De invloed van de supermarkt op eetpatroon en keukeninrichting

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 1: Regel 1:
 
Het succes van de bekende merkartikelen met hun bijbehorende verpakkingen en spaarsystemen werd door de opkomst van zelfbedieningswinkels aanvankelijk nog vergroot. De fabrikanten legden hierdoor in de onderlinge verhoudingen tussen de schakels van productie, distributie en consumptie een belangrijk gewicht in de schaal. Ze waren tot halverwege de jaren zeventig zelfs in staat tot het opleggen van een collectieve [[begrippenlijst#Verticale prijsbinding|
 
Het succes van de bekende merkartikelen met hun bijbehorende verpakkingen en spaarsystemen werd door de opkomst van zelfbedieningswinkels aanvankelijk nog vergroot. De fabrikanten legden hierdoor in de onderlinge verhoudingen tussen de schakels van productie, distributie en consumptie een belangrijk gewicht in de schaal. Ze waren tot halverwege de jaren zeventig zelfs in staat tot het opleggen van een collectieve [[begrippenlijst#Verticale prijsbinding|
 
verticale prijsbinding]] aan winkeliers, zonder dat de wet deze methode van machtsuitoefening [[begrippenlijst#Legitimeren|   
 
verticale prijsbinding]] aan winkeliers, zonder dat de wet deze methode van machtsuitoefening [[begrippenlijst#Legitimeren|   
legitimeerde]]. De producenten deden dat in het verband van de Fiva, een kartelorganisatie (sinds 1928) van Verkade, Hero, Douwe Egberts, De Betuwe, Nutricia, Droste, Calvé, Honig en andere fabrikanten van merkartikelen.[[Noten TIN20-3-H4#4-50|<sup>[50]</sup>]] Via reclame richtten ze zich op de klanten en ze konden door hun naamsbekendheid winkeliers dwingen tot het verkopen van hun artikelen van constante kwaliteit voor een vaste prijs.[[Noten TIN20-3-H4#4-51|<sup>[51]</sup>]] Detaillisten konden zo nooit stunten met prijzen op straffe van uitsluiting van levering. Met de herstructurering van het levensmiddelenbedrijf probeerden de (zelf)bedieningszaken op verschillende manieren onder deze dwang van de markt uit te komen. Samenwerkingsverbanden tussen groot- en detailhandelaren als de Spar (door Samenwerking Profiteren Allen Regelmatig) en de Vivo, een gemeenschappelijke inkooporganisatie, waren al van voor de oorlog. Ze konden zich via voordelige inkoopvoorwaarden sterker maken. Net als grootwinkelbedrijven probeerden zij nu de overmacht van merkartikelen te breken door de invoering van ‘huismerken’.  [[Afbeelding:05_G357_V_4_11.JPG|thumb|350px|right|Na de mandjes werden de winkelwagentjes in de supermarkten gemeengoed.]]
+
legitimeerde]]. De producenten deden dat in het verband van de Fiva, een kartelorganisatie (sinds 1928) van Verkade, Hero, Douwe Egberts, De Betuwe, Nutricia, Droste, Calvé, Honig en andere fabrikanten van merkartikelen.[[Noten TIN20-3-H4#4-50|<sup>[50]</sup>]] Via reclame richtten ze zich op de klanten en ze konden door hun naamsbekendheid winkeliers dwingen tot het verkopen van hun artikelen van constante kwaliteit voor een vaste prijs.[[Noten TIN20-3-H4#4-51|<sup>[51]</sup>]] Detaillisten konden zo nooit [[Het merkartikel|'''stunten met prijzen''']] op straffe van uitsluiting van levering. Met de herstructurering van het levensmiddelenbedrijf probeerden de (zelf)bedieningszaken op verschillende manieren onder deze dwang van de markt uit te komen. Samenwerkingsverbanden tussen groot- en detailhandelaren als de Spar (door Samenwerking Profiteren Allen Regelmatig) en de Vivo, een gemeenschappelijke inkooporganisatie, waren al van voor de oorlog. Ze konden zich via voordelige inkoopvoorwaarden sterker maken. Net als grootwinkelbedrijven probeerden zij nu de overmacht van merkartikelen te breken door de invoering van ‘huismerken’.  [[Afbeelding:05_G357_V_4_11.JPG|thumb|350px|right|Na de mandjes werden de winkelwagentjes in de supermarkten gemeengoed.]]
 
In 1955 opende Albert Heijn de eerste ‘SuperMart’. In dit type winkel waren naast voorbewerkte en verpakte, ook verse artikelen als vlees en groente te koop, die nieuwe eisen stelden aan de opslag, bewaring en uitstalling. Het scala aan nieuwe en verbeterde conserverings- en verpakkingstechnieken die werden toegepast in de productie, met name het koelen en vriezen, moest wel [[begrippenlijst#Repercussie|
 
In 1955 opende Albert Heijn de eerste ‘SuperMart’. In dit type winkel waren naast voorbewerkte en verpakte, ook verse artikelen als vlees en groente te koop, die nieuwe eisen stelden aan de opslag, bewaring en uitstalling. Het scala aan nieuwe en verbeterde conserverings- en verpakkingstechnieken die werden toegepast in de productie, met name het koelen en vriezen, moest wel [[begrippenlijst#Repercussie|
 
repercussies]] hebben in de volgende schakel van de voedingsmiddelenketen. Zonder diepvrieskist en uitstalkast kon ook een kleine kruidenier het niet meer stellen, al was het maar voor de ijsjes. De methode van het kijken naar en grijpen van de dagelijkse boodschappen, vooral afkomstig uit Amerika, bleek sneller dan verwacht een doorslaand succes.[[Noten TIN20-3-H4#4-52|<sup>[52]</sup>]] Tussen 1956 en 1961 steeg het aantal winkels met zelfbediening van 512 tot 2867, waarbij de snelste groei zich aan het einde van de jaren vijftig concentreerde.[[Noten TIN20-3-H4#4-53|<sup>[53]</sup>]] De [[begrippenlijst#Gêne|
 
repercussies]] hebben in de volgende schakel van de voedingsmiddelenketen. Zonder diepvrieskist en uitstalkast kon ook een kleine kruidenier het niet meer stellen, al was het maar voor de ijsjes. De methode van het kijken naar en grijpen van de dagelijkse boodschappen, vooral afkomstig uit Amerika, bleek sneller dan verwacht een doorslaand succes.[[Noten TIN20-3-H4#4-52|<sup>[52]</sup>]] Tussen 1956 en 1961 steeg het aantal winkels met zelfbediening van 512 tot 2867, waarbij de snelste groei zich aan het einde van de jaren vijftig concentreerde.[[Noten TIN20-3-H4#4-53|<sup>[53]</sup>]] De [[begrippenlijst#Gêne|

Versie op 12 sep 2007 12:15