De moeizame weg naar een staatsspoorwegbedrijf
Van Techniek in Nederland
Regel 12: | Regel 12: | ||
''' ''Kabinetscrisis om spoorwegkwestie.'' | ''' ''Kabinetscrisis om spoorwegkwestie.'' | ||
− | Bij de behandeling van de voorstellen in de Eerste Kamer hernieuwden de tegenstanders hun gevecht. Nieuwe gezichtspunten kwamen niet naar voren: de voornaamste bezwaren waren van financiële aard, van plaatselijke of regionale aard, als een voorgestelde lijn een bepaalde stad of streek dreigde voorbij te gaan, en van waterstaatkundige aard. De voorgestelde | + | Bij de behandeling van de voorstellen in de Eerste Kamer hernieuwden de tegenstanders hun gevecht. Nieuwe gezichtspunten kwamen niet naar voren: de voornaamste bezwaren waren van financiële aard, van plaatselijke of regionale aard, als een voorgestelde lijn een bepaalde stad of streek dreigde voorbij te gaan, en van waterstaatkundige aard. De voorgestelde [[De aanleg van diverse kleinere spoorbruggenbruggen over Rijn, Waal, Lek en IJssel zouden de ijsafvoer kunnen bemoeilijken en zo voor grote rampen zorgen. De laatste grote overstromingen van 1855 in het rivierengebied lagen nog vers in het geheugen, en men was beducht voor een herhaling, die inderdaad in 1861 zou komen, maar waarbij de spoorbruggen niet de schuldigen waren.[[Noten TIN19-2-H7#7-63|<sup>[63]</sup>]] |
Men achtte overbrugging van de grote rivieren technisch eigenlijk niet mogelijk. Had niet een autoriteit als Sir John Rennie bij het zien van de Waal bij Nijmegen vol kruiend ijs uitgeroepen dat een dergelijke rivier nooit overbrugd zou kunnen worden?[[Noten TIN19-2-H7#7-64|<sup>[64]</sup>]] | Men achtte overbrugging van de grote rivieren technisch eigenlijk niet mogelijk. Had niet een autoriteit als Sir John Rennie bij het zien van de Waal bij Nijmegen vol kruiend ijs uitgeroepen dat een dergelijke rivier nooit overbrugd zou kunnen worden?[[Noten TIN19-2-H7#7-64|<sup>[64]</sup>]] | ||
En helemaal ongelijk had men niet; de dijken waren inderdaad zwak, de grote verbeteringen aan de rivieren moesten nog beginnen en kruiend ijs was vaak de oorzaak van dijkbreuken. Elke hindernis die aan de afvoer van het ijs in de weg zou worden gelegd was daarom een potentiële oorzaak van overstromingen. | En helemaal ongelijk had men niet; de dijken waren inderdaad zwak, de grote verbeteringen aan de rivieren moesten nog beginnen en kruiend ijs was vaak de oorzaak van dijkbreuken. Elke hindernis die aan de afvoer van het ijs in de weg zou worden gelegd was daarom een potentiële oorzaak van overstromingen. | ||
Regel 37: | Regel 37: | ||
Als concessie aan de liberalen onder Thorbecke werd nog in de voorstellen opgenomen dat de wijze van exploitatie later bij wet geregeld zou worden. Op 27 juli 1860 werden de regeringsvoorstellen met 49 tegen 23 stemmen aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 17 augustus van dat jaar met 34 voor en 6 tegen haar fiat aan de wet gaf, waardoor 800 km spoorlijn door de staat zou worden aangelegd. | Als concessie aan de liberalen onder Thorbecke werd nog in de voorstellen opgenomen dat de wijze van exploitatie later bij wet geregeld zou worden. Op 27 juli 1860 werden de regeringsvoorstellen met 49 tegen 23 stemmen aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 17 augustus van dat jaar met 34 voor en 6 tegen haar fiat aan de wet gaf, waardoor 800 km spoorlijn door de staat zou worden aangelegd. | ||
− | Bij nader inzien vond men toch ook een lijn Arnhem-Nijmegen nodig, en daar particulieren niet in staat waren een dergelijke kostbare lijn met twee bruggen over de Waal en Rijn te doen bouwen, stelde de regering in 1873 voor deze lijn ook van staatswege te doen aanleggen. Nijmegen was al sinds 1865 met Kleve verbonden door de Rheinische Eisenbahn, maar had nog altijd geen verbinding met het Nederlandse spoorwegnet. Zonder veel tegenstand werd ook dit voorstel aangenomen. | + | Bij nader inzien vond men toch ook een lijn Arnhem-Nijmegen nodig, en daar particulieren niet in staat waren een dergelijke kostbare lijn met [[De aanleg van diverse kleinere spoorbruggen|'''twee bruggen over de Waal en Rijn''']] te doen bouwen, stelde de regering in 1873 voor deze lijn ook van staatswege te doen aanleggen. Nijmegen was al sinds 1865 met Kleve verbonden door de Rheinische Eisenbahn, maar had nog altijd geen verbinding met het Nederlandse spoorwegnet. Zonder veel tegenstand werd ook dit voorstel aangenomen. |