De auto na 1945: De gepersonaliseerde auto

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 12: Regel 12:
  
  
De autotechniek komt aan deze gewijzigde gebruikscultuur tegemoet. Niet alleen neemt de variatie in het aanbod enorm toe, maar ook worden gespecialiseerde technieken ontwikkeld voor deelgebieden van het gebruik, zoals het kekke stadsautootje in felle kleuren (zoals de Smart, die met de helft van de normale parkeerruimte kan volstaan) en, voor de stedelijke elite tijdens de economische boom van de jaren negentig, de ruimte-auto’s (Chrysler Voyager, Renault Espace etc.). De ultieme uitdrukking van de mix van angst en lust van het mobiele verkeer in de openbare ruimte vormen [[afbeelding: Hummer_h3.jpg|thumb|left|450px|Hummer H3.]]de Sport Utility Vehicles (SUV's) die, uitgerust als macho-terreinwagens, vooral gebruikt worden in de welgestelde stadswijken om kinderen naar school te brengen en opzichtig te ‘shoppen’. Het zijn auto’s die niet alleen in hun vorm doen denken aan de eerste fase van het automobilisme (doordat de inzittenden er voor het eerst sinds driekwart eeuw weer rechtop in kunnen plaatsnemen), maar ook in hun maatschappelijk effect: voor het eerst sinds lange tijd klinkt weer openlijk verzet tegen dergelijke elitaire ‘aso-bakken’ (een uitspraak van een GroenLinks gemeenteraadslid van Nijmegen) of ‘P.C. Hooft-tractoren.’ Hoewel het eindpunt van deze ontwikkelingen niet valt te voorspellen, kan er geen twijfel over bestaan, dat de genotsaspecten van de individuele mobiliteit opnieuw de boventoon voeren en dat het mobiele [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als avonturenmachine|'''‘avontuur’''']] nog geenszins aan het eind van zijn automobiele latijn is gekomen.
+
De autotechniek komt aan deze gewijzigde gebruikscultuur tegemoet. Niet alleen neemt de variatie in het aanbod enorm toe, maar ook worden gespecialiseerde technieken ontwikkeld voor deelgebieden van het gebruik, zoals het kekke stadsautootje in felle kleuren (zoals de Smart, die met de helft van de normale parkeerruimte kan volstaan) en, voor de stedelijke elite tijdens de economische boom van de jaren negentig, de ruimte-auto’s (Chrysler Voyager, Renault Espace etc.). De ultieme uitdrukking van de mix van angst en lust van het mobiele verkeer in de openbare ruimte vormen [[afbeelding: Hummer_h3.jpg|thumb|left|450px|Hummer H3.]]de Sport Utility Vehicles (SUV's) die, uitgerust als macho-terreinwagens, vooral gebruikt worden in de welgestelde stadswijken om kinderen naar school te brengen en opzichtig te ‘shoppen’. Het zijn auto’s die niet alleen in hun vorm doen denken aan de [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als speelgoed en statussymbool|'''eerste fase van het automobilisme''']] (doordat de inzittenden er voor het eerst sinds driekwart eeuw weer rechtop in kunnen plaatsnemen), maar ook in hun maatschappelijk effect: voor het eerst sinds lange tijd klinkt weer openlijk verzet tegen dergelijke elitaire ‘aso-bakken’ (een uitspraak van een GroenLinks gemeenteraadslid van Nijmegen) of ‘P.C. Hooft-tractoren.’ Hoewel het eindpunt van deze ontwikkelingen niet valt te voorspellen, kan er geen twijfel over bestaan, dat de genotsaspecten van de individuele mobiliteit opnieuw de boventoon voeren en dat het mobiele [[Vroege autogeschiedenis (tot 1914): De auto als avonturenmachine|'''‘avontuur’''']] nog geenszins aan het eind van zijn automobiele latijn is gekomen.
  
 
   
 
   
 
Of die mobiliteit op den duur door een nieuwe, milieuvriendelijke autotechniek zal worden gedragen, die wordt gekenmerkt door een elektrische (brandstofcel) of hybridische aandrijving (waarvan de Toyota Prius de eerste uitingsvorm is), is nog een vraag. Waarschijnlijker is dat de voortschrijdende elektronisering tot ‘slimme’ technische oplossingen voor het autoverkeer leidt, bijvoorbeeld door een gelijkmatiger snelheid van de verkeersstromen, een tijdige waarschuwing voor [[Fileproblematiek|'''files''']], en door een ingreep in de besturing van de auto in geval van een dreigende botsing. Deze moeten de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen verminderen en de [[Duurzame mobiliteit|'''congestie''']] en verkeersonveiligheid  beperken.
 
Of die mobiliteit op den duur door een nieuwe, milieuvriendelijke autotechniek zal worden gedragen, die wordt gekenmerkt door een elektrische (brandstofcel) of hybridische aandrijving (waarvan de Toyota Prius de eerste uitingsvorm is), is nog een vraag. Waarschijnlijker is dat de voortschrijdende elektronisering tot ‘slimme’ technische oplossingen voor het autoverkeer leidt, bijvoorbeeld door een gelijkmatiger snelheid van de verkeersstromen, een tijdige waarschuwing voor [[Fileproblematiek|'''files''']], en door een ingreep in de besturing van de auto in geval van een dreigende botsing. Deze moeten de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen verminderen en de [[Duurzame mobiliteit|'''congestie''']] en verkeersonveiligheid  beperken.

Versie op 17 jul 2006 18:52