De auto na 1945: Het functionele avontuur
Van Techniek in Nederland
Regel 3: | Regel 3: | ||
− | Dat het doe-het-zelven niet tot de [[Begrippenlijst#Volkswijken|volkswijken]] beperkt bleef, bewijst de praktijkcursus ‘Pech Onderweg’ die de [[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|'''ANWB''']] in 1961 voor leden en niet-leden ontwikkelde. Na acht jaar hadden meer dan 60.000 Nederlanders de cursus gevolgd. Op het hoogtepunt ervan, kort voordat in 1966 een dertiendelige Teleac-versie op televisie verscheen, gaven 85 ‘instructeurs’ (gerecruteerd uit de Wegenwacht) les in meer dan 50 steden aan bijna 12.000 cursisten. In 1980, toen de 150.000ste cursist werd ingeschreven, bestond de helft uit vrouwen die het onderricht in het klein onderhoud en het verhelpen van kleine storingen verkozen boven de eveneens door de ANWB aangeboden skicursus. | + | Dat het doe-het-zelven niet tot de [[Begrippenlijst#Volkswijken|volkswijken]] beperkt bleef, bewijst de praktijkcursus ‘Pech Onderweg’ die de [[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|'''ANWB''']] in 1961 voor leden en niet-leden ontwikkelde. Na acht jaar hadden meer dan 60.000 Nederlanders de cursus gevolgd. Op het hoogtepunt ervan, kort voordat in 1966 een dertiendelige Teleac-versie op televisie verscheen, gaven 85 ‘instructeurs’ (gerecruteerd uit de [[De auto na 1945: Wederopbouw van het autoverkeer|'''Wegenwacht''']]) les in meer dan 50 steden aan bijna 12.000 cursisten. In 1980, toen de 150.000ste cursist werd ingeschreven, bestond de helft uit vrouwen die het onderricht in het klein onderhoud en het verhelpen van kleine storingen verkozen boven de eveneens door de ANWB aangeboden skicursus. |
[[afbeelding: wegenwacht_1946_motor.jpg|left|200px|thumb|Motorfiets van de Wegenwacht]]De plotseling optredende storing kon echter niet worden uitgebannen met een grotere onderhoudsvriendelijkheid, een volwassen garage-infrastructuur, de veiligheidskeuringen van BOVAG en ANWB en de opbloei van het doe-het-zelven. Dit (weliswaar afnemend) [[Begrippenlijst#Residu|residu]] aan technische onbetrouwbaarheid vormde in feite de kern van de naoorlogse ontwikkeling van de ANWB. Op 15 april 1946 trokken de eerste geel-zwarte motorfietsen van de Wegenwacht onder grote belangstelling van pers en overheid van het Haagse Binnenhof naar Utrecht. De exploitatie van het praatpalennet werd in 1968, één jaar voordat het aantal Wegenwachtleden de één miljoen zou bereiken, na een interdepartementale machtsstrijd aan de ANWB gegund. Wel nam het aantal pechgevallen per Wegenwachtlid voortdurend af. In de jaren veertig riep elk lid gemiddeld eenmaal per jaar de hulp in van de Wegenwacht, begin jaren zeventig was dat nog slechts 20% van de leden. | [[afbeelding: wegenwacht_1946_motor.jpg|left|200px|thumb|Motorfiets van de Wegenwacht]]De plotseling optredende storing kon echter niet worden uitgebannen met een grotere onderhoudsvriendelijkheid, een volwassen garage-infrastructuur, de veiligheidskeuringen van BOVAG en ANWB en de opbloei van het doe-het-zelven. Dit (weliswaar afnemend) [[Begrippenlijst#Residu|residu]] aan technische onbetrouwbaarheid vormde in feite de kern van de naoorlogse ontwikkeling van de ANWB. Op 15 april 1946 trokken de eerste geel-zwarte motorfietsen van de Wegenwacht onder grote belangstelling van pers en overheid van het Haagse Binnenhof naar Utrecht. De exploitatie van het praatpalennet werd in 1968, één jaar voordat het aantal Wegenwachtleden de één miljoen zou bereiken, na een interdepartementale machtsstrijd aan de ANWB gegund. Wel nam het aantal pechgevallen per Wegenwachtlid voortdurend af. In de jaren veertig riep elk lid gemiddeld eenmaal per jaar de hulp in van de Wegenwacht, begin jaren zeventig was dat nog slechts 20% van de leden. |