Goederen- en passagiersvervoer rond 1900
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[afbeelding:Station_oudenbosch_1905.jpg|thumb|350px|Station Oudenbosch in 1905.]]Bij het goederenvervoer voorzagen het spoor en de binnenvaart vrijwel geheel in de [[Transportrevolutie in de tweede helft van de 19-e eeuw|'''vervoersbehoefte''']] die ontstond door de | + | [[afbeelding:Station_oudenbosch_1905.jpg|thumb|350px|Station Oudenbosch in 1905.]]Bij het goederenvervoer voorzagen het spoor en de binnenvaart vrijwel geheel in de [[Transportrevolutie in de tweede helft van de 19-e eeuw|'''vervoersbehoefte''']] die ontstond door de economie. Zelfs de tram ging steeds meer goederen vervoeren: 1,4 miljoen ton in 1910, tegen 1,7 miljoen ton in het (eveneens voornamelijk lokale en regionale) vervoer over de weg. Vergeleken bij de goederenvervoersprestatie per trein (in ton-km), bleef de prestatie per tram echter vanwege de korte vervoersafstanden bescheiden: in 1912 bedroeg het aandeel circa 11%, al nam het tot halverwege de jaren twintig geleidelijk toe tot ongeveer 16%.[[Noten H2#2-18|<sup>[18]</sup>]] Het vervoer over de weg werd voornamelijk uitgevoerd met paard en wagen, de vrachtauto had tot de Eerste Wereldoorlog geen aantoonbare invloed.[[Noten H2#2-19|<sup>[19]</sup>]] |