De Boterwet van 1889

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 3: Regel 3:
 
Het rapport lokte een reactie uit van de Haagse kunstboterfabrikant dr. J. Mouton, die zich in de daaropvolgende jaren zou opwerpen als de integere pleitbezorger van de nieuwe industrie. In 1881 verscheen van zijn hand een brochure (in die tijd bij uitstek het voertuig voor polemiek), waarin hij de aantijgingen uit het rapport probeerde te [[begripppenlijst#Pareren|pareren]]. De beschuldiging dat de kunstboter schadelijk zou zijn voor de gezondheid, wist hij vrij gemakkelijk te weerleggen, aangezien die alleen gebaseerd bleek te zijn op vage geruchten uit de Verenigde Staten.
 
Het rapport lokte een reactie uit van de Haagse kunstboterfabrikant dr. J. Mouton, die zich in de daaropvolgende jaren zou opwerpen als de integere pleitbezorger van de nieuwe industrie. In 1881 verscheen van zijn hand een brochure (in die tijd bij uitstek het voertuig voor polemiek), waarin hij de aantijgingen uit het rapport probeerde te [[begripppenlijst#Pareren|pareren]]. De beschuldiging dat de kunstboter schadelijk zou zijn voor de gezondheid, wist hij vrij gemakkelijk te weerleggen, aangezien die alleen gebaseerd bleek te zijn op vage geruchten uit de Verenigde Staten.
 
In zijn opvatting dat margarineboter - deze term prefereerde hij - een gezond en voedzaam artikel was, werd Mouton gesteund door natuurkundig onderzoek. Wetenschappers van naam als prof. D. Grothe en prof. A. Mayer lieten artikelen verschijnen waarin zij de fabricage en samenstelling van het produkt analyseerden. Hun conclusie was dat goede margarineboter weinig voor natuurboter hoefde onder te doen, dat het in smaak wel achterbleef, maar in voedzaamheid en verteerbaarheid (een teer punt) ongeveer gelijk stond.
 
In zijn opvatting dat margarineboter - deze term prefereerde hij - een gezond en voedzaam artikel was, werd Mouton gesteund door natuurkundig onderzoek. Wetenschappers van naam als prof. D. Grothe en prof. A. Mayer lieten artikelen verschijnen waarin zij de fabricage en samenstelling van het produkt analyseerden. Hun conclusie was dat goede margarineboter weinig voor natuurboter hoefde onder te doen, dat het in smaak wel achterbleef, maar in voedzaamheid en verteerbaarheid (een teer punt) ongeveer gelijk stond.
Er lopen in de polemiek tot omstreeks 1885 twee discussies door elkaar: de ene betrof de veronderstelde schadelijkheid van het produkt kunstboter en de andere was de vermeende 'knoeierij' in de handel, dus het verkopen van surrogaat als echte boter. Net toen in Nederland de eerste discussie uitgewoed leek en in wetenschappelijke kring een aantal vooroordelen tegen de kunstboter terzijde waren gelegd, stak er opnieuw een storm van protest op. Dit verzet vond alweer zijn oorsprong in de Verenigde Staten en weer was Mouton present om de aanvallen af te slaan, die volgens hem en zijn medefabrikanten onterecht en belachelijk waren.
+
Er lopen in de [[begrippenlijst#Polemiek|polemiek]] tot omstreeks 1885 twee discussies door elkaar: de ene betrof de veronderstelde schadelijkheid van het produkt kunstboter en de andere was de vermeende 'knoeierij' in de handel, dus het verkopen van surrogaat als echte boter. Net toen in Nederland de eerste discussie uitgewoed leek en in wetenschappelijke kring een aantal vooroordelen tegen de kunstboter terzijde waren gelegd, stak er opnieuw een storm van protest op. Dit verzet vond alweer zijn oorsprong in de Verenigde Staten en weer was Mouton present om de aanvallen af te slaan, die volgens hem en zijn medefabrikanten onterecht en belachelijk waren.
 
Aanleiding voor de commotie was een rapport van een senaatscommissie van de staat New York uit 1884, die na onderzoek tot zeer vérstrekkende conclusies kwam: '[De] commissie is van oordeel, dat het vermeerderd aantal sterfgevallen in de Vereenigde Staten voor een deel te wijten is aan de slechte grondstoffen, die voor de kunstboter worden gebezigd, en dat geheel verbieden der fabrikatie van oleomargarine het eenige middel ter verbetering is.'[[Noten H2#2-77|<sup>[77]</sup>]]  Naar aanleiding van dit rapport en de enquête die eraan ten grondslag lag, werd in New York een wet aangenomen, de Act to prevent deception in sales of dairy products. In artikel 6 van deze wet was het verbod opgenomen om uit margarine achtige stoffen een artikel te bereiden, dat bestemd is om boter of kaas te vervangen. Voor de enquete commissie hadden verschillende personen verklaringen afgelegd over de vermeende schadelijkheid van kunstboter en oleomargarine en het gebruik van giftige stoffen.
 
Aanleiding voor de commotie was een rapport van een senaatscommissie van de staat New York uit 1884, die na onderzoek tot zeer vérstrekkende conclusies kwam: '[De] commissie is van oordeel, dat het vermeerderd aantal sterfgevallen in de Vereenigde Staten voor een deel te wijten is aan de slechte grondstoffen, die voor de kunstboter worden gebezigd, en dat geheel verbieden der fabrikatie van oleomargarine het eenige middel ter verbetering is.'[[Noten H2#2-77|<sup>[77]</sup>]]  Naar aanleiding van dit rapport en de enquête die eraan ten grondslag lag, werd in New York een wet aangenomen, de Act to prevent deception in sales of dairy products. In artikel 6 van deze wet was het verbod opgenomen om uit margarine achtige stoffen een artikel te bereiden, dat bestemd is om boter of kaas te vervangen. Voor de enquete commissie hadden verschillende personen verklaringen afgelegd over de vermeende schadelijkheid van kunstboter en oleomargarine en het gebruik van giftige stoffen.
  

Versie op 6 sep 2007 14:06