De jaren vijftig: files en de mobiliteitsexplosie
Van Techniek in Nederland
Regel 7: | Regel 7: | ||
Ondanks de toenemende maatschappelijke druk kwam een voortvarende wegenaanleg niet direct van de grond. Het Rijkswegenplan van 1958 omvatte nog steeds hetzelfde bouwprogramma als dat van 1938. Ook in de landelijke politiek werd het gebrek aan wegenaanleg steeds meer als een probleem gezien, hetgeen in 1961 leidde tot een noodprogramma voor de aanleg van autosnelwegen buiten het Rijkswegenplan om. Het ging in totaal om 1200 km aan extra wegen. In 1964 werd een nieuw Rijkswegenfonds ingesteld en het budget flink verhoogd. In de jaren zestig zou Nederland na Duitsland en Italië in absolute zin de meeste autosnelwegen bouwen.[[Noten H2#2-78|<sup>[78]</sup>]] | Ondanks de toenemende maatschappelijke druk kwam een voortvarende wegenaanleg niet direct van de grond. Het Rijkswegenplan van 1958 omvatte nog steeds hetzelfde bouwprogramma als dat van 1938. Ook in de landelijke politiek werd het gebrek aan wegenaanleg steeds meer als een probleem gezien, hetgeen in 1961 leidde tot een noodprogramma voor de aanleg van autosnelwegen buiten het Rijkswegenplan om. Het ging in totaal om 1200 km aan extra wegen. In 1964 werd een nieuw Rijkswegenfonds ingesteld en het budget flink verhoogd. In de jaren zestig zou Nederland na Duitsland en Italië in absolute zin de meeste autosnelwegen bouwen.[[Noten H2#2-78|<sup>[78]</sup>]] | ||
In 1966 verscheen het Structuurschema Hoofdwegennet, een op Amerikaanse leest geschoeide visie op het autosnelwegnet van de komende dertig jaar. Volgens deze visie zou het net in 1996 een omvang van 5100 km moeten hebben bereikt. Dit zou niet worden gerealiseerd, maar de uitbreiding was niettemin fors: het netwerk groeide van iets meer dan 300 km in 1960 naar 1000 km in 1970, om ten slotte in 1990 bij 2000 km uit te komen.[[Noten H2#2-79|<sup>[79]</sup>]] | In 1966 verscheen het Structuurschema Hoofdwegennet, een op Amerikaanse leest geschoeide visie op het autosnelwegnet van de komende dertig jaar. Volgens deze visie zou het net in 1996 een omvang van 5100 km moeten hebben bereikt. Dit zou niet worden gerealiseerd, maar de uitbreiding was niettemin fors: het netwerk groeide van iets meer dan 300 km in 1960 naar 1000 km in 1970, om ten slotte in 1990 bij 2000 km uit te komen.[[Noten H2#2-79|<sup>[79]</sup>]] | ||
− | |||
− | |||
[[afbeelding:grafiek_verkeersdoden_nl.jpg|thumb|400px|left|De ontwikkeling van het aantal verkeersdoden in Nederland, 1935-1993.]][[afbeelding:fiat_500_italie.jpg|thumb|350px|right|De fiat 500, tezamen met de Volkswagen 'kever' de dominerende modellen in de doorbraak naar massamotorisatie in de jaren '60.]]'''Autogebruik''' | [[afbeelding:grafiek_verkeersdoden_nl.jpg|thumb|400px|left|De ontwikkeling van het aantal verkeersdoden in Nederland, 1935-1993.]][[afbeelding:fiat_500_italie.jpg|thumb|350px|right|De fiat 500, tezamen met de Volkswagen 'kever' de dominerende modellen in de doorbraak naar massamotorisatie in de jaren '60.]]'''Autogebruik''' | ||