Boterwetten in internationaal perspectief

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 8: Regel 8:
 
'''Denemarken en Frankrijk'''
 
'''Denemarken en Frankrijk'''
  
In Denemarken was al in 1885 een wet ingevoerd, waarbij bepaald werd dat alle kunstboter moest worden verpakt in tobbetjes (een soort vaten) van een bijzondere, dus van botervaten afwijkende, vorm. In Frankrijk was in 1887 een wet aangenomen, waarin het verbod was opgenomen om boter [[Begripppenlijst#Surrogaat|surrogaten]] te verkopen, wanneer niet op de verpakking de aanduiding 'margarine' of '[[begrippenlijst#Graisse-alimentaire|graisse alimentaire]]' was aangebracht. Hoe streng er daadwerkelijk werd gestraft, blijk uit enkele uitspraken die een rechtbank in Bayeux deed inzake kooplieden die een boter-margarinemengsel onder de naam boter hadden verkocht: twee mannen kregen drie, één kreeg vier maanden gevangenisstraf en enkele duizenden francs boete.[[Noten TIN19-1-H5#5-89|<sup>[89]</sup>]]
+
In Denemarken was al in 1885 een wet ingevoerd, waarbij bepaald werd dat alle kunstboter moest worden verpakt in tobbetjes (een soort vaten) van een bijzondere, dus van botervaten afwijkende, vorm. In Frankrijk was in 1887 een wet aangenomen, waarin het verbod was opgenomen om boter[[Begrippenlijst#Surrogaat|surrogaten]] te verkopen, wanneer niet op de verpakking de aanduiding 'margarine' of '[[begrippenlijst#Graisse-alimentaire|graisse alimentaire]]' was aangebracht. Hoe streng er daadwerkelijk werd gestraft, blijk uit enkele uitspraken die een rechtbank in Bayeux deed inzake kooplieden die een boter-margarinemengsel onder de naam boter hadden verkocht: twee mannen kregen drie, één kreeg vier maanden gevangenisstraf en enkele duizenden francs boete.[[Noten TIN19-1-H5#5-89|<sup>[89]</sup>]]
  
  
Regel 36: Regel 36:
 
De wetgeving was moeizaam en aarzelend tot stand gekomen, zij bleek in de praktijk niet doelmatig. Er kwam geen einde aan de mengpraktijken in de binnenlandse of buitenlandse boterhandel, wat vooral te wijten was aan de onvoldoende controle die de overheid kon uitoefenen.[[Noten TIN19-1-H5#5-91|<sup>[91]</sup>]]   
 
De wetgeving was moeizaam en aarzelend tot stand gekomen, zij bleek in de praktijk niet doelmatig. Er kwam geen einde aan de mengpraktijken in de binnenlandse of buitenlandse boterhandel, wat vooral te wijten was aan de onvoldoende controle die de overheid kon uitoefenen.[[Noten TIN19-1-H5#5-91|<sup>[91]</sup>]]   
  
Daarnaast bevatte de wet [[begrippenlijst#Lacunes|lacunes]], die een gericht optreden in de praktijk onmogelijk maakten. Daarvan profiteerden met name de zogenaamde potjesboeren, kleine handelaren die zich vaak voordeden als boeren en hun waar aan huis afleverden. Juist door deze groep werd vol overgave geknoeid en margarine voor boter verkocht, maar de wet van 1889 had hierop geen greep. Een nieuwe wet uit 1900 bracht later verbetering: de controle zou worden uitgeoefend door deskundige ambtenaren en de straffen werden zwaarder.
+
Daarnaast bevatte de wet [[begrippenlijst#Lacune|lacunes]], die een gericht optreden in de praktijk onmogelijk maakten. Daarvan profiteerden met name de zogenaamde potjesboeren, kleine handelaren die zich vaak voordeden als boeren en hun waar aan huis afleverden. Juist door deze groep werd vol overgave geknoeid en margarine voor boter verkocht, maar de wet van 1889 had hierop geen greep. Een nieuwe wet uit 1900 bracht later verbetering: de controle zou worden uitgeoefend door deskundige ambtenaren en de straffen werden zwaarder.
  
 
[[Afbeelding:Rdam_vdBergh_margarinefabr_centrifugelokaal.jpg|thumb|390px|left|Centrifugelokaal van de margarinefabriek]]
 
[[Afbeelding:Rdam_vdBergh_margarinefabr_centrifugelokaal.jpg|thumb|390px|left|Centrifugelokaal van de margarinefabriek]]
  
Voor de margarineindustrie heeft de Boterwet van 1889 nauwelijks negatieve gevolgen gehad. Van een teruggang in productie of afzet, zowel in binnen- als buitenland, is in de cijfers weinig terug te vinden.[[Noten TIN19-1-H5#5-92|<sup>[92]</sup>]]  Ongetwijfeld werd er nog steeds margarine als boter verkocht, want een jarenlange traditie van bedrog was niet met één pennenstreek uit te bannen, maar in het algemeen kan gezegd worden dat de margarinehandel het ook op eigen kracht en onder eigen vlag wist te redden. Unilever geschiedschrijver Ch. Wilson beweert zelfs:
+
Voor de [[De Nederlandse margarine industrie een eigenaardige ontwikkeling|'''margarineindustrie''']] heeft de Boterwet van 1889 nauwelijks negatieve gevolgen gehad. Van een teruggang in productie of afzet, zowel in binnen- als buitenland, is in de cijfers weinig terug te vinden.[[Noten TIN19-1-H5#5-92|<sup>[92]</sup>]]  Ongetwijfeld werd er nog steeds margarine als boter verkocht, want een jarenlange traditie van bedrog was niet met één pennenstreek uit te bannen, maar in het algemeen kan gezegd worden dat de margarinehandel het ook op eigen kracht en onder eigen vlag wist te redden. Unilever geschiedschrijver Ch. Wilson beweert zelfs:
  
 
'' 'In Engeland hadden de wetten van 1887 en 1907, verre van de margarinefabrikant belemmeringen in de weg te leggen, hem onbetwistbaar geholpen'.''[[Noten TIN19-1-H5#5-93|<sup>[93]</sup>]]  
 
'' 'In Engeland hadden de wetten van 1887 en 1907, verre van de margarinefabrikant belemmeringen in de weg te leggen, hem onbetwistbaar geholpen'.''[[Noten TIN19-1-H5#5-93|<sup>[93]</sup>]]  

Huidige versie van 3 apr 2008 om 15:16