Voorlichting en consumentenbescherming
Van Techniek in Nederland
Regel 6: | Regel 6: | ||
De dames van de NVvH stelden zich op als bemiddelaar tussen huisvrouwen (consumenten) en bedrijven. Weliswaar deelden ze de rationele ideologie met de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, maar tegelijkertijd verweten ze hun een absoluut gebrek aan huishoudelijke praktijkervaring. Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de NVvH in 1926 het Instituut Voor Huishoudtechnisch Advies (IVHA) oprichtte. Het doel ervan was artikelen op hun bruikbaarheid te testen en na goedkeuring te voorzien van een keurmerk, geen vreemde gedachte in een tijdvak waarin het streven naar controle, erkenning en standaardisering van innovaties groot was.(24)Het NVvH-keurmerk kreeg, net als het Rijksboterkeurmerk en vele merkartikelen van voedingsmiddelenfabrikanten, grote bekendheid. In 1935 werd de NVvH zelfs op grond van ‘bewezen deskundigheid’ ingeschakeld bij de voorbereiding van het Jam- en Limonadebesluit in de Warenwet. Toch moest de vereniging uiteindelijk het complexe terrein van de controle op voedingsmiddelen aan de Keuringsdiensten laten.(25)Onderzoek naar voedselkwaliteit door consumenten kwam pas na de Tweede Wereldoorlog weer tot ontwikkeling, met de oprichting van de Consumentenbond in 1954. [[Afbeelding:05_G357_V_3_3.JPG|thumb|left|365px|Een reclameprentbrief waarop aangespoord wordt om meer brood te eten voor de eigen gezondheid.]] | De dames van de NVvH stelden zich op als bemiddelaar tussen huisvrouwen (consumenten) en bedrijven. Weliswaar deelden ze de rationele ideologie met de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, maar tegelijkertijd verweten ze hun een absoluut gebrek aan huishoudelijke praktijkervaring. Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat de NVvH in 1926 het Instituut Voor Huishoudtechnisch Advies (IVHA) oprichtte. Het doel ervan was artikelen op hun bruikbaarheid te testen en na goedkeuring te voorzien van een keurmerk, geen vreemde gedachte in een tijdvak waarin het streven naar controle, erkenning en standaardisering van innovaties groot was.(24)Het NVvH-keurmerk kreeg, net als het Rijksboterkeurmerk en vele merkartikelen van voedingsmiddelenfabrikanten, grote bekendheid. In 1935 werd de NVvH zelfs op grond van ‘bewezen deskundigheid’ ingeschakeld bij de voorbereiding van het Jam- en Limonadebesluit in de Warenwet. Toch moest de vereniging uiteindelijk het complexe terrein van de controle op voedingsmiddelen aan de Keuringsdiensten laten.(25)Onderzoek naar voedselkwaliteit door consumenten kwam pas na de Tweede Wereldoorlog weer tot ontwikkeling, met de oprichting van de Consumentenbond in 1954. [[Afbeelding:05_G357_V_3_3.JPG|thumb|left|365px|Een reclameprentbrief waarop aangespoord wordt om meer brood te eten voor de eigen gezondheid.]] | ||
Andere voorlichtingsinstanties ontsproten aan de noodsituatie van de economische crisis en werden deels door de overheid gesubsidieerd. Leden van de NVvH of kook- en huishoudleraressen verrichtten daarbij het voorlichtende werk. Vanwege de bestaande grote verschillen in leefwijze en eetgewoonten tussen stad en platteland, bleek het noodzakelijk twee verschillende instanties in het leven te roepen. De Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en Gezinsleiding uit 1934 was gericht op de stad, terwijl de Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande uit 1935 de agrarische huishoudens ten dienste stond.(26) | Andere voorlichtingsinstanties ontsproten aan de noodsituatie van de economische crisis en werden deels door de overheid gesubsidieerd. Leden van de NVvH of kook- en huishoudleraressen verrichtten daarbij het voorlichtende werk. Vanwege de bestaande grote verschillen in leefwijze en eetgewoonten tussen stad en platteland, bleek het noodzakelijk twee verschillende instanties in het leven te roepen. De Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en Gezinsleiding uit 1934 was gericht op de stad, terwijl de Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande uit 1935 de agrarische huishoudens ten dienste stond.(26) | ||
− | In deze huishoudelijke voorlichtingsactiviteiten, gericht op modernisering, nam de voedselkeuze en -bereiding een belangrijke plaats in. Opvattingen over voeding, hygiëne en gezondheid breidden zich in deze fase uit met de nieuwe inzichten over vitamines. Vele demonstraties, tentoonstellingen, lokale of mobiele cursussen - de ‘reizende keuken’ bijvoorbeeld - in de jaren twintig en dertig waren specifiek op voeding gericht, maar een permanent voorlichtingsinstituut voor dat doel bestond niet. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gaf de stoot tot de oprichting, in 1941, van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding van de Voedingsraad. Ook de Voedingsraad zelf, in 1940 begonnen als Commissie van de Gezondheidsraad, had zijn ontstaan te danken aan de oorlog.(27)De gedachte van een voorlichtingsbureau op het gebied van voeding en gezondheid was niet nieuw. Consultatiebureaus voor zuigelingen bestonden al sinds het begin van de twintigste eeuw, met het doel moeders te adviseren over de groei van en de juiste voeding (borst en fles) voor hun baby’s en jonge kinderen. Bij het Voorlichtingsbureau voor de Voeding werkten naast de kookleraressen ook gespecialiseerde diëtisten. Voor vrouwen ontstonden zo nieuwe beroepen op het terrein van de voeding en voedingsvoorlichting. Ze vertaalden de academische en semi-academische kennis over moderne en verantwoorde voeding naar de huisvrouwen in de keuken. Regels voor ‘moderne’ voedselconsumptie kwamen echter niet alleen van deze non profit-zijde. | + | In deze huishoudelijke voorlichtingsactiviteiten, gericht op modernisering, nam de voedselkeuze en -bereiding een belangrijke plaats in. Opvattingen over voeding, hygiëne en gezondheid breidden zich in deze fase uit met de nieuwe inzichten over vitamines. Vele demonstraties, tentoonstellingen, lokale of mobiele cursussen - de ‘reizende keuken’ bijvoorbeeld - in de jaren twintig en dertig waren specifiek op voeding gericht, maar een permanent voorlichtingsinstituut voor dat doel bestond niet. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gaf de stoot tot de oprichting, in 1941, van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding van de Voedingsraad. Ook de Voedingsraad zelf, in 1940 begonnen als [[Voedselvoorziening tijdens de oorlog|'''Commissie van de Gezondheidsraad''']], had zijn ontstaan te danken aan de oorlog.(27)De gedachte van een voorlichtingsbureau op het gebied van voeding en gezondheid was niet nieuw. Consultatiebureaus voor zuigelingen bestonden al sinds het begin van de twintigste eeuw, met het doel moeders te adviseren over de groei van en de juiste voeding (borst en fles) voor hun baby’s en jonge kinderen. Bij het Voorlichtingsbureau voor de Voeding werkten naast de kookleraressen ook gespecialiseerde diëtisten. Voor vrouwen ontstonden zo nieuwe beroepen op het terrein van de voeding en voedingsvoorlichting. Ze vertaalden de academische en semi-academische kennis over moderne en verantwoorde voeding naar de huisvrouwen in de keuken. Regels voor ‘moderne’ voedselconsumptie kwamen echter niet alleen van deze non profit-zijde. |