De stoomkorenmolen van Cantillon

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 6: Regel 6:
 
Cantillon had hoge verwachtingen van zijn bedrijf. Nog voordat het in werking trad, vroeg zijn zoon toestemming om - indien nodig - 's nachts en op zon  en feestdagen door te mogen werken. De molen moest zoveel mogelijk onafgebroken in bedrijf zijn, daar het opstarten van de stoomketel een kostbare zaak was.[[Noten H2#2-24|<sup>[24]</sup>]] Ook bouwde Cantillon in hetzelfde jaar dat zijn stenen begonnen te malen, nog eenzelfde produktie eenheid erbij. In principe kon de maalderij - naar zijn zeggen - 3000 ton graan per jaar vermalen, dat wil zeggen vijf à zes maal zo veel als een grote windkorenmolen.   
 
Cantillon had hoge verwachtingen van zijn bedrijf. Nog voordat het in werking trad, vroeg zijn zoon toestemming om - indien nodig - 's nachts en op zon  en feestdagen door te mogen werken. De molen moest zoveel mogelijk onafgebroken in bedrijf zijn, daar het opstarten van de stoomketel een kostbare zaak was.[[Noten H2#2-24|<sup>[24]</sup>]] Ook bouwde Cantillon in hetzelfde jaar dat zijn stenen begonnen te malen, nog eenzelfde produktie eenheid erbij. In principe kon de maalderij - naar zijn zeggen - 3000 ton graan per jaar vermalen, dat wil zeggen vijf à zes maal zo veel als een grote windkorenmolen.   
 
Deze produktie vereiste een groot afzetgebied. Om klanten te werven, probeerde Cantillon zijn maalloon scherp te stellen. In Amsterdam gold als tarief 85 ct. per mud tarwe en 82,5 ct. per mud rogge. Cantillon vroeg echter 73 ct. en 50 ct. De reactie van de windkorenmolenaars bleef niet uit. Zij begonnen onder de prijs van Cantillon te werken. Cantillon trachtte nog tevergeefs het tij te keren en tot overleg met de molenaars te komen. Deze weigerden resoluut en wezen het verzoek  naar zijn zeggen - vijandig en 'op zeer onheusche wijze' af.[[Noten H2#2-25|<sup>[25]</sup>]]  
 
Deze produktie vereiste een groot afzetgebied. Om klanten te werven, probeerde Cantillon zijn maalloon scherp te stellen. In Amsterdam gold als tarief 85 ct. per mud tarwe en 82,5 ct. per mud rogge. Cantillon vroeg echter 73 ct. en 50 ct. De reactie van de windkorenmolenaars bleef niet uit. Zij begonnen onder de prijs van Cantillon te werken. Cantillon trachtte nog tevergeefs het tij te keren en tot overleg met de molenaars te komen. Deze weigerden resoluut en wezen het verzoek  naar zijn zeggen - vijandig en 'op zeer onheusche wijze' af.[[Noten H2#2-25|<sup>[25]</sup>]]  
Daarna werden de berichten over de stoomkorenmolen schaars. Cantillon redde het niet. De maximaal haalbare produktie bereikte hij bij lange niet. In 1842 gaf B.H. Zwart, stoomkorenmolenaar en zeepzieder in Weesp, zijn visie op de teloorgang van Cantillons molen. Die werkte toen al jaren niet meer, 'daar de stoommachine daartoe ten eenenmale ongeschikt was, en de ondernemers zelf geene genoegzame kennis hadden hoedanig met zulk een machine te werken. Deze Molen [heeft] dan ook sedert langen tijd opgehouden te werken, en [zal] vermoedelijk nimmer weder in werking komen, nu de deelgenoten zints jaren onderling zich in processen hebben gewikkeld en in oneenigheden zijn geraakt'. Zwart wees vervolgens op de noodzaak van een voldoende meelvoorziening in tijden van windstilte, en verzocht om toestemming om zelf een stoomkorenmolen met zes paar stenen op Amsterdams grondgebied te beginnen.[[Noten H2#2-26|<sup>[26]</sup>]]
+
Daarna werden de berichten over de stoomkorenmolen schaars. Cantillon redde het niet. De maximaal haalbare produktie bereikte hij bij lange niet. In 1842 gaf B.H. Zwart, stoomkorenmolenaar en [[begrippenlijst#Zeepzieder|zeepzieder]] in Weesp, zijn visie op de teloorgang van Cantillons molen. Die werkte toen al jaren niet meer, 'daar de stoommachine daartoe ten eenenmale ongeschikt was, en de ondernemers zelf geene genoegzame kennis hadden hoedanig met zulk een machine te werken. Deze Molen [heeft] dan ook sedert langen tijd opgehouden te werken, en [zal] vermoedelijk nimmer weder in werking komen, nu de deelgenoten zints jaren onderling zich in processen hebben gewikkeld en in oneenigheden zijn geraakt'. Zwart wees vervolgens op de noodzaak van een voldoende meelvoorziening in tijden van windstilte, en verzocht om toestemming om zelf een stoomkorenmolen met zes paar stenen op Amsterdams grondgebied te beginnen.[[Noten H2#2-26|<sup>[26]</sup>]]

Versie op 30 aug 2007 16:05