De eerste stappen naar luchthaven Schiphol

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 12: Regel 12:
  
  
Evengoed begaf het kabinet zich slechts schoorvoetend op het pad van de subsidiëring: de steunverlening werd aan een plafond gebonden. In de aanloopfase kreeg de KLM maximaal twee derde van de jaarlijkse verliezen gecompenseerd in de vorm van een subsidie. Voor de KLM en haar investeerders was dit niet voldoende, aangezien het geen garanties inhield voor de instandhouding van het geïnvesteerde kapitaal. Op zoek naar geld kwam de KLM spoedig bij de Posterijen terecht. In ruil voor riante vergoedingen was deze maatschappij in het voorjaar van 1920 bereid haar operatiebasis te verplaatsen van Den Haag naar Schiphol. De Posterijen wilden het vliegtuig inzetten voor het vervoer van luchtpost tussen het nationale zakencentrum Amsterdam en het Europese financiële centrum Londen. Het Rijk stelde zonder dralen Schiphol beschikbaar. Weliswaar was Schiphol op dat moment een militaire basis, maar met het einde van de oorlog had de Luchtvaart-Afdeeling zich om financiële redenen genoodzaakt gezien zich op Soesterberg terug te trekken. Het hulpvliegveld Schiphol was min of meer een slapende basis geworden, waar enkel een [[begrippenlijst#Marginaal|marginale]] militaire presentie werd gehandhaafd.
+
Evengoed begaf het kabinet zich slechts schoorvoetend op het pad van de subsidiëring: de steunverlening werd aan een plafond gebonden. In de aanloopfase kreeg de KLM maximaal twee derde van de jaarlijkse verliezen gecompenseerd in de vorm van een subsidie. Voor de KLM en haar investeerders was dit niet voldoende, aangezien het geen garanties inhield voor de instandhouding van het geïnvesteerde kapitaal.  
Deze positie werd [[begrippenlijst#Reflecteren|gereflecteerd]] in de [[begrippenlijst#Outillage|outillage]] van Schiphol. Behalve de zes houten hangars was nagenoeg geen technische uitrusting aanwezig. Voor de KLM hield dat echter geen al te groot bezwaar in. De eisen die de nog jonge burgerluchtvaart aan de grondorganisatie stelde, waren bescheiden: naast het gebruik van een van de hangars volstond de bouw van een eenvoudig houten passagekantoortje. Alle noodzakelijke werkzaamheden op de grond waren afhankelijk van spierkracht. [[De afhandeling van vliegtuigen, passagiers en vracht|'''Passagiers''']], post en vracht werden zonder veel plichtplegingen vanuit Amsterdam per auto(bus) over de goeddeels onverharde weg tot aan het vliegtuig gebracht. Alleen de laatste paar stappen door het gras diende de passagier zelf af te leggen. Bij een drassige bodem na regenval werden de dames aan boord gedragen. Passageafhandeling berustte bij de basiscommandant van Schiphol, die hiertoe niet altijd even genegen was. Nog afgezien daarvan, verzetten de militairen zich tegen de door KLM-voorman A. Plesman gewenste groei van het aantal vliegtuigbewegingen, aangezien de grondorganisatie hierop niet was berekend.
+
 
 +
Op zoek naar geld kwam de KLM spoedig bij de Posterijen terecht. In ruil voor riante vergoedingen was deze maatschappij in het voorjaar van 1920 bereid haar operatiebasis te verplaatsen van Den Haag naar Schiphol. De Posterijen wilden het vliegtuig inzetten voor het vervoer van luchtpost tussen het nationale zakencentrum Amsterdam en het Europese financiële centrum Londen. Het Rijk stelde zonder dralen Schiphol beschikbaar. Weliswaar was Schiphol op dat moment een militaire basis, maar met het einde van de oorlog had de Luchtvaart-Afdeeling zich om financiële redenen genoodzaakt gezien zich op Soesterberg terug te trekken. Het hulpvliegveld Schiphol was min of meer een slapende basis geworden, waar enkel een [[begrippenlijst#Marginaal|marginale]] militaire presentie werd gehandhaafd.
 +
Deze positie werd [[begrippenlijst#Reflecteren|gereflecteerd]] in de [[begrippenlijst#Outillage|outillage]] van Schiphol. Behalve de zes houten hangars was nagenoeg geen technische uitrusting aanwezig. Voor de KLM hield dat echter geen al te groot bezwaar in.  
 +
 
 +
De eisen die de nog jonge burgerluchtvaart aan de grondorganisatie stelde, waren bescheiden: naast het gebruik van een van de hangars volstond de bouw van een eenvoudig houten passagekantoortje. Alle noodzakelijke werkzaamheden op de grond waren afhankelijk van spierkracht. [[De afhandeling van vliegtuigen, passagiers en vracht|'''Passagiers''']], post en vracht werden zonder veel plichtplegingen vanuit Amsterdam per auto(bus) over de goeddeels onverharde weg tot aan het vliegtuig gebracht. Alleen de laatste paar stappen door het gras diende de passagier zelf af te leggen. Bij een drassige bodem na regenval werden de dames aan boord gedragen. Passageafhandeling berustte bij de basiscommandant van Schiphol, die hiertoe niet altijd even genegen was. Nog afgezien daarvan, verzetten de militairen zich tegen de door KLM-voorman A. Plesman gewenste groei van het aantal vliegtuigbewegingen, aangezien de grondorganisatie hierop niet was berekend.

Versie op 21 mrt 2008 22:10