Botervervalsing

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 17: Regel 17:
 
Nu was dat op zich niet zo'n probleem, zolang het voor de consument ook maar onmiskenbaar bleef dat hij geen echte boter kocht, maar 'kunstboter', [[De pioniers van de margarineindustrie|''''butterine'''']] of hoe het ook mocht heten. En juist dàt trachtten veel handelaren en het snel toenemend aantal 'kunstboterfabrikanten' in Nederland te verhullen. Veelzeggend is ook de mededeling in het Verslag van den Landbouw in Nederland uit 1873:
 
Nu was dat op zich niet zo'n probleem, zolang het voor de consument ook maar onmiskenbaar bleef dat hij geen echte boter kocht, maar 'kunstboter', [[De pioniers van de margarineindustrie|''''butterine'''']] of hoe het ook mocht heten. En juist dàt trachtten veel handelaren en het snel toenemend aantal 'kunstboterfabrikanten' in Nederland te verhullen. Veelzeggend is ook de mededeling in het Verslag van den Landbouw in Nederland uit 1873:
  
'De botermengfabrieken schijnen in bloei toe te nemen. Bij de beide met stoomkracht werkende mengerijen te [[De boterhandel van Jurgens en Van den Bergh|Oss]], is er een derde te Grave opgericht. Het is bekend dat men hier [[Zuivel in Zuid Nederland|'''Noordbrabantsche boter''']] uit de Meijerij en uit Peelland verkneedt en met uit Duitschland aangevoerde boter vermengt, om die dan, als Hollandsche boter, over Dordrecht en Rotterdam naar Londen te verzenden. De echte Hollandsche boter, evenwel, gaat zoodanig verwerkt naar Engeland, dat het nog zeer twijfelachtig is, welke van beide het meest den lageren prijs verdient waarop de Hollandsche, in vergelijking van de Friesche, aan de Londensche markt staat aangeschreven. De in 1874 zoozeer toegenomen invoer van boter over de Pruissische grenzen, voorziet voorzeker die Noordbrabantsche fabrieken'.[[Noten TIN19-1-H4#4-6|<sup>[6]</sup>]]  
+
'De botermengfabrieken schijnen in bloei toe te nemen. Bij de beide met stoomkracht werkende mengerijen te [[De boterhandel van Jurgens en Van den Bergh|Oss, is er een derde te Grave opgericht. Het is bekend dat men hier [[Zuivel in Zuid Nederland|'''Noordbrabantsche boter''']] uit de Meijerij en uit Peelland verkneedt en met uit Duitschland aangevoerde boter vermengt, om die dan, als Hollandsche boter, over Dordrecht en Rotterdam naar Londen te verzenden. De echte Hollandsche boter, evenwel, gaat zoodanig verwerkt naar Engeland, dat het nog zeer twijfelachtig is, welke van beide het meest den lageren prijs verdient waarop de Hollandsche, in vergelijking van de Friesche, aan de Londensche markt staat aangeschreven. De in 1874 zoozeer toegenomen invoer van boter over de Pruissische grenzen, voorziet voorzeker die Noordbrabantsche fabrieken'.[[Noten TIN19-1-H4#4-6|<sup>[6]</sup>]]  
 
[[Afbeelding:Botermouten_karnemelk_uit_boter_weg.jpg|thumb|360px|left|De karnemelk wordt uit de boter verwijderd]]
 
[[Afbeelding:Botermouten_karnemelk_uit_boter_weg.jpg|thumb|360px|left|De karnemelk wordt uit de boter verwijderd]]
  
In deze mengfabrieken werden niet alleen verschillende botersoorten dooreen gekneed. Juist in Oss waren Anton Jurgens en Simon van den Bergh sinds 1872 en 1873 begonnen met de fabricage van margarine-boter, een mengsel van boter en dierlijke en plantaardige vetten.  
+
In deze mengfabrieken werden niet alleen verschillende botersoorten dooreen gekneed. Juist in Oss waren [[De boterhandel van Jurgens en Van den Bergh|'''Anton Jurgens en Simon van den Bergh''']] sinds 1872 en 1873 begonnen met de fabricage van margarine-boter, een mengsel van boter en dierlijke en plantaardige vetten.  
  
