De guano

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
De mestproduktie was een van de meest ernstige knelpunten van het landbouwbedrijf in de 19e eeuw, in het bijzonder in de landbouw op de schrale zandgronden van Oost- en Zuid-Nederland. Tot diep in de negentiende eeuw werden in het landbouwbedrijf vrijwel uitsluitend organische meststoffen gebruikt. In de eerste plaats betrof dit de mest van de eigen veestapel, op de zandgronden aangevuld met plaggen die werden gestoken op de heidevelden. Daarnaast werd in sommige streken vuilnis van de steden gebruikt. De veenkoloniale akkerbouw was in hoge mate afhankelijk van vooral het Groninger stadsvuil en ook de Hollandse tuinbouw maakte gebruik van dit type mest. Bovendien vonden afvalstoffen van industriële produktieprocessen - [[De traditionele brouwmethode|'''bierbrouwerij'''], jeneverstokerij, zeepfabricage etc. - hun weg naar het landbouwbedrijf en werd op bescheiden schaal gebruik gemaakt van beendermeel, visafval, bouwafval (voor de kalk).[[Noten H2#2-20|<sup>[20]</sup>]]  Kortom, alles wat mogelijk de vruchtbaarheid van de bodem kon herstellen, werd gebruikt, maar omdat een degelijke landbouwkundige basis voor allerlei experimenten ontbrak, tastte men in feite grotendeels in het duister omtrent de werkelijke waarde van deze verschillende meststoffen.
+
De mestproduktie was een van de meest ernstige knelpunten van het landbouwbedrijf in de 19e eeuw, in het bijzonder in de landbouw op de schrale zandgronden van Oost- en Zuid-Nederland. Tot diep in de negentiende eeuw werden in het landbouwbedrijf vrijwel uitsluitend organische meststoffen gebruikt. In de eerste plaats betrof dit de mest van de eigen veestapel, op de zandgronden aangevuld met plaggen die werden gestoken op de heidevelden. Daarnaast werd in sommige streken vuilnis van de steden gebruikt. De veenkoloniale akkerbouw was in hoge mate afhankelijk van vooral het Groninger stadsvuil en ook de Hollandse tuinbouw maakte gebruik van dit type mest. Bovendien vonden afvalstoffen van industriële produktieprocessen - [[De traditionele brouwmethode|'''bierbrouwerij''']], jeneverstokerij, zeepfabricage etc. - hun weg naar het landbouwbedrijf en werd op bescheiden schaal gebruik gemaakt van beendermeel, visafval, bouwafval (voor de kalk).[[Noten H2#2-20|<sup>[20]</sup>]]  Kortom, alles wat mogelijk de vruchtbaarheid van de bodem kon herstellen, werd gebruikt, maar omdat een degelijke landbouwkundige basis voor allerlei experimenten ontbrak, tastte men in feite grotendeels in het duister omtrent de werkelijke waarde van deze verschillende meststoffen.
 
De eerste 'kunstmest' die met tamelijk veel succes in Nederland en buurlanden werd geïntroduceerd, was de [[begrippenlijst#Guano|guano]]. Dit was verdroogde vogelmest, in de loop der eeuwen door zeevogels op eilanden van de kust van Peru gedeponeerd, die, zo bleek spoedig, een sterk bemestende waarde had. Lokale indianen gebruikten deze mest al eeuwenlang op kleine schaal en naar verluidt had Von Humboldt in 1804 al monsters naar Europa meegenomen.[[Noten H2#2-21|<sup>[21]</sup>]] In 1841 namen enkele Britse vrachtschepen de guano als ballast mee naar Groot Brittannië, waar de eerste experimenten spoedig zeer succesvol verliepen.[[Noten H2#2-22|<sup>[22]</sup>]] [[Afbeelding:TIN19_blz59.jpg|thumb|right|400px|Aanvankelijk had het gebruik van guano bij de aardappelteelt weinig resultaat, maar de guano-zaaier bood mogelijk een uitkomst.]]
 
De eerste 'kunstmest' die met tamelijk veel succes in Nederland en buurlanden werd geïntroduceerd, was de [[begrippenlijst#Guano|guano]]. Dit was verdroogde vogelmest, in de loop der eeuwen door zeevogels op eilanden van de kust van Peru gedeponeerd, die, zo bleek spoedig, een sterk bemestende waarde had. Lokale indianen gebruikten deze mest al eeuwenlang op kleine schaal en naar verluidt had Von Humboldt in 1804 al monsters naar Europa meegenomen.[[Noten H2#2-21|<sup>[21]</sup>]] In 1841 namen enkele Britse vrachtschepen de guano als ballast mee naar Groot Brittannië, waar de eerste experimenten spoedig zeer succesvol verliepen.[[Noten H2#2-22|<sup>[22]</sup>]] [[Afbeelding:TIN19_blz59.jpg|thumb|right|400px|Aanvankelijk had het gebruik van guano bij de aardappelteelt weinig resultaat, maar de guano-zaaier bood mogelijk een uitkomst.]]
 
