De auto na 1945: Problemen door de groei van het autoverkeer en maatregelen

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 2: Regel 2:
  
  
Ook in het Meerjarenplan personenvervoer 1976-1980, dat werd vervaardigd ten behoeve van het eerste deel van het nieuwe Structuurschema verkeer en vervoer uit 1977, werd de beleidswijziging gememoreerd: ‘Tegen het eind van de zestiger jaren brak geleidelijk het inzicht door dat men niet ongestraft door kon gaan overal ruim baan te maken voor het autoverkeer. Het stedelijk milieu was in verdrukking gekomen, natuur en landschap werden in toenemende mate bedreigd. In plaats van volgend beleid bleek voor verkeer en vervoer een sturend beleid nodig.’ Een beperking van de groei van automobiliteit leek onontkoombaar, de asfaltmolen kon niet langer meer onbeperkt draaien. Met het afzwakken van het wegenbouwprogramma nam de aandacht voor het openbaar vervoer weer toe, vooral in en rond de grote steden.[[Noten H3#3-119|<sup>[119]</sup>]]
+
Ook in het Meerjarenplan personenvervoer 1976-1980, dat werd vervaardigd ten behoeve van het eerste deel van het nieuwe Structuurschema verkeer en vervoer uit 1977, werd de beleidswijziging gememoreerd: ‘Tegen het eind van de zestiger jaren brak geleidelijk het inzicht door dat men niet ongestraft door kon gaan overal ruim baan te maken voor het autoverkeer. Het stedelijk milieu was in verdrukking gekomen, natuur en landschap werden in toenemende mate bedreigd. In plaats van volgend beleid bleek voor verkeer en vervoer een sturend beleid nodig.’ Een beperking van de groei van automobiliteit leek onontkoombaar, de asfaltmolen kon niet langer meer onbeperkt draaien. Met het afzwakken van het [[De auto in het interbellum (1918-1940): Planning van Wegen|wegenbouwprogramma]] nam de [[De jaren vijftig: files en de mobiliteitsexplosie|'''aandacht voor het openbaar vervoer''']] weer toe, vooral in en rond de grote steden.[[Noten H3#3-119|<sup>[119]</sup>]]
  
  
[[afbeelding:Matrixborden.jpg|thumb|350px|left|Begin jaren tachtig verschenen portalen met matrixborden. Deze staan in direct contact met detectielussen in het wegdek. Bij een bepaalde dichtheid geven de matrixborden om verkeersstromen te doseren maximum rijsnelheden aan. De matrixborden worden ook gebruikt om automobilisten te waarschuwen in geval van files zodat ze andere routes kunnen kiezen.]]Een vergelijkbare kentering was bij de ANWB waarneembaar. Hoewel de bond zich tijdens de wederopbouwperiode en in de jaren vijftig andermaal ontpopte als een rabiate verdediger van de automobiele toerist (en een even rabiate tegenstander van de trein en ander openbaar vervoer op rails), had hij zich in de jaren zestig toch steeds meer gericht op het begeleiden van mobiliteit, waarin ook het openbare vervoer een plaats kon krijgen. Gestimuleerd door hoge ambtenaren van het ministerie van Verkeer en gemodelleerd naar het succesvolle initiatief van de Engelse zusterorganisatie Automobile Association (AA), bouwde de ANWB de Wegenwacht uit tot de ruggengraat van de ledenwerving. Een belangrijk element daarbij was de ontwikkeling van een heel Nederland omspannend praatpalennet, dat tussen 1960 en 1978 totstandkwam. Terwijl de ANWB in 1939 bijna 100.000 leden telde (exact evenveel als het aantal personenauto’s), werd het miljoen in 1967 bereikt en de twee miljoen tien jaar later (slechts 400.000 meer dan het aantal Wegenwacht-leden).  
+
[[afbeelding:Matrixborden.jpg|thumb|350px|left|Begin jaren tachtig verschenen portalen met matrixborden. Deze staan in direct contact met detectielussen in het wegdek. Bij een bepaalde dichtheid geven de matrixborden om verkeersstromen te doseren maximum rijsnelheden aan. De matrixborden worden ook gebruikt om automobilisten te waarschuwen in geval van files zodat ze andere routes kunnen kiezen.]]Een vergelijkbare kentering was bij de [[De auto na 1945: De rol van RAI, KNAC en ANWB tijdens de mobiliteitsexplosie|'''ANWB''']] waarneembaar. Hoewel de bond zich tijdens de wederopbouwperiode en in de jaren vijftig andermaal ontpopte als een rabiate verdediger van de automobiele toerist (en een even rabiate tegenstander van de trein en ander openbaar vervoer op rails), had hij zich in de jaren zestig toch steeds meer gericht op het begeleiden van mobiliteit, waarin ook het openbare vervoer een plaats kon krijgen. Gestimuleerd door hoge ambtenaren van het ministerie van Verkeer en gemodelleerd naar het succesvolle initiatief van de Engelse zusterorganisatie Automobile Association (AA), bouwde de ANWB de Wegenwacht uit tot de ruggengraat van de ledenwerving. Een belangrijk element daarbij was de ontwikkeling van een heel Nederland omspannend praatpalennet, dat tussen 1960 en 1978 totstandkwam. Terwijl de ANWB in 1939 bijna 100.000 leden telde (exact evenveel als het aantal personenauto’s), werd het miljoen in 1967 bereikt en de twee miljoen tien jaar later (slechts 400.000 meer dan het aantal Wegenwacht-leden).  
  
