De Nederlandse margarine industrie een eigenaardige ontwikkeling

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
 
Regel 21: Regel 21:
  
 
[[Afbeelding:Tabel_5,2.jpg|left|thumb|300px]]
 
[[Afbeelding:Tabel_5,2.jpg|left|thumb|300px]]
De stijging van zowel de aantallen werknemers in de fabrieken als van het vermogen van het machinepark in de jaren tachtig, is op zichzelf niet bijzonder spectaculair. Maar de bedrijfstak was in deze periode als geheel ook niet erg grootschalig van aard: tot 1900 domineerde het type van de kleine fabriek, met hooguit enkele tientallen arbeiders in dienst. Opvallend is wel, en dat blijkt ook uit de cijfers, de toename van de aantallen vanaf 1880 bij Jurgens en Van den Bergh en enkele jaren later bij de andere fabrieken. De stijging is relatief toch aanzienlijk. De grote sprong in het opgesteld vermogen heeft te maken met de [[Een nieuwe koeltechniek een nieuw product|'''nieuwe koeltechniek''']], die veel energie nodig heeft.
+
De stijging van zowel de aantallen werknemers in de fabrieken als van het vermogen van het machinepark in de jaren tachtig, is op zichzelf niet bijzonder spectaculair. Maar de bedrijfstak was in deze periode als geheel ook niet erg grootschalig van aard: tot 1900 domineerde het type van de kleine fabriek, met hooguit enkele tientallen arbeiders in dienst. Opvallend is wel, en dat blijkt ook uit de cijfers, de toename van de aantallen vanaf 1880 bij Jurgens en Van den Bergh en enkele jaren later bij de andere fabrieken. De stijging is relatief toch aanzienlijk. De grote sprong in het opgesteld vermogen heeft te maken met de [[Een nieuwe koeltechniek een nieuw produkt|'''nieuwe koeltechniek''']], die veel energie nodig heeft.
  
  
 
'''Schaalvergroting na 1900'''
 
'''Schaalvergroting na 1900'''
  
Een duidelijk zichtbare schaalvergroting vond kort na 1900 plaats en ging gepaard met een omvangrijke concentratie in de hele bedrijfstak. Twee nieuwe ontwikkelingen speelden hierbij een grote rol: de opkomst van de merkmargarines en de uitvinding van het zogenaamde [[begrippenlijst#Hardingsprocédé|hardingsprocédé]], waardoor de margarineindustrie in staat was diverse soorten plantaardig vet te verwerken. De noodzakelijke investeringen waren hoog en ook de reclamecampagnes konden door kleine ondernemingen niet worden opgebracht. Het gevolg was dat zij moesten stoppen of werden overgenomen door de twee grote margarinebedrijven, Jurgens en Van den Bergh, die zich in de 20e eeuw ontwikkelden tot [[begrippenlijst#Concern|concerns]] van Europees formaat.
+
Een duidelijk zichtbare schaalvergroting vond kort na 1900 plaats en ging gepaard met een omvangrijke concentratie in de hele bedrijfstak. Twee nieuwe ontwikkelingen speelden hierbij een grote rol: de opkomst van de merkmargarines en de uitvinding van het zogenaamde [[begrippenlijst#Hardingsprocede|hardingsprocédé]], waardoor de margarineindustrie in staat was diverse soorten plantaardig vet te verwerken. De noodzakelijke investeringen waren hoog en ook de reclamecampagnes konden door kleine ondernemingen niet worden opgebracht. Het gevolg was dat zij moesten stoppen of werden overgenomen door de twee grote margarinebedrijven, Jurgens en Van den Bergh, die zich in de 20e eeuw ontwikkelden tot [[begrippenlijst#Concern|concerns]] van Europees formaat.
  
  

Huidige versie van 23 apr 2008 om 15:03