Suikerraffinaderij en bietsuikerindustrie
Van Techniek in Nederland
Regel 6: | Regel 6: | ||
In Amsterdam verschaften de stoomraffinaderijen aan honderden arbeiders werk, want ondanks nieuwe werkwijzen bleef er nog veel en zwaar handwerk te verrichten. De werkgelegenheid op het platteland werd ook bevorderd door de grote fabrieken. Zo'n dertig bedrijven hadden elk tijdens de wintermaanden honderdvijftig of meer arbeiders in dienst om bieten te sjouwen vanuit scheepsruimen naar de fabriek. Honderden schepen voeren in het najaar heen en weer tussen akkers en fabrieken, juist in een periode dat de binnenscheepvaart weinig andere vracht had. In het voorjaar en de zomer kwamen daar nog bij de afvoer van suiker en bietenpulp en de aanvoer van steenkool en kalksteen, die voor het begin van de campagne in grote bergen naast de fabrieken werden opgeslagen. | In Amsterdam verschaften de stoomraffinaderijen aan honderden arbeiders werk, want ondanks nieuwe werkwijzen bleef er nog veel en zwaar handwerk te verrichten. De werkgelegenheid op het platteland werd ook bevorderd door de grote fabrieken. Zo'n dertig bedrijven hadden elk tijdens de wintermaanden honderdvijftig of meer arbeiders in dienst om bieten te sjouwen vanuit scheepsruimen naar de fabriek. Honderden schepen voeren in het najaar heen en weer tussen akkers en fabrieken, juist in een periode dat de binnenscheepvaart weinig andere vracht had. In het voorjaar en de zomer kwamen daar nog bij de afvoer van suiker en bietenpulp en de aanvoer van steenkool en kalksteen, die voor het begin van de campagne in grote bergen naast de fabrieken werden opgeslagen. | ||
Het grootst was de betekenis van de bietsuikerindustrie voor de akkerbouw. In eerste instantie moest de fabrikant met veel geld over de brug komen om contracten af te sluiten. Geheel onverwacht werd de fabrikant in de kaart gespeeld door de internationale ontwikkelingen op de graanmarkt aan het eind van de jaren zeventig. Tijdens de daaruit voortvloeiende malaise in de akkerbouw bleef de suikerbiet als vrijwel enig gewas over, waar de boer nog ongeveer 300 per ha voor kon krijgen. De toename in graanopbrengst, die in vrijwel alle landbouwpublikaties werd geschetst als neveneffect van bietenteelt, is bij gebrek aan bronnen niet direct te constateren, maar zal er zeker zijn geweest. Helaas hebben de boeren daar niet het financiële voordeel uit kunnen halen dat hun voor ogen stond: de dalende tarweprijzen compenseerden ruimschoots de grotere opbrengst. Inmiddels had de suikerbiet een onmisbare plaats verworven op de kleigronden, maar het zou tot het begin van de twintigste eeuw duren voordat er een coöperatieve suikerindustrie ontstond. Niettemin mogen we stellen dat de bietenteelt de boeren bewust heeft gemaakt van andere methoden van landbewerking. | Het grootst was de betekenis van de bietsuikerindustrie voor de akkerbouw. In eerste instantie moest de fabrikant met veel geld over de brug komen om contracten af te sluiten. Geheel onverwacht werd de fabrikant in de kaart gespeeld door de internationale ontwikkelingen op de graanmarkt aan het eind van de jaren zeventig. Tijdens de daaruit voortvloeiende malaise in de akkerbouw bleef de suikerbiet als vrijwel enig gewas over, waar de boer nog ongeveer 300 per ha voor kon krijgen. De toename in graanopbrengst, die in vrijwel alle landbouwpublikaties werd geschetst als neveneffect van bietenteelt, is bij gebrek aan bronnen niet direct te constateren, maar zal er zeker zijn geweest. Helaas hebben de boeren daar niet het financiële voordeel uit kunnen halen dat hun voor ogen stond: de dalende tarweprijzen compenseerden ruimschoots de grotere opbrengst. Inmiddels had de suikerbiet een onmisbare plaats verworven op de kleigronden, maar het zou tot het begin van de twintigste eeuw duren voordat er een coöperatieve suikerindustrie ontstond. Niettemin mogen we stellen dat de bietenteelt de boeren bewust heeft gemaakt van andere methoden van landbewerking. | ||
− |