de 19e eeuw had ontwikkeld: een broodmaaltijd aan het begin en het eind van de dag en ’s middags een warme maaltijd. Later werd de tweede broodmaaltijd omgewisseld met de warme maaltijd ’s avonds. Zo ontstond een zogenaamd  industrieel en kantoorpatroon. De warme maaltijd ging bestaan uit aardappelen, vlees en groenten met soep vooraf en een toetje na). Regionale - en klasseverschillen verdwenen. De variaties speelden zich voornamelijk binnen dit tot gewoonte geworden maaltijdpatroon af: broodbeleg, dranken, soepen, toetjes, en om de ingrediënten  voor de bereiding van de gerechten , zoals bouillonblokjes, bindmiddelen en kruiden. De ontwikkeling van een nationale standaard voltrok zich overigens ook op andere terreinen dan voeding alleen. Het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) werd de standaard voor de taal, de Amsterdamse tijd de standaard voor alle Nederlandse klokken, de nationale verkeersregels de standaard voor het gedrag in het verkeer. Nederland werd in de 20ste eeuw een natie met een nationale identiteit.

Versie op 28 mrt 2008 10:14