Industrialisering van voedsel: brood, koek en banket
Van Techniek in Nederland
Regel 15: | Regel 15: | ||
Onder invloed van het streven naar kwaliteitsverbetering en productdifferentiatie kwamen voor de brood- en banketbakkerij talrijke nieuwe [[begrippenlijst#Ingredient|ingrediënten]]]beschikbaar, gefabriceerd door diverse toeleveranciers. | Onder invloed van het streven naar kwaliteitsverbetering en productdifferentiatie kwamen voor de brood- en banketbakkerij talrijke nieuwe [[begrippenlijst#Ingredient|ingrediënten]]]beschikbaar, gefabriceerd door diverse toeleveranciers. | ||
− | Allereerst verbeterde de kwaliteit van het brood door de toepassing van zuivere [[begrippenlijst#Gist|bakkersgist]] in plaats van de ouderwetse biergist. Deze gist was onder andere afkomstig van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek te Delft, sinds 1870 in bedrijf. Zetmeelfabrieken produceerden andere ingrediënten voor banketbakkers, bijvoorbeeld aardappelsago, [[begrippenlijst#Maizena| | + | Allereerst verbeterde de kwaliteit van het brood door de toepassing van zuivere [[begrippenlijst#Gist|bakkersgist]] in plaats van de ouderwetse biergist. Deze [[ Gist, zetmelen en enzymen|'''gist''']] was onder andere afkomstig van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek te Delft, sinds 1870 in bedrijf. Zetmeelfabrieken produceerden andere ingrediënten voor banketbakkers, bijvoorbeeld aardappelsago, [[begrippenlijst#Maizena| |
maïzena]], puddingpoeder en glucosestroop. De basisgrondstoffen van deze producten verschilden; aardappelen (W.A. Scholten in Foxhol) en granen, vooral maïs (M.K. Honig in Koog aan de Zaan), waren de voornaamste.[[Noten TIN20-3-H2#2-51|<sup>[51]</sup>]] Biet- en rietsuikerproducenten leverden stropen en andere suikerhoudende producten. De Wester Suikerraffinaderij in Amsterdam maakte in 1893 al 22 verschillende soorten geraffineerde suiker <swf width="600" height="450">http://www.techniekinnederland.nl/nl/images/media/clip5.swf</swf>waar voorheen alleen ruwsuiker werd geproduceerd.[[Noten TIN20-3-H2#2-52|<sup>[52]</sup>]] | maïzena]], puddingpoeder en glucosestroop. De basisgrondstoffen van deze producten verschilden; aardappelen (W.A. Scholten in Foxhol) en granen, vooral maïs (M.K. Honig in Koog aan de Zaan), waren de voornaamste.[[Noten TIN20-3-H2#2-51|<sup>[51]</sup>]] Biet- en rietsuikerproducenten leverden stropen en andere suikerhoudende producten. De Wester Suikerraffinaderij in Amsterdam maakte in 1893 al 22 verschillende soorten geraffineerde suiker <swf width="600" height="450">http://www.techniekinnederland.nl/nl/images/media/clip5.swf</swf>waar voorheen alleen ruwsuiker werd geproduceerd.[[Noten TIN20-3-H2#2-52|<sup>[52]</sup>]] | ||
Ook fabrikanten van cacao en chocolade als Van Houten en Blooker leverden ingrediënten aan de brood- en banketsector, net als fabrikanten van melkpoeder, ondernemers van vruchtensiroop- en conservenfabriekjes en producenten van (plantaardige) oliën en vetten. Genoemde ondernemingen richtten zich uiteraard niet uitsluitend op de koek- en banketfabrikanten, maar bedienden een brede groep klanten. | Ook fabrikanten van cacao en chocolade als Van Houten en Blooker leverden ingrediënten aan de brood- en banketsector, net als fabrikanten van melkpoeder, ondernemers van vruchtensiroop- en conservenfabriekjes en producenten van (plantaardige) oliën en vetten. Genoemde ondernemingen richtten zich uiteraard niet uitsluitend op de koek- en banketfabrikanten, maar bedienden een brede groep klanten. |