Begrensde mobiliteit?
Van Techniek in Nederland
Regel 13: | Regel 13: | ||
'''Voorbereiding massaal autorijden''' | '''Voorbereiding massaal autorijden''' | ||
− | Aan het eind van de negentiende eeuw werd het personenvervoer gedomineerd door de voetganger en was het paard een vertrouwde verkeersdeelnemer. Voor de elite was er de [[Transportrevolutie in de tweede helft van de | + | Aan het eind van de negentiende eeuw werd het personenvervoer gedomineerd door de voetganger en was het paard een vertrouwde verkeersdeelnemer. Voor de elite was er de [[Transportrevolutie in de tweede helft van de 19E eeuw|'''trein''']]. Dat er grote veranderingen gaande waren, was echter voor iedereen voelbaar en zichtbaar. De fiets werd aan het begin van de twintigste eeuw een vervoermiddel voor de massa en ook het netwerk van de trein werd sterk verdicht en aangevuld met een netwerk van tramwegen zodat bijna iedere plek in Nederland werd ontsloten. De [[De auto als avonturenmachine|'''auto''']] was in de periode vóór de Eerste Wereldoorlog vooral een speeltje voor de rijkere klassen, om op beschaafde wijze het avontuur van de snelheid, de techniek en het ronddwalen in de natuur te beleven. Of autorijden inderdaad beschaafd was, daar werd over getwist. Met name op het platteland bestond in die tijd veel weerstand tegen de vrije baan die autorijders opeisten. |
In het [[De doorbraak van het automobilisme|'''Interbellum''']] werden andere mogelijkheden van de auto ontdekt en geoefend. In die periode werd de auto getransformeerd tot vrachtauto, autobus, bestelauto en ook tot gezinsauto, niet alleen in de beeldvorming maar ook in het ontwerp. Het verkeersbeeld in deze periode bleef veelkleurig, met een eigen rol voor de fiets, de motorfiets, de [[De concurrentie van autobus en spoor tussen de twee wereldoorlogen|'''tram''']], de trein, de autobus, het lopen en het paard. Met name het openbaar vervoer per spoor werd in deze periode echter in de verdediging gedrongen en het meende op meer bescherming van de overheid recht te hebben dan het kreeg. De strijd ging in deze periode vooral over wat werd genoemd de verkeerscoördinatie tussen diverse vormen van vervoer. Overheden gingen echter, mede door pressie van de ANWB, de [[begrippenlijst#Diffusie|diffusie]] van de auto steeds meer zien als ijkpunt voor de zozeer gewenste modernisering van Nederland. In 1927 kwam het tot een ambitieus Rijkswegenplan, waarmee op de verdere groei van het autogebruik werd geanticipeerd. | In het [[De doorbraak van het automobilisme|'''Interbellum''']] werden andere mogelijkheden van de auto ontdekt en geoefend. In die periode werd de auto getransformeerd tot vrachtauto, autobus, bestelauto en ook tot gezinsauto, niet alleen in de beeldvorming maar ook in het ontwerp. Het verkeersbeeld in deze periode bleef veelkleurig, met een eigen rol voor de fiets, de motorfiets, de [[De concurrentie van autobus en spoor tussen de twee wereldoorlogen|'''tram''']], de trein, de autobus, het lopen en het paard. Met name het openbaar vervoer per spoor werd in deze periode echter in de verdediging gedrongen en het meende op meer bescherming van de overheid recht te hebben dan het kreeg. De strijd ging in deze periode vooral over wat werd genoemd de verkeerscoördinatie tussen diverse vormen van vervoer. Overheden gingen echter, mede door pressie van de ANWB, de [[begrippenlijst#Diffusie|diffusie]] van de auto steeds meer zien als ijkpunt voor de zozeer gewenste modernisering van Nederland. In 1927 kwam het tot een ambitieus Rijkswegenplan, waarmee op de verdere groei van het autogebruik werd geanticipeerd. |