De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 9: Regel 9:
  
  
[[afbeelding:grafiek_bnp_per_capita.jpg|thumb|500px|right|Uit Automobilisme in Nederland: BNP per capita.]]De RAI-statistieken maakten intussen zonneklaar dat de helft van de autobezitters een inkomen had dat lager was dan 10.000 gulden per jaar en twee derde van hen een inkomen had dat lager was dan 15.000 gulden. Tachtig procent van de auto's die in het bezit waren van de eerste groep, bestond uit tweedehands auto's. Op dat moment was de tweedehandsmarkt tweemaal zo groot als de nieuwmarkt. Op deze laatste markt maakte de groep met een inkomen lager dan 10.000 gulden inmiddels ook al 40% van alle kopers uit.[[Noten H3#3-114|<sup>[114]</sup>]]  Waar de consumptieve groei in Nederland in de jaren vijftig was overheerst door huishoudelijke apparaten (gevolgd door kleding, roken en drinken), werd die van de jaren zestig onmiskenbaar gedragen door de auto-aanschaf (gevolgd door drinkgenot, recreatie en huishoudelijke apparaten, vooral de televisie).[[Noten H3#3-115|<sup>[115]</sup>]]  "Daarom leve de motorisering der massa," jubelde de ANWB, en de bond voegde er veelbetekenend aan toe: "hoe groot de consequenties daarvan ook zullen zijn." [[Noten H3#3-116|<sup>[116]</sup>]]
+
[[afbeelding:grafiek_bnp_per_capita.jpg|thumb|500px|right|Uit Automobilisme in Nederland: BNP per capita.]]De RAI-statistieken maakten intussen zonneklaar dat de helft van de autobezitters een inkomen had dat lager was dan 10.000 gulden per jaar en twee derde van hen een inkomen had dat lager was dan 15.000 gulden. Tachtig procent van de auto's die in het bezit waren van de eerste groep, bestond uit tweedehands auto's. Op dat moment was de tweedehandsmarkt tweemaal zo groot als de nieuwmarkt. Op deze laatste markt maakte de groep met een inkomen lager dan 10.000 gulden inmiddels ook al 40% van alle kopers uit.[[Noten H3#3-114|<sup>[114]</sup>]]   
 +
Waar de consumptieve groei in Nederland in de jaren vijftig was overheerst door huishoudelijke apparaten (gevolgd door kleding, roken en drinken), werd die van de jaren zestig onmiskenbaar gedragen door de auto-aanschaf (gevolgd door drinkgenot, recreatie en huishoudelijke apparaten, vooral de televisie).[[Noten H3#3-115|<sup>[115]</sup>]]  "Daarom leve de motorisering der massa," jubelde de ANWB, en de bond voegde er veelbetekenend aan toe: "hoe groot de consequenties daarvan ook zullen zijn." [[Noten H3#3-116|<sup>[116]</sup>]]
  
  

Versie op 11 mrt 2008 16:18