Van stapelhaven naar overslaghaven
Van Techniek in Nederland
Regel 3: | Regel 3: | ||
De Rotterdamse haven is een knooppunt in de verschillende ketens van het transport van goederen van de producent naar de afnemer. De zeeschepen die aanmeren, zijn niet geschikt voor het vervoer naar het achterland. De goederen moeten daarom worden overgeslagen, dat wil zeggen: gelost en vervolgens geladen in een ander transportmiddel. Deze transportmiddelen behoren tot de zogenaamde achterlandmodaliteiten (wegvervoer, binnenvaart en spoorwegen), die het landzijdig transport van en naar de haven verzorgen. Bij de overslag kan men kiezen tussen directe overslag, waarbij goederen gelijk van het zeeschip in de achterlandmodaliteit worden gelost, en indirecte overslag, waarbij goederen worden overgeslagen via de wal. | De Rotterdamse haven is een knooppunt in de verschillende ketens van het transport van goederen van de producent naar de afnemer. De zeeschepen die aanmeren, zijn niet geschikt voor het vervoer naar het achterland. De goederen moeten daarom worden overgeslagen, dat wil zeggen: gelost en vervolgens geladen in een ander transportmiddel. Deze transportmiddelen behoren tot de zogenaamde achterlandmodaliteiten (wegvervoer, binnenvaart en spoorwegen), die het landzijdig transport van en naar de haven verzorgen. Bij de overslag kan men kiezen tussen directe overslag, waarbij goederen gelijk van het zeeschip in de achterlandmodaliteit worden gelost, en indirecte overslag, waarbij goederen worden overgeslagen via de wal. | ||
− | De overslag van goederen in de haven bestond rond 1880 nog grotendeels uit handwerk. Kolen en erts werden uit de spoorwagon of het binnenschip getild met behulp van bakken; deze bakken werden door havenarbeiders met behulp van scheppen en haken gevuld. Bij het graan werden er zakken en manden gevuld. De bakken, zakken en manden werden vaak met behulp van een scheepswinch op het dek gebracht. Petroleum werd vervoerd in houten vaten en - later – blikken, die ook uit het schip moesten worden gehesen. Losse goederen, bijvoorbeeld machineonderdelen of balen koffie, moesten bij elkaar worden gebracht in een hijs en daarna weer worden ontmanteld. Voor de overslag naar het binnenvaartschip of de kade werd vaak gebruik gemaakt van glijgoten. Op de kade stonden soms ook kranen opgesteld die de lading vanaf het dek konden optillen. Wanneer goederen werden opgeslagen, was er verder transport over de kade nodig en moesten manipulaties in de loods handmatig worden uitgevoerd. | + | De overslag van goederen in de haven bestond rond 1880 nog grotendeels uit handwerk. Kolen en erts werden uit de spoorwagon of het binnenschip getild met behulp van bakken; deze bakken werden door havenarbeiders met behulp van scheppen en haken gevuld. Bij het graan werden er zakken en manden gevuld. De bakken, zakken en manden werden vaak met behulp van een scheepswinch op het dek gebracht. Petroleum werd vervoerd in houten vaten en - later – blikken, die ook uit het schip moesten worden gehesen. Losse goederen, bijvoorbeeld machineonderdelen of balen koffie, moesten bij elkaar worden gebracht in een hijs en daarna weer worden ontmanteld. Voor de overslag naar het binnenvaartschip of de kade werd vaak gebruik gemaakt van glijgoten. Op de kade stonden soms ook [[De mechanisering van de overslaghaven|'''kranen''']] opgesteld die de lading vanaf het dek konden optillen. Wanneer goederen werden opgeslagen, was er verder transport over de kade nodig en moesten manipulaties in de loods handmatig worden uitgevoerd. |