Octrooien in Nederland
Van Techniek in Nederland
Regel 4: | Regel 4: | ||
De octrooiwet was in 1869 afgeschaft na inhoudelijke kritiek op de wet zelf, maar belangrijker was dat er een principieel verzet op gang was gekomen. Men ging ervan uit dat Nederland op het gebied van de industriële ontwikkeling een achterstand had op het buitenland; bijvoorbeeld het aantal stoomwerktuigen dat in Nederland werd gebruikt liep ver achter bij dat van de omringende landen. Door afschaffing van de octrooiwet konden buitenlandse uitvindingen gekopieeerd worden, zonder dat men het risico liep bestraft te worden en zonder ervoor licentierechten te betalen. Bovendien zouden buitenlandse industriëlen een extra argument hebben om zich in Nederland te vestigen. | De octrooiwet was in 1869 afgeschaft na inhoudelijke kritiek op de wet zelf, maar belangrijker was dat er een principieel verzet op gang was gekomen. Men ging ervan uit dat Nederland op het gebied van de industriële ontwikkeling een achterstand had op het buitenland; bijvoorbeeld het aantal stoomwerktuigen dat in Nederland werd gebruikt liep ver achter bij dat van de omringende landen. Door afschaffing van de octrooiwet konden buitenlandse uitvindingen gekopieeerd worden, zonder dat men het risico liep bestraft te worden en zonder ervoor licentierechten te betalen. Bovendien zouden buitenlandse industriëlen een extra argument hebben om zich in Nederland te vestigen. | ||
De voorstanders van de afschaffing hanteerden ook wel politieke argumenten die afkomstig waren uit de leer van het liberalisme: de 'knellende' band van de octrooiwetgeving werd gezien als een uiting van overdadig overheidsingrijpen, dat werd afgekeurd. De door liberalen gedomineerde regering ging daarom over tot afschaffing van de wet, in de verwachting dat de andere landen in Europa dit goede voorbeeld spoedig zouden volgen. Dat gebeurde echter niet. | De voorstanders van de afschaffing hanteerden ook wel politieke argumenten die afkomstig waren uit de leer van het liberalisme: de 'knellende' band van de octrooiwetgeving werd gezien als een uiting van overdadig overheidsingrijpen, dat werd afgekeurd. De door liberalen gedomineerde regering ging daarom over tot afschaffing van de wet, in de verwachting dat de andere landen in Europa dit goede voorbeeld spoedig zouden volgen. Dat gebeurde echter niet. | ||
− | Het ontbreken van octrooi belemmeringen maakte het voor Nederlandse ondernemers eenvoudig en goedkoop om een kunstboterfabriek op te zetten. Ze hoefden zich geen zorgen te maken over octrooi claims van een monopoliserende licentiehouder, en ze waren vrijgesteld van de hoge kosten die een licentie nu eenmaal met zich meebracht. Vooral in de periode 1879 1883 maakten veel ondernemers gebruik van de grote vrijheid, die de Nederlandse wetgeving bood. In deze fase beleefde de margarine industrie een ongekende uitbreiding. Kleine ondernemers gingen er kunstboter fabricage 'bijdoen', naast hun oorspronkelijke bezigheden. Niets belette hen om de kans te wagen en snel rijk te worden in de nieuwe branche. | + | Het ontbreken van octrooi belemmeringen maakte het voor Nederlandse ondernemers eenvoudig en goedkoop om een kunstboterfabriek op te zetten. Ze hoefden zich geen zorgen te maken over octrooi claims van een monopoliserende licentiehouder, en ze waren vrijgesteld van de hoge kosten die een licentie nu eenmaal met zich meebracht. Vooral in de periode 1879 1883 maakten veel ondernemers gebruik van de grote vrijheid, die de Nederlandse wetgeving bood. In deze fase beleefde de margarine industrie een ongekende uitbreiding. [[De andere pioniers: de outsiders|Kleine ondernemers]] gingen er kunstboter fabricage 'bijdoen', naast hun oorspronkelijke bezigheden. Niets belette hen om de kans te wagen en snel rijk te worden in de nieuwe branche. |
'''De verbreiding van de margarine industrie, 1879 1883''' | '''De verbreiding van de margarine industrie, 1879 1883''' |