Toenemende complexiteit van de voedingsmiddelenketen
Van Techniek in Nederland
Regel 2: | Regel 2: | ||
− | De voedingsmiddelenketen werd in de loop van de laatste anderhalve eeuw steeds complexer. Zo was er sprake van een verlenging van de keten, dat wil zeggen een toename van het aantal schakels tussen producent en consument en van de geografische afstand tussen de schakels. Bovendien werd de keten [[ | + | De voedingsmiddelenketen werd in de loop van de laatste anderhalve eeuw steeds complexer. Zo was er sprake van een verlenging van de keten, dat wil zeggen een toename van het aantal schakels tussen producent en consument en van de geografische afstand tussen de schakels. Bovendien werd de keten [[Begrippenlijst#Differentiatie|gedifferentieerder]]. Iedere schakel splitste zich op in uiteenlopende bewerkingsactiviteiten. De voedings- en genotmiddelenindustrie bestaat tegenwoordig uit zestien bedrijfstakken, onderverdeeld in veertig sectoren. Er bestaan banden met de landbouw in eigen land (eveneens opgedeeld in gespecialiseerde sectoren), maar tevens met plantages elders in de wereld, bijvoorbeeld voor de afname van oliehoudende zaden. Daarnaast is de voedingsindustrie verstrengeld geraakt met de chemische industrie (bijvoorbeeld voor de afname van kleur-, geur- en smaakstoffen, maar ook met de metaalverwerkende industrie (onder andere voor de afname van blikken), met de machine-industrie (bijvoorbeeld voor de afname van koelinstallaties) en zo meer. Verder zijn ook veilingen, transportbedrijven, groothandelaren, grootwinkelbedrijven, afvalverwerkende bedrijven en andere typen bedrijven zeer nauw met de voedingsmiddelenindustrie verbonden. |
Het produceren van voedingsmiddelen in een lange en complexe keten leidde op den duur tot een vertrouwensbreuk tussen consument en producent. Hoe wist de consument nog dat hij waar voor zijn geld kreeg? Hoe kon hij erop vertrouwen dat er niet geknoeid was met zijn voeding? | Het produceren van voedingsmiddelen in een lange en complexe keten leidde op den duur tot een vertrouwensbreuk tussen consument en producent. Hoe wist de consument nog dat hij waar voor zijn geld kreeg? Hoe kon hij erop vertrouwen dat er niet geknoeid was met zijn voeding? |