De auto na 1945: Verklaring voor de mobiliteitsexplosie

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
k
k
Regel 11: Regel 11:
  
  
Wat de opbouw van een institutionele context betreft, kan er geen twijfel bestaan over de doorslaggevende rol van de ANWB: de inrichting van de Wegencongressen, de [[Begrippenlijst#Modellering|modellering]] van de bondshotels en alle andere geïnstitutionaliseerde vormen van het almaar groeiende toerisme, de opbouw van de Wegenwacht en, ten slotte, de voortdurende druk op de overheid om haar rol als regulator in het verkeer serieus te nemen, het zijn slechts enkele voorbeelden uit een lange institutionele traditie waarin de ANWB als spil fungeerde.
+
Wat de opbouw van een institutionele context betreft, kan er geen twijfel bestaan over de doorslaggevende rol van de ANWB: de inrichting van de [[Overheid en wegenbeleid|'''Wegencongressen''']], de [[Begrippenlijst#Modellering|modellering]] van de bondshotels en alle andere geïnstitutionaliseerde vormen van het almaar [[Begeleiding en opvoeding van autotoeristen (tot 1940)|'''groeiende toerisme''']], de [[De auto na 1945: Wederopbouw van het autoverkeer|opbouw van de Wegenwacht]] en, ten slotte, de voortdurende druk op de overheid om haar rol als regulator in het verkeer serieus te nemen, het zijn slechts enkele voorbeelden uit een lange institutionele traditie waarin de ANWB als spil fungeerde.
  
  
 
Wat ten slotte de culturele inbedding betreft: de propaganda voor de vrijheid van individuele mobiliteit en de beschavingsarbeid onder het groeiende leger fietsers en automobilisten kwamen voort uit een haarfijn aanvoelen van de verlangens van de middenklasse, die de ANWB met zoveel verve onder woorden bracht. Dat kan voor een belangrijk deel worden verklaard uit de organisatiestructuur, via een systeem van zogenaamde consuls stevig verankerd in ‘het volk’. Voor een ander deel wacht dit culturele aspect van de Nederlandse [[Begrippenlijst#Automobilisering|automobilisering]] nog op verdergaand onderzoek naar de zelfopvatting van een organisatie te midden van de Nederlandse mobiliteitscultuur, die bij het honderdjarig bestaan haar eigen burgerlijke ongehoorzaamheid trots omschreef met de woorden: ‘Als de overheid het niet doet, dan doen we het zelf.’ Bij die gelegenheid (in 1983) noemde de ANWB zichzelf ‘een eeuw wijzer’. Dat sloeg natuurlijk op de concrete honderdjarige arbeid van bewegwijzering én op de figuurlijke arbeid van het richtingwijzer zijn van een zich motoriserend volk. Het liet echter tevens een belangrijke vraag open: wijzer dan wie?
 
Wat ten slotte de culturele inbedding betreft: de propaganda voor de vrijheid van individuele mobiliteit en de beschavingsarbeid onder het groeiende leger fietsers en automobilisten kwamen voort uit een haarfijn aanvoelen van de verlangens van de middenklasse, die de ANWB met zoveel verve onder woorden bracht. Dat kan voor een belangrijk deel worden verklaard uit de organisatiestructuur, via een systeem van zogenaamde consuls stevig verankerd in ‘het volk’. Voor een ander deel wacht dit culturele aspect van de Nederlandse [[Begrippenlijst#Automobilisering|automobilisering]] nog op verdergaand onderzoek naar de zelfopvatting van een organisatie te midden van de Nederlandse mobiliteitscultuur, die bij het honderdjarig bestaan haar eigen burgerlijke ongehoorzaamheid trots omschreef met de woorden: ‘Als de overheid het niet doet, dan doen we het zelf.’ Bij die gelegenheid (in 1983) noemde de ANWB zichzelf ‘een eeuw wijzer’. Dat sloeg natuurlijk op de concrete honderdjarige arbeid van bewegwijzering én op de figuurlijke arbeid van het richtingwijzer zijn van een zich motoriserend volk. Het liet echter tevens een belangrijke vraag open: wijzer dan wie?

Versie op 17 jul 2006 17:04