De auto in het interbellum (1918-1940): De doorbraak van het automobilisme

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 3: Regel 3:
  
  
[[Afbeelding:ford_t.jpg|250px|thumb|left|Een T-Ford op een typische landweg in de Verenigde Staten.]]De populariteit van de T-Ford kan vanuit verschillende factoren worden verklaard. Hij was relatief goedkoop, terwijl wat hij tekortkwam in betrouwbaarheid ruimschoots werd gecompenseerd door een uitgekiend servicenetwerk, dat continu een ruime voorraad aan reserveonderdelen gereed hield. Wat de voertuigstructuur zelf betreft, [[Afbeelding:ford_dealer.jpg|250px|thumb|right|Ford dealer begin twintigste eeuw.]] werd de T-Ford gekenmerkt door een licht, maar stijf geconstrueerd chassis, waarin een krachtige viercilindermotor was gehangen. Het geheel stond hoog op de wielen en was daardoor geschikt om op slecht onderhouden wegen te rijden. Bovendien was zijn overzichtelijke technische structuur bij uitstek geschikt voor een door de gebruiker uit te voeren ombouw naar een vrachtauto, een ambulance of een autobus, hetgeen dan ook op ruime schaal gebeurde. Zo kon een autoconcept dat in zijn basisstructuur geenszins typisch was voor de autotechniek van die tijd, door de gebruikers voortdurend worden aangepast aan de eigen behoeften [[Noten H3#3-51|<sup>[51]</sup>]].   
+
[[Afbeelding:ford_t.jpg|250px|thumb|left|Een T-Ford op een typische landweg in de Verenigde Staten.]]De populariteit van de T-Ford kan vanuit verschillende factoren worden verklaard. Hij was relatief goedkoop, terwijl wat hij tekortkwam in betrouwbaarheid ruimschoots werd gecompenseerd door een [[De auto in het interbellum (1918-1940): Garages en Bovag|'''uitgekiend servicenetwerk''']], dat continu een ruime voorraad aan reserveonderdelen gereed hield. Wat de voertuigstructuur zelf betreft, [[Afbeelding:ford_dealer.jpg|250px|thumb|right|Ford dealer begin twintigste eeuw.]] werd de T-Ford gekenmerkt door een licht, maar stijf geconstrueerd chassis, waarin een krachtige viercilindermotor was gehangen. Het geheel stond hoog op de wielen en was daardoor geschikt om op slecht onderhouden wegen te rijden. Bovendien was zijn overzichtelijke technische structuur bij uitstek geschikt voor een door de gebruiker uit te voeren ombouw naar een vrachtauto, een ambulance of een autobus, hetgeen dan ook op ruime schaal gebeurde. Zo kon een autoconcept dat in zijn basisstructuur geenszins typisch was voor de [[Geschiedenis van de autotechniek|'''autotechniek''']] van die tijd, door de gebruikers voortdurend worden aangepast aan de eigen behoeften [[Noten H3#3-51|<sup>[51]</sup>]].   
  
  
  
 
Het Polytechnisch Weekblad concludeerde in 1919 ‘dat het auto-toerisme, zooals wij dat in Holland overheerschen zien, op een gegeven tijdstip geen meerdere groeikracht zal blijken te bezitten. Maar de auto als zaken- of dienstmiddel heeft hier te lande nog slechts de beteekenis die de schrijfmachine 20 jaar geleden vervulde! Een ontzaglijk terrein ligt er braak voor een aan Europeesche verhoudingen aangepast “Ford”-type [[Noten H3#3-52|<sup>[52]</sup>]].’
 
Het Polytechnisch Weekblad concludeerde in 1919 ‘dat het auto-toerisme, zooals wij dat in Holland overheerschen zien, op een gegeven tijdstip geen meerdere groeikracht zal blijken te bezitten. Maar de auto als zaken- of dienstmiddel heeft hier te lande nog slechts de beteekenis die de schrijfmachine 20 jaar geleden vervulde! Een ontzaglijk terrein ligt er braak voor een aan Europeesche verhoudingen aangepast “Ford”-type [[Noten H3#3-52|<sup>[52]</sup>]].’

Versie op 17 jul 2006 14:33