De bruggen over de grote rivieren: angst voor kruiend ijs

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 23: Regel 23:
 
Hij dacht in eerste instantie nog aan een lange tralieligger met een totale lengte van 140 meter, waarvoor de rivier plaatselijk iets versmald zou moeten worden. Voordat dit ontwerp helemaal was uitgewerkt ging hij nog een stap verder en ontwierp een reusachtige vakwerkligger met een lengte van 157 meter (154 m over de opleggingen), waardoor de versmalling van het rivierbed niet meer nodig was. Voor het eerst paste hij de paraboolligger met gebogen bovenrand toe, zoals die door de Pruisische spoorwegingenieur J.W.Schwedler (1823-1894) was uitgedacht.  
 
Hij dacht in eerste instantie nog aan een lange tralieligger met een totale lengte van 140 meter, waarvoor de rivier plaatselijk iets versmald zou moeten worden. Voordat dit ontwerp helemaal was uitgewerkt ging hij nog een stap verder en ontwierp een reusachtige vakwerkligger met een lengte van 157 meter (154 m over de opleggingen), waardoor de versmalling van het rivierbed niet meer nodig was. Voor het eerst paste hij de paraboolligger met gebogen bovenrand toe, zoals die door de Pruisische spoorwegingenieur J.W.Schwedler (1823-1894) was uitgedacht.  
  
Het ontwerp van Van Diesen werd berekend door zijn assistenten E.J. de Savornin Lohman en J.Rouppe van der Voort, en verder uitgewerkt door de aannemer van de metalen bovenbouw, J.C.Harkort uit Harkorten, die al bezig was met de IJsselbrug bij Zutphen. De hoofdingenieur van de fabriek, Offergeld, speelde ook een rol bij de keuze en de uitwerking van het ontwerp, maar Van Diesen en Rouppe van der Voort leverden de ideeën en droegen de verantwoordelijheid voor het gehele werk.[[Noten TIN19-2-H7#7-74|<sup>[74]</sup>]] [[Afbeelding:TIN19II_blz155_onder.jpg|480px|thumb|left|De Moerdijkbrug in 1935, vóór de bouw van de verkeersbrug]]   
+
Het ontwerp van Van Diesen werd berekend door zijn assistenten E.J. de Savornin Lohman en J.Rouppe van der Voort, en verder uitgewerkt door de aannemer van de metalen bovenbouw, J.C.Harkort uit Harkorten, die al bezig was met de IJsselbrug bij Zutphen. De hoofdingenieur van de fabriek, Offergeld, speelde ook een rol bij de keuze en de uitwerking van het ontwerp, maar Van Diesen en Rouppe van der Voort leverden de ideeën en droegen de verantwoordelijheid voor het gehele werk.[[Noten TIN19-2-H7#7-74|<sup>[74]</sup>]]  
 +
 
 +
[[Afbeelding:TIN19II_blz155_onder.jpg|480px|thumb|left|De Moerdijkbrug in 1935, vóór de bouw van de verkeersbrug]]   
  
 
Voor de voorlopige montage van de grote overspanning moest Harkort een nieuwe hal bouwen, omdat geen enkel gebouw van zijn fabriek daarvoor groot genoeg was. De grote brug werd na de voorlopige montage weer uit elkaar gehaald, verscheept en in Culemborg op een tijdelijke houten steiger definitief gemonteerd. De houten steigers konden na afloop van de bouw in 1868 worden afgebroken en opnieuw opgebouwd voor de montage van de brug bij Bommel, waar Harkort ook de metalen bovenbouw had aangenomen.  
 
Voor de voorlopige montage van de grote overspanning moest Harkort een nieuwe hal bouwen, omdat geen enkel gebouw van zijn fabriek daarvoor groot genoeg was. De grote brug werd na de voorlopige montage weer uit elkaar gehaald, verscheept en in Culemborg op een tijdelijke houten steiger definitief gemonteerd. De houten steigers konden na afloop van de bouw in 1868 worden afgebroken en opnieuw opgebouwd voor de montage van de brug bij Bommel, waar Harkort ook de metalen bovenbouw had aangenomen.  

Versie op 7 mrt 2008 11:21