Na de pioniers
Van Techniek in Nederland
Regel 29: | Regel 29: | ||
[[Afbeelding:Tabel_6,4.jpg|thumb|left|330px]] | [[Afbeelding:Tabel_6,4.jpg|thumb|left|330px]] | ||
− | Koopmans overzicht bevestigt nog eens het beeld van de Nederlandse brouwnijverheid zoals dat eveneens uit de andere gegevens naar voren komt. De grote bedrijven waren in het begin van deze eeuw geconcentreerd in Noord- en Zuid-Holland. Van de overige provincies telden slechts Overijssel, Noord-Brabant en Limburg nog enigermate mee. De brouwerijen in de rest van het land speelden landelijk gezien geen rol van betekenis. | + | Koopmans overzicht bevestigt nog eens het beeld van de [[Koeling in de Nederlandse brouwerijen|''' Nederlandse brouwnijverheid''']] zoals dat eveneens uit de andere gegevens naar voren komt. De grote bedrijven waren in het begin van deze eeuw geconcentreerd in Noord- en Zuid-Holland. Van de overige provincies telden slechts Overijssel, Noord-Brabant en Limburg nog enigermate mee. De brouwerijen in de rest van het land speelden landelijk gezien geen rol van betekenis. |
Uit het verslag blijkt verder dat het overgrote deel van de in de biernijverheid gebruikte koelapparatuur, namelijk 43 van de 68 machines, was geleverd door de fabriek van Linde in Wiesbaden. Van de resterende 25 machines was het merendeel eveneens afkomstig uit Duitse bedrijven. Twee machines waren geleverd door de Franse fabriek van Lebrun en de Maastrichtse brouwerij De Zwarte Ruiter had een Amerikaanse koelmachine.[[Noten TIN19-1-H6#6-95|<sup>[95]</sup>]] | Uit het verslag blijkt verder dat het overgrote deel van de in de biernijverheid gebruikte koelapparatuur, namelijk 43 van de 68 machines, was geleverd door de fabriek van Linde in Wiesbaden. Van de resterende 25 machines was het merendeel eveneens afkomstig uit Duitse bedrijven. Twee machines waren geleverd door de Franse fabriek van Lebrun en de Maastrichtse brouwerij De Zwarte Ruiter had een Amerikaanse koelmachine.[[Noten TIN19-1-H6#6-95|<sup>[95]</sup>]] |