In 1843 werd de eerste guano al in Nederland geïmporteerd door de Rotterdamse firma's Mees & Moens en Lenardson & Co. In hetzelfde jaar - amper twee jaar na de introductie in Engeland - experimenteerden ten minste vier grootgrondbezitters/boeren in verschillende delen van het land met de meststof. In het landbouwverslag van 1843 werden de resultaten gepubliceerd van experimenten door 'een kundig bouwman' in Dirksland (Zeeland) en van 'een voornaam landeigenaar' H.Budde jr., lid van het Deventersche Departement der Maatschappij ter bevordering van nijverheid.[[Noten H2#2-23|<sup>[23]</sup>]] Tevens vermeldde het verslag dat in Gelderland 'op onderscheidene plaatsen, proeven in het klein genomen (werden) met de guano-bemesting'.[[Noten H2#2-24|<sup>[24]</sup>]]  Eén van die plaatsen was het landbouwbedrijf Den Eng van F.L.W. baron van Brakell van den Eng te Lienden.[[Noten H2#2-25|<sup>[25]</sup>]] Het ''Tijdschrift ter bevordering van nijverheid'' gaf in 1844 bovendien de resultaten van een 'proefneming met de guano door Heer van der Veen' te Smilde, die in 1843 moeten hebben plaatsgevonden.[[Noten H2#2-26|<sup>[26]</sup>]] Tenslotte maakt het landbouwverslag van 1844, naast experimenten in Gelderland, Utrecht en Drente, gewag van proefnemingen die in Zuid-Holland al in 1842(!) en 1843 zouden hebben plaatsgevonden. Deze waren zo positief uitgevallen dat in 1844 al 200 ton guano 'aan de bouwlieden in dit gewest gedebiteerd (is), waarmede meer dan 650 bunders [hectare JLvZ], met allerlei gewassen, voldoende zijn bemest kunnen worden'.[[Noten H2#2-27|<sup>[27]</sup>]]  Interessant is dat de correspondent van deze provincie, 'de Heer J. Groenewegen', vervolgens zijn eigen experiment beschrijft en daarbij aangeeft hoe hij over het bestaan van de meststof werd ingelicht:
 
In 1843 werd de eerste guano al in Nederland geïmporteerd door de Rotterdamse firma's Mees & Moens en Lenardson & Co. In hetzelfde jaar - amper twee jaar na de introductie in Engeland - experimenteerden ten minste vier grootgrondbezitters/boeren in verschillende delen van het land met de meststof. In het landbouwverslag van 1843 werden de resultaten gepubliceerd van experimenten door 'een kundig bouwman' in Dirksland (Zeeland) en van 'een voornaam landeigenaar' H.Budde jr., lid van het Deventersche Departement der Maatschappij ter bevordering van nijverheid.[[Noten H2#2-23|<sup>[23]</sup>]] Tevens vermeldde het verslag dat in Gelderland 'op onderscheidene plaatsen, proeven in het klein genomen (werden) met de guano-bemesting'.[[Noten H2#2-24|<sup>[24]</sup>]]  Eén van die plaatsen was het landbouwbedrijf Den Eng van F.L.W. baron van Brakell van den Eng te Lienden.[[Noten H2#2-25|<sup>[25]</sup>]] Het ''Tijdschrift ter bevordering van nijverheid'' gaf in 1844 bovendien de resultaten van een 'proefneming met de guano door Heer van der Veen' te Smilde, die in 1843 moeten hebben plaatsgevonden.[[Noten H2#2-26|<sup>[26]</sup>]] Tenslotte maakt het landbouwverslag van 1844, naast experimenten in Gelderland, Utrecht en Drente, gewag van proefnemingen die in Zuid-Holland al in 1842(!) en 1843 zouden hebben plaatsgevonden. Deze waren zo positief uitgevallen dat in 1844 al 200 ton guano 'aan de bouwlieden in dit gewest gedebiteerd (is), waarmede meer dan 650 bunders [hectare JLvZ], met allerlei gewassen, voldoende zijn bemest kunnen worden'.[[Noten H2#2-27|<sup>[27]</sup>]]  Interessant is dat de correspondent van deze provincie, 'de Heer J. Groenewegen', vervolgens zijn eigen experiment beschrijft en daarbij aangeeft hoe hij over het bestaan van de meststof werd ingelicht:

Versie op 10 sep 2007 15:29