De concurrentie in het goederenvervoer tussen de twee wereldoorlogen

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
k
Regel 18: Regel 18:
 
[[afbeelding:overslag_spoor_weg.jpg|thumb|400px|right|Overzicht van de overslag van chemicaliën nabij de spoorhaven Helmond omstreeks 1935.]]De concurrentie tussen vrachtauto en trein op het gebied van het goederenvervoer leidde bij de laatste tot specialisatie op het kolenvervoer en tot pogingen om een dam tegen de vrachtautoconcurrentie op te bouwen. Dat laatste kwam tot uiting in de oprichting in 1927 van de ATO (de N.V. Algemene Transport Onderneming), waarin het kort tevoren overgenomen Van Gend & Loos werd ondergebracht. Daarmee was de grootste onder één beheer staande vrachtautovloot in Nederland ontstaan.[[Noten H2#2-63|<sup>[63]</sup>]]
 
[[afbeelding:overslag_spoor_weg.jpg|thumb|400px|right|Overzicht van de overslag van chemicaliën nabij de spoorhaven Helmond omstreeks 1935.]]De concurrentie tussen vrachtauto en trein op het gebied van het goederenvervoer leidde bij de laatste tot specialisatie op het kolenvervoer en tot pogingen om een dam tegen de vrachtautoconcurrentie op te bouwen. Dat laatste kwam tot uiting in de oprichting in 1927 van de ATO (de N.V. Algemene Transport Onderneming), waarin het kort tevoren overgenomen Van Gend & Loos werd ondergebracht. Daarmee was de grootste onder één beheer staande vrachtautovloot in Nederland ontstaan.[[Noten H2#2-63|<sup>[63]</sup>]]
 
Toen de commissie-Patijn ter ondersteuning van haar onderzoek een enquête naar de concurrentieverhoudingen tussen railvervoer, autobussen en vrachtauto’s organiseerde, bleek dat het goederenvervoer per vrachtauto al in 1923 goedkoper was dan het vervoer per spoor. Volgens de Nederlandse Spoorwegen was de oorzaak hiervan dat de vrachtwagenondernemers veel flexibeler konden opereren en zij hun prijs soepel aan de omstandigheden konden aanpassen.[[Noten H2#2-66|<sup>[66]</sup>]] Ook bedrijven klaagden over de hoge kosten van het railvervoer en over de tijd die het spoor nam om vracht te bezorgen. De concurrentie om het vrachtvervoer op de binnenlandse regionale en interlokale markt werd gewonnen door de vrachtauto. Vóór de Tweede Wereldoorlog, wel te verstaan.
 
Toen de commissie-Patijn ter ondersteuning van haar onderzoek een enquête naar de concurrentieverhoudingen tussen railvervoer, autobussen en vrachtauto’s organiseerde, bleek dat het goederenvervoer per vrachtauto al in 1923 goedkoper was dan het vervoer per spoor. Volgens de Nederlandse Spoorwegen was de oorzaak hiervan dat de vrachtwagenondernemers veel flexibeler konden opereren en zij hun prijs soepel aan de omstandigheden konden aanpassen.[[Noten H2#2-66|<sup>[66]</sup>]] Ook bedrijven klaagden over de hoge kosten van het railvervoer en over de tijd die het spoor nam om vracht te bezorgen. De concurrentie om het vrachtvervoer op de binnenlandse regionale en interlokale markt werd gewonnen door de vrachtauto. Vóór de Tweede Wereldoorlog, wel te verstaan.
 
+
[[afbeelding:binnenvaartschepen_aan_kade.jpg|thumb|450px|left|De binnenvaart bleef een constante factor in de Nederlandse transportsector. Door de combinatie te zoeken met de vrachtauto kon de binnenvaartschipper goed concurreren met de spoorwegen. Op deze drukke kade aan het Binnen Damsterdiep te Groningen staan de wagens gereed de vracht over te nemen (1926).]]'''Vrachtauto en binnenvaart'''
 
+
[[afbeelding:binnenvaartschepen_aan_kade.jpg|thumb|500px|left|De binnenvaart bleef een constante factor in de Nederlandse transportsector. Door de combinatie te zoeken met de vrachtauto kon de binnenvaartschipper goed concurreren met de spoorwegen. Op deze drukke kade aan het Binnen Damsterdiep te Groningen staan de wagens gereed de vracht over te nemen (1926).]]'''Vrachtauto en binnenvaart'''
+
  
 
Niet alleen de trein, ook de binnenvaart ondervond grote concurrentie van de vrachtauto. Een diepe crisis was het gevolg, nog eens verergerd door een overcapaciteit die het gevolg was van motorisering, betere vaarwegen en snellere overslagtechnieken. Er ontstond ‘een schipperij (die) leeft op de grens van pauperisme’, zoals een rapport in 1936 het uitdrukte. Dat leidde tot een (overigens weinig succesvol) ingrijpen door de landelijke overheid, die via een Wet op de Evenredige Vrachtverdeling in 1933 de vrije concurrentie ophief en met behulp van bevrachtingscommissies de nood enigszins probeerde te lenigen.[[Noten H2#2-64|<sup>[64]</sup>]]
 
Niet alleen de trein, ook de binnenvaart ondervond grote concurrentie van de vrachtauto. Een diepe crisis was het gevolg, nog eens verergerd door een overcapaciteit die het gevolg was van motorisering, betere vaarwegen en snellere overslagtechnieken. Er ontstond ‘een schipperij (die) leeft op de grens van pauperisme’, zoals een rapport in 1936 het uitdrukte. Dat leidde tot een (overigens weinig succesvol) ingrijpen door de landelijke overheid, die via een Wet op de Evenredige Vrachtverdeling in 1933 de vrije concurrentie ophief en met behulp van bevrachtingscommissies de nood enigszins probeerde te lenigen.[[Noten H2#2-64|<sup>[64]</sup>]]
 
Vrachtauto en tram
 
Vrachtauto en tram
 
Veel ernstiger, echter, was de concurrentie van de vrachtauto met het goederenvervoer per tram, dat immers een uitsluitend regionaal karakter had. Nog in 1922 was dit laatste omvangrijker (in miljoenen ton) dan het wegvervoer. In 1930 keerde het tij echter en gingen ook de tramwegmaatschappijen zelf ertoe over het goederenvervoer per vrachtauto te verzorgen.[[Noten H2#2-65|<sup>[65]</sup>]]
 
Veel ernstiger, echter, was de concurrentie van de vrachtauto met het goederenvervoer per tram, dat immers een uitsluitend regionaal karakter had. Nog in 1922 was dit laatste omvangrijker (in miljoenen ton) dan het wegvervoer. In 1930 keerde het tij echter en gingen ook de tramwegmaatschappijen zelf ertoe over het goederenvervoer per vrachtauto te verzorgen.[[Noten H2#2-65|<sup>[65]</sup>]]

Versie op 7 jul 2006 16:36