De bouw van bruggen en stations

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
 
[[Afbeelding:Merwedekanaal_Vleuten_spoorwegbrug_beproeving_1891.jpg|thumb|left|350px|Beproeving van de spoorbrug over de Merwede bij Vleuten.]]'''Draaibruggen, vaste bruggen, hefbruggen en kraanbruggen'''
 
[[Afbeelding:Merwedekanaal_Vleuten_spoorwegbrug_beproeving_1891.jpg|thumb|left|350px|Beproeving van de spoorbrug over de Merwede bij Vleuten.]]'''Draaibruggen, vaste bruggen, hefbruggen en kraanbruggen'''
 
  
 
In een land als Holland was aan het bouwen van bruggen natuurlijk niet te ontkomen. De eerste sectie Amsterdam-Haarlem kende slechts twee bruggen die voor de scheepvaart geopend moesten kunnen worden, en veertien vaste houten bruggen van kleine afmetingen en eenvoudige constructie. Het vervolg van de lijn gaf wat dat betreft meer kopzorgen. Voor elk geval moest Conrad een passende oplossing vinden en hij had al zijn [[begrippenlijst#Inventiviteit|inventiviteit]] nodig om de lijn ongestoord over alle waterwegen heen te leiden.[[Noten TIN19-2-H7#7-26|<sup>[26]</sup>]]   
 
In een land als Holland was aan het bouwen van bruggen natuurlijk niet te ontkomen. De eerste sectie Amsterdam-Haarlem kende slechts twee bruggen die voor de scheepvaart geopend moesten kunnen worden, en veertien vaste houten bruggen van kleine afmetingen en eenvoudige constructie. Het vervolg van de lijn gaf wat dat betreft meer kopzorgen. Voor elk geval moest Conrad een passende oplossing vinden en hij had al zijn [[begrippenlijst#Inventiviteit|inventiviteit]] nodig om de lijn ongestoord over alle waterwegen heen te leiden.[[Noten TIN19-2-H7#7-26|<sup>[26]</sup>]]   
Regel 13: Regel 12:
  
 
Bij de bouw van de 98 bruggen die in de Hollandsche Spoorweg nodig waren, is dus weinig sprake van buitenlandse invloed. De meeste bruggen werden door Conrad ontworpen zonder gebruik te maken van buitenlandse voorbeelden. Hij gebruikte de al in Nederland gangbare technieken, en vooral zijn eigen ideeën, waarvan speciaal de kraanbrug een succes bleek te zijn.
 
Bij de bouw van de 98 bruggen die in de Hollandsche Spoorweg nodig waren, is dus weinig sprake van buitenlandse invloed. De meeste bruggen werden door Conrad ontworpen zonder gebruik te maken van buitenlandse voorbeelden. Hij gebruikte de al in Nederland gangbare technieken, en vooral zijn eigen ideeën, waarvan speciaal de kraanbrug een succes bleek te zijn.
 
 
  
  
 
'''Stations in neo-stijl'''
 
'''Stations in neo-stijl'''
 
[[Afbeelding:TIN19II_blz139.jpg|thumb|350px|left|Station Rotterdam Slagveld (Delftse Poort) van de HIJSM]]
 
[[Afbeelding:TIN19II_blz139.jpg|thumb|350px|left|Station Rotterdam Slagveld (Delftse Poort) van de HIJSM]]
 
  
 
Terwijl Conrad zich dus zeer inventief toonde bij het oplossen van de vele technische problemen, hield hij zich ook nog persoonlijk bezig met het ontwerpen van de stations. De eerste stations waren slechts houten noodgebouwen, maar zodra de verlenging van Haarlem naar Leiden een feit was, waren definitieve gebouwen nodig.[[Noten TIN19-2-H7#7-27|<sup>[27]</sup>]]  
 
Terwijl Conrad zich dus zeer inventief toonde bij het oplossen van de vele technische problemen, hield hij zich ook nog persoonlijk bezig met het ontwerpen van de stations. De eerste stations waren slechts houten noodgebouwen, maar zodra de verlenging van Haarlem naar Leiden een feit was, waren definitieve gebouwen nodig.[[Noten TIN19-2-H7#7-27|<sup>[27]</sup>]]  
Regel 26: Regel 22:
  
 
Rotterdam moest zich korte tijd behelpen met een noodgebouw, maar nog in 1847 kwam het station Rotterdam Slagveld (of Delftsche Poort) in dienst. Dit monumentale gebouw was door Outshoorn ontworpen in een soort [[begrippenlijst#Neo-Tudorstijl|neo-Tudorstijl]] en dus weer  geheel verschillend van alle andere gebouwen van de hijsm. De algemene indeling week echter niet sterk af van Amsterdam en ook hier zien we weer drie sporen die omsloten worden door het gebouw. Alleen liepen in dit geval de sporen onder drie monumentale poorten door naar het voorplein, waar een aantal korte kopsporen, toegankelijk door middel van draaischijven, niet gebruikte wagens kon herbergen.  
 
Rotterdam moest zich korte tijd behelpen met een noodgebouw, maar nog in 1847 kwam het station Rotterdam Slagveld (of Delftsche Poort) in dienst. Dit monumentale gebouw was door Outshoorn ontworpen in een soort [[begrippenlijst#Neo-Tudorstijl|neo-Tudorstijl]] en dus weer  geheel verschillend van alle andere gebouwen van de hijsm. De algemene indeling week echter niet sterk af van Amsterdam en ook hier zien we weer drie sporen die omsloten worden door het gebouw. Alleen liepen in dit geval de sporen onder drie monumentale poorten door naar het voorplein, waar een aantal korte kopsporen, toegankelijk door middel van draaischijven, niet gebruikte wagens kon herbergen.  
 
 
  
  
 
'''Weelderige stations als poort naar een nieuwe wereld'''
 
'''Weelderige stations als poort naar een nieuwe wereld'''
 
  
 
Er waren mensen, vooral onder de Duitse aandeelhouders van de maatschappij, die teleurgesteld waren over de bedrijfsresultaten, en die van mening waren dat er veel te veel geld was besteed aan de weelderig ingerichte stations.  
 
Er waren mensen, vooral onder de Duitse aandeelhouders van de maatschappij, die teleurgesteld waren over de bedrijfsresultaten, en die van mening waren dat er veel te veel geld was besteed aan de weelderig ingerichte stations.  

Versie op 4 mrt 2008 14:42