De kwaliteit van de consumptiemelk

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 2: Regel 2:
 
tyfus]] [[begrippenlijst#Bacil|
 
tyfus]] [[begrippenlijst#Bacil|
 
bacil]] kon zich via melk verspreiden. Het melken en de behandeling van melkbussen waren vaak bronnen van besmetting, maar ook tijdens het transport van de melk liet de hygiëne vaak te wensen over. Een tijdgenoot somde de gebreken op van de verkooppunten, de melkslijters: ‘onvoldoende privaatinrichtingen, het aanwezig zijn van een mestvaalt, het houden van konijnen, slaapplaatsen in den winkel, stank, putten zonder afsluitdeksel’ enzovoort.[[Noten TIN20-3-H6#6-16|<sup>[16]</sup>]] De overheid adviseerde de burgers daarom alle melk, ook de gepasteuriseerde, voor gebruik te koken.  
 
bacil]] kon zich via melk verspreiden. Het melken en de behandeling van melkbussen waren vaak bronnen van besmetting, maar ook tijdens het transport van de melk liet de hygiëne vaak te wensen over. Een tijdgenoot somde de gebreken op van de verkooppunten, de melkslijters: ‘onvoldoende privaatinrichtingen, het aanwezig zijn van een mestvaalt, het houden van konijnen, slaapplaatsen in den winkel, stank, putten zonder afsluitdeksel’ enzovoort.[[Noten TIN20-3-H6#6-16|<sup>[16]</sup>]] De overheid adviseerde de burgers daarom alle melk, ook de gepasteuriseerde, voor gebruik te koken.  
In de jaren dertig kwam naast de bacteriologische kwaliteit ook de voedingswaarde van melk in het centrum van de belangstelling te staan op het moment dat meer bekend werd over de ‘hitte[[begrippenlijst#Labiliteit|labiliteit]]’ van vitamines. Bij sterilisatie, condensatie en de productie van melkpoeder werd de melk langdurig verhit of blootgesteld aan intensief contact met de lucht. Vitamines [[begrippenlijst#Oxideren|
+
In de jaren dertig kwam naast de bacteriologische kwaliteit ook de voedingswaarde van melk in het centrum van de belangstelling te staan op het moment dat meer bekend werd over de [[begrippenlijst#Labiel|hittelabiliteit]]’ van vitamines. Bij sterilisatie, condensatie en de productie van melkpoeder werd de melk langdurig verhit of blootgesteld aan intensief contact met de lucht. Vitamines [[begrippenlijst#Oxideren|
 
oxideerden]] hierdoor; vooral vitamine C was hiervoor gevoelig.[[Noten TIN20-3-H6#6-17|<sup>[17]</sup>]] Om de voedingswaarde van melk te behouden, leek het toevoegen van extra vitamines voor de hand te liggen, maar de overheid stond dit niet toe. In de Verenigde Staten werd sinds de jaren dertig veel consumptiemelk voorzien van extra vitamine D ter voorkoming van rachitis, de ‘Engelse ziekte’ waarbij te weinig kalkzouten in beenderen van het opgroeiende kind worden afgezet, zodat het skelet misvormd wordt. Ook in Nederland kwam rachitis voor bij kinderen, maar Nederlandse medici gaven de voorkeur aan een gerichte toediening van vitamines aan zuigelingen en kinderen in de wintermaanden. De overheid was bovendien van mening dat gevitamineerde melk te duur zou worden. Ook de zuivelindustrie was weinig geïnteresseerd en beschouwde een lager vitamine C-gehalte niet als een aantasting van de kwaliteit van de consumptiemelk.[[Noten TIN20-3-H6#6-18|<sup>[18]</sup>]] Anders oordeelde ze over de toevoeging van anti-oxidanten ter verbetering van de houdbaarheid. Fabrikanten onderkenden de voordelen hiervan, maar ook deze toevoegingen werden door de overheid niet toegestaan.[[Noten TIN20-3-H6#6-19|<sup>[19]</sup>]] Deze oordeelde dat aangezien oxidatie en het bijbehorende kwaliteitsverlies van zuivel ontstonden door een gebrekkige distributie, opslag en koeling, en tot een verbetering van deze gebrekkige factoren diende te worden overgegaan. Het ongekoelde bewaren van flessenmelk in een winkeletalage vol in het zonlicht bevorderde oxidatieve processen. De introductie van kartonnen melkpakken, donkere koelopslag en de gestage groei van de koelketen tussen productie en consumptie in de jaren zestig maakte hieraan een einde.
 
oxideerden]] hierdoor; vooral vitamine C was hiervoor gevoelig.[[Noten TIN20-3-H6#6-17|<sup>[17]</sup>]] Om de voedingswaarde van melk te behouden, leek het toevoegen van extra vitamines voor de hand te liggen, maar de overheid stond dit niet toe. In de Verenigde Staten werd sinds de jaren dertig veel consumptiemelk voorzien van extra vitamine D ter voorkoming van rachitis, de ‘Engelse ziekte’ waarbij te weinig kalkzouten in beenderen van het opgroeiende kind worden afgezet, zodat het skelet misvormd wordt. Ook in Nederland kwam rachitis voor bij kinderen, maar Nederlandse medici gaven de voorkeur aan een gerichte toediening van vitamines aan zuigelingen en kinderen in de wintermaanden. De overheid was bovendien van mening dat gevitamineerde melk te duur zou worden. Ook de zuivelindustrie was weinig geïnteresseerd en beschouwde een lager vitamine C-gehalte niet als een aantasting van de kwaliteit van de consumptiemelk.[[Noten TIN20-3-H6#6-18|<sup>[18]</sup>]] Anders oordeelde ze over de toevoeging van anti-oxidanten ter verbetering van de houdbaarheid. Fabrikanten onderkenden de voordelen hiervan, maar ook deze toevoegingen werden door de overheid niet toegestaan.[[Noten TIN20-3-H6#6-19|<sup>[19]</sup>]] Deze oordeelde dat aangezien oxidatie en het bijbehorende kwaliteitsverlies van zuivel ontstonden door een gebrekkige distributie, opslag en koeling, en tot een verbetering van deze gebrekkige factoren diende te worden overgegaan. Het ongekoelde bewaren van flessenmelk in een winkeletalage vol in het zonlicht bevorderde oxidatieve processen. De introductie van kartonnen melkpakken, donkere koelopslag en de gestage groei van de koelketen tussen productie en consumptie in de jaren zestig maakte hieraan een einde.
 
Het onderzoek naar de kwaliteit van consumptiemelk werd in de loop van de twintigste eeuw steeds vaker door laboratoria verricht. Voor het verrichten van onderzoek kon de zuivelindustrie aan het begin van de eeuw een beroep doen op het in 1889 opgerichte Rijkslandbouwproefstation in Hoorn, dat orde moest brengen in het [[begrippenlijst#Fragmenteren|
 
Het onderzoek naar de kwaliteit van consumptiemelk werd in de loop van de twintigste eeuw steeds vaker door laboratoria verricht. Voor het verrichten van onderzoek kon de zuivelindustrie aan het begin van de eeuw een beroep doen op het in 1889 opgerichte Rijkslandbouwproefstation in Hoorn, dat orde moest brengen in het [[begrippenlijst#Fragmenteren|

Versie op 25 sep 2007 12:09