De Nederlandse boterhandel

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 25: Regel 25:
 
Sommigen meenden dat het vooral een kwestie was van laksheid bij de Friese boerinnen, de botermaaksters bij uitstek. Door de hoge prijzen van de laatste jaren waren ze zelfgenoegzaam geworden, voelden ze zich te goed om nog alle zorg aan hun taak te besteden. Die redenering werd echter zeker niet door iedereen als verklaring aanvaard.  
 
Sommigen meenden dat het vooral een kwestie was van laksheid bij de Friese boerinnen, de botermaaksters bij uitstek. Door de hoge prijzen van de laatste jaren waren ze zelfgenoegzaam geworden, voelden ze zich te goed om nog alle zorg aan hun taak te besteden. Die redenering werd echter zeker niet door iedereen als verklaring aanvaard.  
  
De meest toegankelijke gegevens van de Leeuwarder botermarkt hebben alleen betrekking op de maximumprijzen; daar is echter niet uit af te leiden hoevéél boter er voor die hoogste notering werd verkocht.[[Noten TIN19-1-H4#4-2|<sup>[2]</sup>]]
+
De meest toegankelijke gegevens van de Leeuwarder botermarkt hebben alleen betrekking op de maximumprijzen; daar is echter niet uit af te leiden hoevéél boter er voor die hoogste notering werd verkocht.[[Noten TIN19-1-H4#4-2|<sup>[2]</sup>]]
 +
 
 
Een sterke prijsdaling voor eerste kwaliteit boter is pas zichtbaar in 1885. De klachten over de afnemende kwaliteit van de Friese boter op de Londense markt dateerden echter al van minstens tien jaar eerder. Ook het aantal vaten dat in Leeuwarden en op andere Friese botermarkten in de categorie 'eerste keus' viel, was volgens waarnemers al voor 1885 teruggelopen. Dat zou dus toch op een gemiddelde kwaliteitsdaling kunnen duiden. Het was moeilijk te geloven dat de Friese boerinnen in korte tijd en als collectief hun ambachtelijke vaardigheden overboord hadden gezet.
 
Een sterke prijsdaling voor eerste kwaliteit boter is pas zichtbaar in 1885. De klachten over de afnemende kwaliteit van de Friese boter op de Londense markt dateerden echter al van minstens tien jaar eerder. Ook het aantal vaten dat in Leeuwarden en op andere Friese botermarkten in de categorie 'eerste keus' viel, was volgens waarnemers al voor 1885 teruggelopen. Dat zou dus toch op een gemiddelde kwaliteitsdaling kunnen duiden. Het was moeilijk te geloven dat de Friese boerinnen in korte tijd en als collectief hun ambachtelijke vaardigheden overboord hadden gezet.
  
Regel 37: Regel 38:
 
Maar men wist evenzeer dat, dichter bij huis, de handel niet vrijuit ging met betrekking tot het reputatieverlies van de Friese boter. De boterhandel die tussen botermaker en consument stond, was een lange keten. De Friese boeren zagen slechts een deel terug van de hoge prijzen die in Londen voor hun produkten werden betaald, de handelaren tussen de Londense markt en de Friese boerderij roomden die winst sterk af. Het was voor de botermakers van tevoren nooit zeker hoe de handelaren de geleverde waar zouden beoordelen en welke prijs zij ervoor zouden geven.  
 
Maar men wist evenzeer dat, dichter bij huis, de handel niet vrijuit ging met betrekking tot het reputatieverlies van de Friese boter. De boterhandel die tussen botermaker en consument stond, was een lange keten. De Friese boeren zagen slechts een deel terug van de hoge prijzen die in Londen voor hun produkten werden betaald, de handelaren tussen de Londense markt en de Friese boerderij roomden die winst sterk af. Het was voor de botermakers van tevoren nooit zeker hoe de handelaren de geleverde waar zouden beoordelen en welke prijs zij ervoor zouden geven.  
  
Die onvoorspelbaarheid had mede te maken met de [[BegrippenlaijstDiversiteit|diversiteit]] van de boter. Want zelfs bij boter die als 'eerste keur' werd aangemerkt door de handelaren, was het niet mogelijk om tien vaten bij elkaar te brengen die qua kleur, geur, smaak, vastheid en zoutgehalte identiek waren. Boter was geen [[BegrippenlijstHomogeen|homogeen]] produkt: de kwaliteit was afhankelijk van de melk en die varieerde, weliswaar met een terugkerende regelmaat, in de loop van het jaar. De samenstelling van de melk was afhankelijk van het voer: in het voorjaar en de zomer stonden de koeien in de wei en aten gras, 's winters stonden ze op stal en kregen hooi of ander voer.  
+
Die onvoorspelbaarheid had mede te maken met de [[Begrippenlijst#Diversiteit|diversiteit]] van de boter. Want zelfs bij boter die als 'eerste keur' werd aangemerkt door de handelaren, was het niet mogelijk om tien vaten bij elkaar te brengen die qua kleur, geur, smaak, vastheid en zoutgehalte identiek waren. Boter was geen [[Begrippenlijst#Homogeen|homogeen]] produkt: de kwaliteit was afhankelijk van de melk en die varieerde, weliswaar met een terugkerende regelmaat, in de loop van het jaar. De samenstelling van de melk was afhankelijk van het voer: in het voorjaar en de zomer stonden de koeien in de wei en aten gras, 's winters stonden ze op stal en kregen hooi of ander voer.  
  
 
Uit de praktijk wisten de boeren dat de boter die zij in de stalperiode kregen, anders van smaak en samenstelling was dan de hoogwaardige 'weideboter' of 'grasboter' uit het vroege voorjaar. Verder waren nog van invloed het water en het zout dat werd gebruikt bij de boterbereiding en, uiteindelijk, de handigheid van de boerin.[[Noten TIN19-1-H4#4-3|<sup>[3]</sup>]]  
 
Uit de praktijk wisten de boeren dat de boter die zij in de stalperiode kregen, anders van smaak en samenstelling was dan de hoogwaardige 'weideboter' of 'grasboter' uit het vroege voorjaar. Verder waren nog van invloed het water en het zout dat werd gebruikt bij de boterbereiding en, uiteindelijk, de handigheid van de boerin.[[Noten TIN19-1-H4#4-3|<sup>[3]</sup>]]  

Versie op 31 mrt 2008 16:28