De commissie Pasma
Van Techniek in Nederland
Regel 5: | Regel 5: | ||
Zoals al eerder is opgemerkt, was het probleem van de Friezen tweeledig: in de boterhandel werd veel van de echt goede Friese boter verknoeid, maar daar hoopte men via reglementering, controle en de hulp van betrouwbare handelaren wat aan te kunnen doen. Het andere punt van zorg was de kwaliteit van de boter zoals die op de boerderijen werd gemaakt. Was de Deense boter werkelijk beter? Als dat zo was, wat moest er dan in Friesland gebeuren? Men vroeg zich af of 'het Deense systeem', wat dat ook precies mocht behelzen in termen van techniek, onderwijs en zo meer, probleemloos in Friesland kon worden toegepast. | Zoals al eerder is opgemerkt, was het probleem van de Friezen tweeledig: in de boterhandel werd veel van de echt goede Friese boter verknoeid, maar daar hoopte men via reglementering, controle en de hulp van betrouwbare handelaren wat aan te kunnen doen. Het andere punt van zorg was de kwaliteit van de boter zoals die op de boerderijen werd gemaakt. Was de Deense boter werkelijk beter? Als dat zo was, wat moest er dan in Friesland gebeuren? Men vroeg zich af of 'het Deense systeem', wat dat ook precies mocht behelzen in termen van techniek, onderwijs en zo meer, probleemloos in Friesland kon worden toegepast. | ||
− | |||
Regel 11: | Regel 10: | ||
'''Onderzoek naar zuivelbereiding in Zweden en Denemarken''' | '''Onderzoek naar zuivelbereiding in Zweden en Denemarken''' | ||
− | + | Om daar achter te komen stuurde de Friesche Maatschappij van Landbouw in 1878 een commissie naar Denemarken en Zweden. Dit was de Commissie-Pasma, genoemd naar haar voorzitter H.F. Pasma, een 65-jarige veehouder uit Haskerdijken. Zij kreeg de opdracht '' 'om in die rijken de zuivelbereiding na te gaan en vooral te onderzoeken of het boter-fabrikaat dáár beter is dan in Friesland.' ''[[Noten TIN19-1-H4#4-16|<sup>[16]</sup>]][[Afbeelding:TIN19_blz120.jpg|thumb|300px|left|Het kostte veel moeite om de thermometer te introduceren bij de boeren]] | |
− | Om daar achter te komen stuurde de Friesche Maatschappij van Landbouw in 1878 een commissie naar Denemarken en Zweden. Dit was de Commissie-Pasma, genoemd naar haar voorzitter H.F. Pasma, een 65-jarige veehouder uit Haskerdijken. Zij kreeg de opdracht '' 'om in die rijken de zuivelbereiding na te gaan en vooral te onderzoeken of het boter-fabrikaat dáár beter is dan in Friesland.' ''[[Noten TIN19-1-H4#4-16|<sup>[16]</sup>]][[Afbeelding:TIN19_blz120.jpg|thumb| | + | |
De drie commissieleden deden uitgebreid verslag van hun bevindingen en, in tegenstelling tot wat zij verwacht of gehoopt hadden, zij moesten erkennen dat de Deense boter werkelijk beter was dan wat er in Friesland werd gemaakt.[[Noten TIN19-1-H4#4-17|<sup>[17]</sup>]] | De drie commissieleden deden uitgebreid verslag van hun bevindingen en, in tegenstelling tot wat zij verwacht of gehoopt hadden, zij moesten erkennen dat de Deense boter werkelijk beter was dan wat er in Friesland werd gemaakt.[[Noten TIN19-1-H4#4-17|<sup>[17]</sup>]] | ||
Regel 31: | Regel 29: | ||
Kneden met de hand was ook weinig hygiënisch en daarom werd het gebruik van een eenvoudige kneedmachine aangeraden. Zo'n met de hand bewogen kneder leverde bovendien een vastere boter. Een andere nuttige aanschaf zou een Deense karn zijn; die voldeed beter dan de Friese, temeer daar er een thermometer op zat. Dan kon degene die stond te karnen beter controleren of de temperatuur niet te hoog opliep. | Kneden met de hand was ook weinig hygiënisch en daarom werd het gebruik van een eenvoudige kneedmachine aangeraden. Zo'n met de hand bewogen kneder leverde bovendien een vastere boter. Een andere nuttige aanschaf zou een Deense karn zijn; die voldeed beter dan de Friese, temeer daar er een thermometer op zat. Dan kon degene die stond te karnen beter controleren of de temperatuur niet te hoog opliep. | ||
− | De Commissie verwachtte dat deze kleine correcties op het gebied van nauwkeurigheid bij de Friese boerinnen wel zouden aanslaan. Mogelijk hoopten de rapporteurs dat hun suggesties appelleerden aan de algemene normen van orde en netheid die het kenmerk waren van de 'goede boerin'. [[Afbeelding:TIN19_blz113.jpg|thumb|right| | + | De Commissie verwachtte dat deze kleine correcties op het gebied van nauwkeurigheid bij de Friese boerinnen wel zouden aanslaan. Mogelijk hoopten de rapporteurs dat hun suggesties appelleerden aan de algemene normen van orde en netheid die het kenmerk waren van de 'goede boerin'. [[Afbeelding:TIN19_blz113.jpg|thumb|right|300px|Het bestuur en de directeur van de zuivelfabriek te Bergum]] |
Met deze aanwijzingen werden geen echte tradities doorbroken, ze sloten zelfs aan op oude waarden. Maar men zou nog een stap verder kunnen gaan. Het rapport ging in op de wezenlijk andere werkwijze die de Commissie in Denemarken had aanschouwd. Of dergelijke veranderingen gretig navolging zouden vinden, betwijfelde de Commissie. Want ze waren'' 'tegenover den ouden regel van zoo ingrijpenden aard dat wij met vrijmoedigheid u en ons zelve de vraag stellen: Zal er kans zijn het vooroordeel van onzen landaard te overwinnen, de door eeuwen geijkte gewoonten onzer boter- en kaasmaaksters te wijzigen en de vereischte uitgaven besteed te zien, niet bij enkelen maar bij velen, opdat die verbetering van het produkt en zijnen prijs, een' merkbaren invloed verkrijgen zal op de gemiddelde opbrengst van het zuivel van Friesland?' ''[[Noten TIN19-1-H4#4-20|<sup>[20]</sup>]] | Met deze aanwijzingen werden geen echte tradities doorbroken, ze sloten zelfs aan op oude waarden. Maar men zou nog een stap verder kunnen gaan. Het rapport ging in op de wezenlijk andere werkwijze die de Commissie in Denemarken had aanschouwd. Of dergelijke veranderingen gretig navolging zouden vinden, betwijfelde de Commissie. Want ze waren'' 'tegenover den ouden regel van zoo ingrijpenden aard dat wij met vrijmoedigheid u en ons zelve de vraag stellen: Zal er kans zijn het vooroordeel van onzen landaard te overwinnen, de door eeuwen geijkte gewoonten onzer boter- en kaasmaaksters te wijzigen en de vereischte uitgaven besteed te zien, niet bij enkelen maar bij velen, opdat die verbetering van het produkt en zijnen prijs, een' merkbaren invloed verkrijgen zal op de gemiddelde opbrengst van het zuivel van Friesland?' ''[[Noten TIN19-1-H4#4-20|<sup>[20]</sup>]] |