 
In de jaren '80 kreeg Nederland op de Engelse botermarkt de reputatie van het kunstboterland bij uitstek te zijn. Het werd zelfs zo erg, dat een boterhandelaar uit Holland, die zijn zuivere, goede boter via Rotterdam uitvoerde naar Londen, van zijn vaste Londense groothandel het dringende advies kreeg om elke verwijzing naar Rotterdam op de vaten achterwege te laten. Die naam werd door de Engelse detailhandel zozeer geassocieerd met [[begrippenlijst#Versnijden|versneden]] boter en kunstboter, dat er ongeacht de werkelijke kwaliteit geen goede prijs voor te maken viel.[[Noten TIN19-1-H4#4-7|<sup>[7]</sup>]]   
 
In de jaren '80 kreeg Nederland op de Engelse botermarkt de reputatie van het kunstboterland bij uitstek te zijn. Het werd zelfs zo erg, dat een boterhandelaar uit Holland, die zijn zuivere, goede boter via Rotterdam uitvoerde naar Londen, van zijn vaste Londense groothandel het dringende advies kreeg om elke verwijzing naar Rotterdam op de vaten achterwege te laten. Die naam werd door de Engelse detailhandel zozeer geassocieerd met [[begrippenlijst#Versnijden|versneden]] boter en kunstboter, dat er ongeacht de werkelijke kwaliteit geen goede prijs voor te maken viel.[[Noten TIN19-1-H4#4-7|<sup>[7]</sup>]]   
Regel 34: Regel 34:
 
Het parlement boog zich over het punt dat margarine of 'mengboter' werd verkocht terwijl niet heel duidelijk was dat het geen 100% natuurboter betrof. De handel in die kunstboter was in de jaren '80 'geheel ingericht op bedrog, op den toeleg om de namaak voor het origineel te doen doorgaan. Bij de fabricage bootsen reeds de fabrikanten zooveel mogelijk smaak en kleur van boter na; bij de verpakking bezigt men bij voorkeur den vorm van kluiten en vaatjes, voor de natuurboter vanouds in zwang; bij het [[begrippenlijst#Uitventen|uitventen]] steekt men de [[begrippenlijst#Colporteren|colporteurs]] vaak in een boeren- of boerinnenpak, om het publiek toch maar in den waan te brengen, dat die lieden boter verkoopen.'[[Noten TIN19-1-H4#4-10|<sup>[10]</sup>]]
 
Het parlement boog zich over het punt dat margarine of 'mengboter' werd verkocht terwijl niet heel duidelijk was dat het geen 100% natuurboter betrof. De handel in die kunstboter was in de jaren '80 'geheel ingericht op bedrog, op den toeleg om de namaak voor het origineel te doen doorgaan. Bij de fabricage bootsen reeds de fabrikanten zooveel mogelijk smaak en kleur van boter na; bij de verpakking bezigt men bij voorkeur den vorm van kluiten en vaatjes, voor de natuurboter vanouds in zwang; bij het [[begrippenlijst#Uitventen|uitventen]] steekt men de [[begrippenlijst#Colporteren|colporteurs]] vaak in een boeren- of boerinnenpak, om het publiek toch maar in den waan te brengen, dat die lieden boter verkoopen.'[[Noten TIN19-1-H4#4-10|<sup>[10]</sup>]]
 
   
 
   
De Hollandsche Maatschappij van Landbouw nam in 1885 het initiatief tot de oprichting van de Vereeniging tot bestrijding van knoeierijen in de boterhandel. Binnen een jaar hadden zich hierbij ruim 900 boterbereiders en bona fide boterhandelaren aangesloten. Eén van haar doelen was 'te streven naar het verkrijgen van doelmatige wetten en verordeningen', wat inderdaad succes leek te hebben toen de regering op aandrang van de vereniging in 1886 een speciale commissie instelde. Het rapport van die commissie vormde de basis voor een wetsontwerp in 1888 en de eerste Boterwet van 23 juli 1889 (Staatsblad 82), 'houdende bepalingen tot voorkoming van bedrog in den boterhandel.'  [[Afbeelding:Tabel_4,2.jpg|thumb|330px|left]]
+
De Hollandsche Maatschappij van Landbouw nam in 1885 het initiatief tot de oprichting van de Vereeniging tot bestrijding van knoeierijen in de boterhandel. Binnen een jaar hadden zich hierbij ruim 900 boterbereiders en bona fide boterhandelaren aangesloten. Eén van haar doelen was 'te streven naar het verkrijgen van doelmatige wetten en verordeningen', wat inderdaad succes leek te hebben toen de regering op aandrang van de vereniging in 1886 een speciale commissie instelde. Het rapport van die commissie vormde de basis voor een wetsontwerp in 1888 en de eerste [[de Boterwet van 1889|'''Boterwet''']] van 23 juli 1889 (Staatsblad 82), 'houdende bepalingen tot voorkoming van bedrog in den boterhandel.'  [[Afbeelding:Tabel_4,2.jpg|thumb|330px|left]]
  
  

Versie op 22 apr 2008 10:42