  
Regel 11: Regel 11:
  
  
Halverwege de jaren zeventig zette ook bij de ANWB een democratiseringsbeweging in (tot uiting komend in een zwaardere rol van de Bondsraad), maar de schatplichtigheid van de bond aan het Nederlandse automobilisme werd nooit serieus ter discussie gesteld. Integendeel: met instemming citeerde de bond de Engelse AA: ‘Bij geen enkele [[afbeelding:grafiek_verkeersongevallen.jpg|thumb|350px|right|Verkeersongevallen]]discussie over de invloed van de auto op het [[milieu]] mag vergeten worden, dat de vreugde die wij beleven aan dit milieu wordt verhoogd door het ter beschikking hebben van de auto.’[[Noten H3#3-121|<sup>[121]</sup>]]  Toch trok de ANWB zich in 1975 terug uit de Stichting Weg, omdat de bond een zwaarder accent op zijn ‘groene gezicht’ wilde leggen, maar niet nadat hij zich even gemakkelijk een jaar tevoren tegen de algemene invoering van een maximumsnelheid had geweerd,  
+
Halverwege de jaren zeventig zette ook bij de ANWB een democratiseringsbeweging in (tot uiting komend in een zwaardere rol van de Bondsraad), maar de schatplichtigheid van de bond aan het Nederlandse automobilisme werd nooit serieus ter discussie gesteld. Integendeel: met instemming citeerde de bond de Engelse AA: ‘Bij geen enkele [[afbeelding:grafiek_verkeersongevallen.jpg|thumb|350px|right|Verkeersongevallen]]discussie over de invloed van de auto op het [[milieu]] mag vergeten worden, dat de vreugde die wij beleven aan dit milieu wordt verhoogd door het ter beschikking hebben van de auto.’[[Noten H3#3-121|<sup>[121]</sup>]]  Toch trok de ANWB zich in 1975 terug uit de Stichting Weg, omdat de bond een zwaarder accent op zijn ‘groene gezicht’ wilde leggen, maar niet nadat hij zich even gemakkelijk een jaar tevoren tegen de algemene invoering van een [[De regeling van de maximum snelheid|maximumsnelheid]] had geweerd,  
 
[[Afbeelding:mercedes_benz_ambulance.jpg|200px|thumb|left|Duitse Mercedes-Benz ambulance Type 170 V uit 1949.]]ook al bleek deze maatregel een direct, dalend effect op het aantal verkeersdoden te hebben van 11%. In die zin reflecteert de ANWB het dualistische bewustzijn van de automobilist, die de zorg voor het milieu en de ongerustheid over het aantal doden in het verkeer probeert te verzoenen met het genot van de automobiliteit.
 
[[Afbeelding:mercedes_benz_ambulance.jpg|200px|thumb|left|Duitse Mercedes-Benz ambulance Type 170 V uit 1949.]]ook al bleek deze maatregel een direct, dalend effect op het aantal verkeersdoden te hebben van 11%. In die zin reflecteert de ANWB het dualistische bewustzijn van de automobilist, die de zorg voor het milieu en de ongerustheid over het aantal doden in het verkeer probeert te verzoenen met het genot van de automobiliteit.

Versie op 17 jul 2006 16:25