De uitvinding van een nieuwe voedingsvet

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 3: Regel 3:
 
In het bezit van een monster van de 'kunstboter' ging Peters naar de Cordeweeners, waar het besluit viel de bekende boterhandelaar Jurgens op de hoogte te brengen. Waarschijnlijk vonden ze het hele project te groot om alleen op te zetten en dachten ze beter af te zijn door Jurgens erbij te betrekken. Als tegemoetkoming zouden ze een aandeel in de exploitatie kunnen verlangen. Inderdaad was de firma Jurgens zeer geïnteresseerd en ook bereid aan de condities van Cordeweener te voldoen.  
 
In het bezit van een monster van de 'kunstboter' ging Peters naar de Cordeweeners, waar het besluit viel de bekende boterhandelaar Jurgens op de hoogte te brengen. Waarschijnlijk vonden ze het hele project te groot om alleen op te zetten en dachten ze beter af te zijn door Jurgens erbij te betrekken. Als tegemoetkoming zouden ze een aandeel in de exploitatie kunnen verlangen. Inderdaad was de firma Jurgens zeer geïnteresseerd en ook bereid aan de condities van Cordeweener te voldoen.  
  
Meteen na afloop van de Frans Duitse oorlog werd besloten om Mège Mouriès in Parijs op te gaan zoeken.[[Noten TIN19-1-H5#5-7|<sup>[7]</sup>]] [[Afbeelding:TIN19_blz138.jpg|thumb|right|380px|Productieschema van de margarine]]
+
Meteen na afloop van de Frans Duitse oorlog werd besloten om Mège Mouriès in Parijs op te gaan zoeken.[[Noten TIN19-1-H5#5-7|<sup>[7]</sup>]]  
  
 +
[[Afbeelding:TIN19_blz138.jpg|thumb|right|380px|Productieschema van de margarine]]
  
  
  
 
'''De mythe over Mège Mouriès'''
 
'''De mythe over Mège Mouriès'''
 
  
 
In mei 1871 kwamen Jan Jurgens, Cordeweener en Peters in het verwoeste Parijs aan en vanaf dit moment wordt het feitelijke verloop van de geschiedenis verduisterd door een soort mythevorming, die vooral door de nazaten van Jurgens is opgebouwd.  
 
In mei 1871 kwamen Jan Jurgens, Cordeweener en Peters in het verwoeste Parijs aan en vanaf dit moment wordt het feitelijke verloop van de geschiedenis verduisterd door een soort mythevorming, die vooral door de nazaten van Jurgens is opgebouwd.  
  
Jurgens beweerde[[Noten TIN19-1-H5#5-8|<sup>[8]</sup>]]  Mège Mouriès in kommervolle omstandigheden te hebben aangetroffen in zijn laboratorium, waar het nieuwe product nog in een experimentele fase zou verkeren. Wel had hij er 60.000 francs, ruim f 30.000, voor over om in het bezit te komen van Mège's procedé om de kunstboter te fabriceren.
+
Jurgens beweerde[[Noten TIN19-1-H5#5-8|<sup>[8]</sup>]]   
 +
Mège Mouriès in kommervolle omstandigheden te hebben aangetroffen in zijn laboratorium, waar het nieuwe product nog in een [[Begrippenlijst#Experimenteel|experimentele]] fase zou verkeren. Wel had hij er 60.000 francs, ruim f 30.000, voor over om in het bezit te komen van Mège's [[Begrippenlijst#Procede|procedé]] om de kunstboter te fabriceren.
  
 
Ook beweerde Jurgens de uitvinding 'gepatenteerd' te hebben in Frankrijk en Engeland, respectievelijk het land waar de grondstoffen aanvankelijk vandaan kwamen en het land waarop de export gericht zou worden. Uit octrooi-overzichten blijkt echter dat Mège Mouriès in 1869 zowel in Frankrijk als Engeland [[begrippenlijst#Octrooi|octrooi]] heeft aangevraagd en ook heeft gekregen - wij zullen daar later nog uitgebreid op terugkomen. In Nederland had Jurgens vrij spel, omdat hier sinds 1869 geen octrooiwet meer van kracht was en uitvindingen dus niet beschermd waren.
 
Ook beweerde Jurgens de uitvinding 'gepatenteerd' te hebben in Frankrijk en Engeland, respectievelijk het land waar de grondstoffen aanvankelijk vandaan kwamen en het land waarop de export gericht zou worden. Uit octrooi-overzichten blijkt echter dat Mège Mouriès in 1869 zowel in Frankrijk als Engeland [[begrippenlijst#Octrooi|octrooi]] heeft aangevraagd en ook heeft gekregen - wij zullen daar later nog uitgebreid op terugkomen. In Nederland had Jurgens vrij spel, omdat hier sinds 1869 geen octrooiwet meer van kracht was en uitvindingen dus niet beschermd waren.

Versie op 1 apr 2008 18:29