Snacks; van tussendoortjes naar graascultuur
Van Techniek in Nederland
Regel 3: | Regel 3: | ||
Buitenshuis snacken heeft een lange traditie wanneer we denken aan verschijnselen als de haringkar, de zuurkar, de banketbakker en de worstverkoper. De snackmarkt droeg een sterk lokaal stempel, al verspreidden bepaalde snacks en typen verkooppunten zich wel van de ene plaats naar de andere. Zo vonden de rond 1850 in Amsterdam ontstane broodjeszaken met hun broodjes pekelvlees en broodjes halfom snel navolging in de grote steden in het westen van Nederland. Buiten het verstedelijkte Westen, daarentegen, vonden ze tot aan de jaren vijftig van de twintigste eeuw vrijwel geen ingang. | Buitenshuis snacken heeft een lange traditie wanneer we denken aan verschijnselen als de haringkar, de zuurkar, de banketbakker en de worstverkoper. De snackmarkt droeg een sterk lokaal stempel, al verspreidden bepaalde snacks en typen verkooppunten zich wel van de ene plaats naar de andere. Zo vonden de rond 1850 in Amsterdam ontstane broodjeszaken met hun broodjes pekelvlees en broodjes halfom snel navolging in de grote steden in het westen van Nederland. Buiten het verstedelijkte Westen, daarentegen, vonden ze tot aan de jaren vijftig van de twintigste eeuw vrijwel geen ingang. | ||
− | Na de Tweede Wereldoorlog verspreidde het buitenshuis snacken zich over het hele land; snacks, snackbereiding, snackdistributie en snackconsumptie verloren hun plaatselijke karakter. In de jaren zestig en zeventig werd het ‘eten uit de muur’ populair als onderdeel van de trend van het buitenshuis eten.[[Noten TIN20-3-H9#9-1|<sup>[1]</sup>]] | + | Na de Tweede Wereldoorlog verspreidde het buitenshuis snacken zich over het hele land; snacks, snackbereiding, snackdistributie en snackconsumptie verloren hun plaatselijke karakter. In de jaren zestig en zeventig werd het [[Automatieken|''' ‘eten uit de muur’''']] populair als onderdeel van de trend van het buitenshuis eten.[[Noten TIN20-3-H9#9-1|<sup>[1]</sup>]] |