|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
− | | + | Rond 1914 kende de stad een breed scala aan transport en verkeer. Het paard speelde nog altijd een belangrijke rol, zowel bij het vrachtvervoer als bij het vervoer van personen, bijvoorbeeld met de paardenkoets. De fiets was er niet alleen voor recreatieve doeleindenm naar ook voor zakelijk gebruik, getuige de bakkers/slagersknecht. Daarnaas is voetverkeer aanwezig: flanerend, maar tevens ook in de vorm van arbeid: de orgelman en de handkar. Elektrische tram en taxi hebben een plaats tussen de benzineauto's, hier op het Amsterdamse Rembrandtplein. |