Voeding in de 19e eeuw
Van Techniek in Nederland
Regel 5: | Regel 5: | ||
Het getoonde aanbod lag echter buiten het bereik van de meeste Nederlanders. Aan het begin van de twintigste eeuw heerste in Nederland weliswaar geen nijpende voedselschaarste meer, maar daarmee was ook alles gezegd. Een of twee generaties eerder was [[begrippenlijst#Schraalhans| | Het getoonde aanbod lag echter buiten het bereik van de meeste Nederlanders. Aan het begin van de twintigste eeuw heerste in Nederland weliswaar geen nijpende voedselschaarste meer, maar daarmee was ook alles gezegd. Een of twee generaties eerder was [[begrippenlijst#Schraalhans| | ||
schraalhans]] nog met regelmaat keukenmeester geweest, met als dieptepunt de "zwarte jaren" in de tweede helft van de jaren veertig (1845-1849).(4)In deze periode leden delen van de bevolking honger door de mislukte aardappeloogst en heersten epidemische ziekten; in 1847 stierven meer mensen dan er werden geboren.(5) | schraalhans]] nog met regelmaat keukenmeester geweest, met als dieptepunt de "zwarte jaren" in de tweede helft van de jaren veertig (1845-1849).(4)In deze periode leden delen van de bevolking honger door de mislukte aardappeloogst en heersten epidemische ziekten; in 1847 stierven meer mensen dan er werden geboren.(5) | ||
− | + | [[afbeelding:05_G357_V_1_13.JPG|thumb|450px|right|Deze schoolkinderen in Oldenzaal werden in 1929 door de franciscanessen bijgevoed.]] | |
In het preïndustriële tijdvak kwamen de periodiek terugkerende ernstige schaarste en honger hier te lande minder vaak voor dan elders in Europa, maar met name in de negentiende eeuw was de voedselsituatie in Nederland problematisch. Tijdens de hongercrises van de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw waren aardappelen dikwijls levensreddend basisvoedsel voor het volk. De economische groei van na 1870 veranderde dit. De dagelijkse maaltijd was in 1890 [[Voedingswaarde en kwaliteit van voedsel|'''kwantitatief en kwalitatief''']] beter samengesteld dan in 1840, maar van veel variatie of luxe was geen sprake. Ook rond 1900 was een groot deel van de bevolking afhankelijk van aardappelen voor het dagelijks maal, terwijl rogge en tarwe, in tegenstelling tot boekweit, een belangrijker plaats waren gaan innemen in het menu.(zie grafiek 1.1)(6) Aardappelen en brood of pap bleven voorlopig dus het voornaamste volksvoedsel. De groepen met de laagste inkomsten aten het meest eenzijdig. Het op de tentoonstelling gepresenteerde [[begrippenlijst#Assortiment|assortiment]] gaf een geheel andere indruk; het toonde vooral de keuzemogelijkheden voor de [[begrippenlijst#Gefortuneerd| | In het preïndustriële tijdvak kwamen de periodiek terugkerende ernstige schaarste en honger hier te lande minder vaak voor dan elders in Europa, maar met name in de negentiende eeuw was de voedselsituatie in Nederland problematisch. Tijdens de hongercrises van de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw waren aardappelen dikwijls levensreddend basisvoedsel voor het volk. De economische groei van na 1870 veranderde dit. De dagelijkse maaltijd was in 1890 [[Voedingswaarde en kwaliteit van voedsel|'''kwantitatief en kwalitatief''']] beter samengesteld dan in 1840, maar van veel variatie of luxe was geen sprake. Ook rond 1900 was een groot deel van de bevolking afhankelijk van aardappelen voor het dagelijks maal, terwijl rogge en tarwe, in tegenstelling tot boekweit, een belangrijker plaats waren gaan innemen in het menu.(zie grafiek 1.1)(6) Aardappelen en brood of pap bleven voorlopig dus het voornaamste volksvoedsel. De groepen met de laagste inkomsten aten het meest eenzijdig. Het op de tentoonstelling gepresenteerde [[begrippenlijst#Assortiment|assortiment]] gaf een geheel andere indruk; het toonde vooral de keuzemogelijkheden voor de [[begrippenlijst#Gefortuneerd| | ||
gefortuneerde]] stadsbewoners. | gefortuneerde]] stadsbewoners. |