De meelfabriek in Nederland

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 6: Regel 6:
 
[[Afbeelding:TIN19_blz92_linksonder.jpg|thumb|360px|right|De Amsterdamse Meel- en Broodfabriek]]
 
[[Afbeelding:TIN19_blz92_linksonder.jpg|thumb|360px|right|De Amsterdamse Meel- en Broodfabriek]]
  
De totale accijnsafschaffing bracht een werkelijke doorbraak teweeg in de toepassing van andere manieren van meel- en broodfabricage.[[Noten TIN19-1-H3#3-76|<sup>[76]</sup>]]  
+
De totale [[De afschaffing van de accins op het gemaal|'''accijnsafschaffing''']] bracht een werkelijke doorbraak teweeg in de toepassing van andere manieren van meel- en broodfabricage.[[Noten TIN19-1-H3#3-76|<sup>[76]</sup>]]  
 
In de zomer van 1855, juist nadat het wetsvoorstel was aangenomen, werden er al vier of vijf plannen in Amsterdam besproken.[[Noten TIN19-1-H3#3-77|<sup>[77]</sup>]]  
 
In de zomer van 1855, juist nadat het wetsvoorstel was aangenomen, werden er al vier of vijf plannen in Amsterdam besproken.[[Noten TIN19-1-H3#3-77|<sup>[77]</sup>]]  
 
Ook in Utrecht, Deventer, Den Haag en Dordrecht kwamen [[begrippenlijst#Filantroop|filantropen]] en industriëlen bijeen om te zien of er nu eindelijk een goede en goedkope broodvoorziening voor de volksklasse kon komen.  
 
Ook in Utrecht, Deventer, Den Haag en Dordrecht kwamen [[begrippenlijst#Filantroop|filantropen]] en industriëlen bijeen om te zien of er nu eindelijk een goede en goedkope broodvoorziening voor de volksklasse kon komen.  
Regel 61: Regel 61:
 
Transport en opslag van brood stelden hun beperkingen.  
 
Transport en opslag van brood stelden hun beperkingen.  
  
Vandaar dat de broodfabrieken alleen in de steden waren, waar een groot publiek direct van brood voorzien kon worden. Dan konden door die grote omzet ook de hoge investeringen worden terugverdiend. Het was om een andere reden ook heel moeilijk om het afzetgebied te vergroten naar buiten de stad: dan moest men op afstand het monopolie van de plaatselijke bakkers breken, die er alles aan zouden doen om hun eigen publiek te overtuigen van het minderwaardige van fabrieksbrood. Zolang de steedse afzet nog alleen toenam, hoefden de broodfabrieken nog niet zo de boer op.
+
Vandaar dat de broodfabrieken alleen in de steden waren, waar een groot publiek direct van brood voorzien kon worden. Dan konden door die grote omzet ook de hoge investeringen worden terugverdiend. Het was om een andere reden ook heel moeilijk om het afzetgebied te vergroten naar buiten de stad: dan moest men op afstand het [[Begrippenlijst#Monopolie|monopolie]] van de plaatselijke bakkers breken, die er alles aan zouden doen om hun eigen publiek te overtuigen van het minderwaardige van fabrieksbrood. Zolang de steedse afzet nog alleen toenam, hoefden de broodfabrieken nog niet zo de boer op.

Versie op 30 mrt 2008 15:00