Het Beiers bier in Nederland
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Afgezien van een aantal kleinere bedrijven, die in de jaren veertig en vijftig veelal kortstondig en kennelijk zonder succes <Beijersch bier> trachtten te brouwen, was de Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij de eerste grote brouwerij in ons land die volgens de ondergistende methode werkte. De geslaagde start van het bedrijf toonde aan dat voor een succesvolle introductie van deze brouwwijze een samenhangend geheel van vernieuwingen op financieel, technisch en leidinggevend terrein nodig was.[[Afbeelding:Berlijn_Hulpmiddelen_om_bier_te_brouwen_1814.jpg|thumb|left| | + | Afgezien van een aantal kleinere bedrijven, die in de jaren veertig en vijftig veelal kortstondig en kennelijk zonder succes <Beijersch bier> trachtten te brouwen, was de Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij de eerste grote brouwerij in ons land die volgens de ondergistende methode werkte. De geslaagde start van het bedrijf toonde aan dat voor een succesvolle introductie van deze brouwwijze een samenhangend geheel van vernieuwingen op financieel, technisch en leidinggevend terrein nodig was.[[Afbeelding:Berlijn_Hulpmiddelen_om_bier_te_brouwen_1814.jpg|thumb|left|250px|Hulpmiddelen om bier te brouwen]] |
− | De in Amsterdam gevestigde onderneming _ de eerste nv in de brouwwereld _ werd in 1864 opgericht met een maatschappelijk kapitaal van 1.000.000, waarvan voorlopig 500 aandelen à 1000 aan toonder werden uitgegeven. De aandeelhouders waren allen of vrijwel allen Nederlanders, maar de technische know how lag bij een van de vier directeuren, de Neurenberger H. Henninger.(45)De Koninklijke Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij begon in 1867, na de wijziging van de accijnswetgeving met de produktie en was de eerste moderne brouwerij in ons land. Het bedrijf werkte met een omvangrijk kapitaal en relatief weinig arbeiders (ongeveer 50 in de jaren zeventig), maar met een voor de biernijverheid groot stoomvermogen (een machine van 20 pk en twee ketels voor verwarmingsdoeleinden). Opmerkelijk genoeg heeft de brouwerij slechts in de beginperiode, toen men een zekere monopoliepositie had bij de produktie van ondergistend bier in Nederland, met een goed financieel resultaat gewerkt. Het eerste jaar werd zelfs een dividend van 130 per aandeel van 1000 uitgekeerd. Daarna waren de resultaten matig. In 1927 is de Koninklijke Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij geliquideerd. Als oorzaak van deze gang van zaken wordt genoemd het onvermogen om voldoende kapitaal voor vernieuwingen aan te trekken _ wellicht ten gevolge van een minder goed beheer van het bedrijf.(46) | + | De in Amsterdam gevestigde onderneming _ de eerste nv in de brouwwereld _ werd in 1864 opgericht met een maatschappelijk kapitaal van 1.000.000, waarvan voorlopig 500 aandelen à 1000 aan toonder werden uitgegeven. De aandeelhouders waren allen of vrijwel allen Nederlanders, maar de technische know how lag bij een van de vier directeuren, de Neurenberger H. Henninger.(45)De Koninklijke Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij begon in 1867, na de wijziging van de accijnswetgeving met de produktie en was de eerste moderne brouwerij in ons land. Het bedrijf werkte met een omvangrijk kapitaal en relatief weinig arbeiders (ongeveer 50 in de jaren zeventig), maar met een voor de biernijverheid groot stoomvermogen (een machine van 20 pk en twee ketels voor verwarmingsdoeleinden). Opmerkelijk genoeg heeft de brouwerij slechts in de beginperiode, toen men een zekere monopoliepositie had bij de produktie van ondergistend bier in Nederland, met een goed financieel resultaat gewerkt. Het eerste jaar werd zelfs een dividend van 130 per aandeel van 1000 uitgekeerd. Daarna waren de resultaten matig. In 1927 is de Koninklijke Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij geliquideerd. Als oorzaak van deze gang van zaken wordt genoemd het onvermogen om voldoende kapitaal voor vernieuwingen aan te trekken _ wellicht ten gevolge van een minder goed beheer van het bedrijf.(46) [[Afbeelding:Adam_Beiersch_bierbrouwerij_1885.jpg|thumb|240px|right|Overzicht Bierbrouwerij fabriekscomplex]] |
Een andere brouwer volgde spoedig het voorbeeld van de <Koninklijke>. Het was Gerard Adriaan Heineken, de eigenaar van de bekende Amsterdamse brouwerij De Hooiberg. Hij had dit bedrijf, dat al bij de toepassing van stoomkracht ter sprake is gekomen, in 1863 voor ruim 80.000 gekocht. Heineken was toen pas 22 jaar en had geen enkele ervaring in het brouwersvak. Hij koos voor deze tak van nijverheid omdat er bij goed beheer grote winsten te maken waren. | Een andere brouwer volgde spoedig het voorbeeld van de <Koninklijke>. Het was Gerard Adriaan Heineken, de eigenaar van de bekende Amsterdamse brouwerij De Hooiberg. Hij had dit bedrijf, dat al bij de toepassing van stoomkracht ter sprake is gekomen, in 1863 voor ruim 80.000 gekocht. Heineken was toen pas 22 jaar en had geen enkele ervaring in het brouwersvak. Hij koos voor deze tak van nijverheid omdat er bij goed beheer grote winsten te maken waren. | ||
De protestantse familie Heineken was afkomstig uit het Noordduitse Bremen, van waaruit twee zoons rond 1750 naar Nederland vertrokken voor het volgen van een theologische opleiding. Een van hen, Nicolaas, werd ten slotte hoogleraar in de wijsbegeerte in Deventer. De ander, Didericus, vestigde zich als predikant in Elburg. Een zoon van deze Didericus vertrok aan het eind van de achttiende eeuw naar Amsterdam, waar hij een goed lopend exportbedrijf van boter en kaas stichtte. In dit bedrijf was waarschijnlijk ook Gerard Adriaans vader Cornelis enige tijd werkzaam. Een jaar nadat zijn vader in 1862 overleed kocht Heineken jr. De Hooiberg.(47) | De protestantse familie Heineken was afkomstig uit het Noordduitse Bremen, van waaruit twee zoons rond 1750 naar Nederland vertrokken voor het volgen van een theologische opleiding. Een van hen, Nicolaas, werd ten slotte hoogleraar in de wijsbegeerte in Deventer. De ander, Didericus, vestigde zich als predikant in Elburg. Een zoon van deze Didericus vertrok aan het eind van de achttiende eeuw naar Amsterdam, waar hij een goed lopend exportbedrijf van boter en kaas stichtte. In dit bedrijf was waarschijnlijk ook Gerard Adriaans vader Cornelis enige tijd werkzaam. Een jaar nadat zijn vader in 1862 overleed kocht Heineken jr. De Hooiberg.(47) |