Knoeierijen in de boterhandel

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 39: Regel 39:
 
'' 'Het is mogelijk, niet onwaarschijnlijk zelfs, dat dit verzoek eene voorbode is van andere dergelijke, en is ingediend om het terrein te verkennen, en te polsen of mettertijd niet op dezen weg kunne worden voortgegaan tot onrechtmatige bescherming van de belangen van den handel in natuurboter, ten koste van de margarineboterindustrie'.''[[Noten TIN19-1-H5#5-85|<sup>[85]</sup>]]
 
'' 'Het is mogelijk, niet onwaarschijnlijk zelfs, dat dit verzoek eene voorbode is van andere dergelijke, en is ingediend om het terrein te verkennen, en te polsen of mettertijd niet op dezen weg kunne worden voortgegaan tot onrechtmatige bescherming van de belangen van den handel in natuurboter, ten koste van de margarineboterindustrie'.''[[Noten TIN19-1-H5#5-85|<sup>[85]</sup>]]
  
De regering zette haar plannen echter door en stelde een commissie in, die de wenselijkheid van wetgeving moest onderzoeken. Haar oordeel viel positief uit en de voorstellen voor een wetsontwerp die de commissie deed, werden door de (nieuwe) minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, J.P. Havelaar, overgenomen. De minister verklaarde in zijn toelichting dat het doel van het wetsontwerp niets anders was dan het bestrijden van de oneerlijke concurrentie die de boterindustrie ondervond door de handel in surrogaten of met surrogaten vermengde boter. Hij benadrukte dat de voorgestelde bepalingen geen negatieve gevolgen voor de margarineindustrie zouden hebben.
+
De regering zette haar plannen echter door en stelde een commissie in, die de wenselijkheid van wetgeving moest onderzoeken. Haar oordeel viel positief uit en de voorstellen voor een wetsontwerp die de commissie deed, werden door de (nieuwe) minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, J.P. Havelaar, overgenomen. De minister verklaarde in zijn toelichting dat het doel van het wetsontwerp niets anders was dan het [[De Boterwet van 1889|'''bestrijden van de oneerlijke concurrentie die de boterindustrie ondervond''']] door de handel in surrogaten of met surrogaten vermengde boter. Hij benadrukte dat de voorgestelde bepalingen geen negatieve gevolgen voor de margarineindustrie zouden hebben.
  
 
Het wetsontwerp dat op 10 mei 1889 met 68 tegen 19 stemmen werd aangenomen, was erg gematigd en harde maatregelen die op enige wijze het margarinebedrijf hadden kunnen belemmeren, waren erin niet opgenomen. Het belangrijkste gedeelte van de wet was artikel 2, waarin bepaald werd:
 
Het wetsontwerp dat op 10 mei 1889 met 68 tegen 19 stemmen werd aangenomen, was erg gematigd en harde maatregelen die op enige wijze het margarinebedrijf hadden kunnen belemmeren, waren erin niet opgenomen. Het belangrijkste gedeelte van de wet was artikel 2, waarin bepaald werd:

Huidige versie van 23 apr 2008 om 13:59