Noten TIN20-3-H1

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 22: Regel 22:
 
*<div id=1-17>[17] H.W. Lintsen e.a.eds., Geschiedenis van de Techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. (Zutphen 1992) 43; Bijdragen van het Statistisch Instituut, 7 (1891), 143-180; Th. van Tijn, 'Het sociale leven in Nederland' in Algemene Geschiedenis der Nederlanden (Haarlem 1978) deel 13, 295-327, aldaar 306-314; volgens H. Baudet en H. van der Meulen ('Food consumption and welfare' in H. Baudet en H. van der Meulen eds., Consumer behaviour and economie growth in the modern economy (Londen en Canberra 1982) 75-109) gaven deze groepen weliswaar nu meer uit aan voedsel, maar bleef hun voeding zowel kwalitatief als kwantitatief onvoldoende; J.A. de Jonge (De industrialisatie in Nederland tussen l850 en 1914 (Nijmegen 1976) 90-91) verwijst naar gegevens van huishoudrekeningen van arbeidersgezinnen. waaruit blijkt dat het deel aan uitgaven voor voeding tussen 1850 en 1890 daalde van 70% tot 50%. De meting van de voedsdconsumptie stuit, zeker voor het verleden, op grote problemen, want wat wordt namelijk gemeten: de beschikbaar gekomen voedingsmiddelen per hoofd van de bevolking (CBS-gegevens), de gezinsuitgaven aan voeding (budgetstudies), het totale aanbod aan afzonderlijke voedingsmiddelen (het assortiment), of de combinaties van voedingsmiddelen in het voedselpatroon, de maaltijden of het maaltijdpatroon? Zie voor de beperktheid van arbeidersbudgetten als bron: Van Otterloo, Eten en eetlust, 311-314.
 
*<div id=1-17>[17] H.W. Lintsen e.a.eds., Geschiedenis van de Techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. (Zutphen 1992) 43; Bijdragen van het Statistisch Instituut, 7 (1891), 143-180; Th. van Tijn, 'Het sociale leven in Nederland' in Algemene Geschiedenis der Nederlanden (Haarlem 1978) deel 13, 295-327, aldaar 306-314; volgens H. Baudet en H. van der Meulen ('Food consumption and welfare' in H. Baudet en H. van der Meulen eds., Consumer behaviour and economie growth in the modern economy (Londen en Canberra 1982) 75-109) gaven deze groepen weliswaar nu meer uit aan voedsel, maar bleef hun voeding zowel kwalitatief als kwantitatief onvoldoende; J.A. de Jonge (De industrialisatie in Nederland tussen l850 en 1914 (Nijmegen 1976) 90-91) verwijst naar gegevens van huishoudrekeningen van arbeidersgezinnen. waaruit blijkt dat het deel aan uitgaven voor voeding tussen 1850 en 1890 daalde van 70% tot 50%. De meting van de voedsdconsumptie stuit, zeker voor het verleden, op grote problemen, want wat wordt namelijk gemeten: de beschikbaar gekomen voedingsmiddelen per hoofd van de bevolking (CBS-gegevens), de gezinsuitgaven aan voeding (budgetstudies), het totale aanbod aan afzonderlijke voedingsmiddelen (het assortiment), of de combinaties van voedingsmiddelen in het voedselpatroon, de maaltijden of het maaltijdpatroon? Zie voor de beperktheid van arbeidersbudgetten als bron: Van Otterloo, Eten en eetlust, 311-314.
 
</div>
 
</div>
*<div id=1-18>[18] Zie voor een inspirerende historisch-geografische behandeling van variaties en faseverschillen in de nationale modernisering H. Knippenberg en B. de Pater, De eenwording van Nederland. Schaalvergroting en integratie (Nijmegen 1988) en voor de variaties en</div>
+
*<div id=1-18>[18] Zie voor een inspirerende historisch-geografische behandeling van variaties en faseverschillen in de nationale modernisering H. Knippenberg en B. de Pater, De eenwording van Nederland. Schaalvergroting en integratie (Nijmegen 1988) en voor de variaties en uniformering van Nederlandse maaltijdpatronen J. Jobse-van Putten, Eenvoudig maar voedzaam. Cultuurgeschiedenis van de dagelijkse maaltijd in Nederland (Nijmegen 1995).</div>
 
*<div id=1-19>[19] Zo hadden de afschaffing van de accijnzen op het gemaal en het geslacht rond 1850 bijgedragen tot een prijsdaling van brood en vlees; ook de graanimporten, die voor de boeren tot de landbouwcrisis leidden, betekenden voor stadsbewoners lagere voedselprijz</div>
 
*<div id=1-19>[19] Zo hadden de afschaffing van de accijnzen op het gemaal en het geslacht rond 1850 bijgedragen tot een prijsdaling van brood en vlees; ook de graanimporten, die voor de boeren tot de landbouwcrisis leidden, betekenden voor stadsbewoners lagere voedselprijz</div>
 
*<div id=1-20>[20] W. Abel, Stufen der Ernährung. Eine historische Skizze (Göttingen 1981) 65-73. </div>
 
*<div id=1-20>[20] W. Abel, Stufen der Ernährung. Eine historische Skizze (Göttingen 1981) 65-73. </div>

Versie op 13 sep 2007 10:42