De jaren vijftig: files en de mobiliteitsexplosie
Van Techniek in Nederland
Regel 9: | Regel 9: | ||
− | [[afbeelding:grafiek_verkeersdoden_nl.jpg|thumb| | + | [[afbeelding:grafiek_verkeersdoden_nl.jpg|thumb|430px|left|De ontwikkeling van het aantal verkeersdoden in Nederland, 1935-1993.]][[afbeelding:fiat_500_italie.jpg|thumb|350px|right|De fiat 500, tezamen met de Volkswagen 'kever' de dominerende modellen in de doorbraak naar massamotorisatie in de jaren '60.]]'''Autogebruik''' |
Het autogebruik nam na 1957 spectaculair toe, en de per persoon per dag afgelegde afstand met de auto [[Begrippenlijst#Navenant|navenant]]: van 3,9 naar 23,2 km. De jaarkilometrage per auto daalde intussen vanaf 1963 geleidelijk, toen het naoorlogse record van 18.400 kilometer werd bereikt, om pas in de jaren tachtig weer iets toe te nemen.[[Noten H2#2-80|<sup>[80]</sup>]] Dat werd veroorzaakt door een sterke daling van het zakelijke gebruik en een verschuiving naar de toepassing in het woon-werkverkeer. De opkomst van het sociaal-recreatieve verkeer leidde er bovendien toe dat de grenzen van de wegcapaciteit in de jaren zestig het eerst en het omvangrijkst in de vorm van files op zaterdag en zondag zichtbaar werden. Het leidde ook tot een snel toenemend aantal ongelukken: Nederlanders moest opnieuw verkeersdiscipline worden bijgebracht (zie grafiek 2.11). Dat alles gebeurde op een wegennet dat rond 1970 tot in alle hoeken van het land was uitgebouwd, waarna het de ene na de andere capaciteitsuitbreiding onderging, nu eens voor-, dan weer (en meestal) naijlend op de groei van het autogebruik. | Het autogebruik nam na 1957 spectaculair toe, en de per persoon per dag afgelegde afstand met de auto [[Begrippenlijst#Navenant|navenant]]: van 3,9 naar 23,2 km. De jaarkilometrage per auto daalde intussen vanaf 1963 geleidelijk, toen het naoorlogse record van 18.400 kilometer werd bereikt, om pas in de jaren tachtig weer iets toe te nemen.[[Noten H2#2-80|<sup>[80]</sup>]] Dat werd veroorzaakt door een sterke daling van het zakelijke gebruik en een verschuiving naar de toepassing in het woon-werkverkeer. De opkomst van het sociaal-recreatieve verkeer leidde er bovendien toe dat de grenzen van de wegcapaciteit in de jaren zestig het eerst en het omvangrijkst in de vorm van files op zaterdag en zondag zichtbaar werden. Het leidde ook tot een snel toenemend aantal ongelukken: Nederlanders moest opnieuw verkeersdiscipline worden bijgebracht (zie grafiek 2.11). Dat alles gebeurde op een wegennet dat rond 1970 tot in alle hoeken van het land was uitgebouwd, waarna het de ene na de andere capaciteitsuitbreiding onderging, nu eens voor-, dan weer (en meestal) naijlend op de groei van het autogebruik. |