De invloed van de supermarkt op eetpatroon en keukeninrichting

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 57: Regel 57:
  
 
De ontwikkeling naar massaal bezit van koelkasten is maar zeer ten dele bewust gestuurd door firma’s als Albert Heijn, die door middel van de befaamde [[Afbeelding:05_G357_V_4_9tiff_zw.JPG|thumb|420px|right|Albert Heijn startte in 1962 met een kortingsregeling waarmee ze een nauwere band met haar klanten probeerden te krijgen.]]
 
De ontwikkeling naar massaal bezit van koelkasten is maar zeer ten dele bewust gestuurd door firma’s als Albert Heijn, die door middel van de befaamde [[Afbeelding:05_G357_V_4_9tiff_zw.JPG|thumb|420px|right|Albert Heijn startte in 1962 met een kortingsregeling waarmee ze een nauwere band met haar klanten probeerden te krijgen.]]
PMC-spaarobligaties en zegelacties (gestart in mei 1962), op zichzelf geen nieuw systeem, de [[De doorbraak van de koelkast in het huishouden|'''verspreiding van koelkasten''']] een belangrijke impuls hebben gegeven. Ten dele speelden andere dynamieken het succes van de verkoop van koelkasten in de kaart, ook voor AH een verrrassing. De massale reactie van consumenten op het aanbod van het tafelmodel koelkast (142 liter), bijvoorbeeld, was immers hun eigen keuze en niet die van de kruidenier.[[Noten TIN20-3-H4#4-58|<sup>[58]</sup>]]
+
PMC-spaarobligaties en zegelacties (gestart in mei 1962), op zichzelf geen nieuw systeem, de [[De doorbraak van de koelkast in het huishouden|'''verspreiding van koelkasten''']] een belangrijke impuls hebben gegeven.  
  
Behalve het bezit van koelkasten steeg ook dat van andere huishoudelijke apparaten die gemak beoogden te brengen in de voedselbereiding. In 1980 was de bezitsgraad van koelkasten in Nederlandse huishoudens 98%, van elektrische mixers 79%, diepvriezers 49%, keukenmachines 19% en afwasmachines 11%.[[Noten TIN20-3-H4#4-59|<sup>[59]</sup>]] De magnetron raakte pas rond 1990 meer in gebruik.  
+
Ten dele speelden andere dynamieken het succes van de verkoop van koelkasten in de kaart, ook voor AH een verrrassing. De massale reactie van consumenten op het aanbod van het tafelmodel koelkast (142 liter), bijvoorbeeld, was immers hun eigen keuze en niet die van de kruidenier.[[Noten TIN20-3-H4#4-58|<sup>[58]</sup>]]
 +
 
 +
Behalve het bezit van koelkasten steeg ook dat van andere huishoudelijke apparaten die gemak beoogden te brengen in de voedselbereiding. In 1980 was de bezitsgraad van koelkasten in Nederlandse huishoudens 98%, van elektrische mixers 79%, diepvriezers 49%, keukenmachines 19% en afwasmachines 11%.[[Noten TIN20-3-H4#4-59|<sup>[59]</sup>]]  
 +
De magnetron raakte pas rond 1990 meer in gebruik.  
  
  
Regel 66: Regel 69:
  
  
Toch verliepen de modernisering en de schaalvergroting in de detailhandel niet voortdurend in een zelfde tempo en in dezelfde richting. De bakker, de slager, de groenteman en de melkman verkochten hun waren (ook) los. De traditionele bezorging van losse waren aan de deur door detaillisten in deze specialistische branches handhaafde zich tot in de jaren zestig. Aanvankelijk gebeurde dat met bakfiets of paard en wagen en vervolgens met diverse gemotoriseerde voertuigen. Ook het aantal van deze detaillisten was sterk gedaald in vergelijking met de voorgaande periode. De bezorging van bederfelijke artikelen als melk stuitte in de nieuwe stedelijke hoogbouw bij zowel bezorgers als consumenten op steeds meer bezwaren. Oplossingen waren door het ontbreken van kelders, liften, deurtelefoons, bezorgkastjes en, nog in de jaren zestig, van koelkasten in de flats, niet onmiddellijk voorhanden. Toch bleven melkslijters tot begin jaren zeventig thuis bezorgen en probeerden ze de concurrentie voor te blijven. Achteraf bezien een grotendeels, maar niet geheel verloren strijd. Met de uitbreiding van de koelketen alsmede de veranderde vestigingswetgeving kon immers de bezorging van melk worden opgenomen in de gekoelde en rijdende variant van de zelfbedieningswinkel, de SRV (Samen Rationeel Verkopen).[[Noten TIN20-3-H4#4-60|<sup>[60]</sup>]] Zo bleef de huis-aan-huisbezorging deels bestaan op specifieke locaties en voor specifieke groeperingen van de bevolking, zoals ouderen.
+
Toch verliepen de modernisering en de schaalvergroting in de detailhandel niet voortdurend in een zelfde tempo en in dezelfde richting. De bakker, de slager, de groenteman en de melkman verkochten hun waren (ook) los. De traditionele bezorging van losse waren aan de deur door detaillisten in deze specialistische branches handhaafde zich tot in de jaren zestig. Aanvankelijk gebeurde dat met bakfiets of paard en wagen en vervolgens met diverse gemotoriseerde voertuigen. Ook het aantal van deze detaillisten was sterk gedaald in vergelijking met de voorgaande periode.  
 +
 
 +
De bezorging van bederfelijke artikelen als melk stuitte in de nieuwe stedelijke hoogbouw bij zowel bezorgers als consumenten op steeds meer bezwaren. Oplossingen waren door het ontbreken van kelders, liften, deurtelefoons, bezorgkastjes en, nog in de jaren zestig, van koelkasten in de flats, niet onmiddellijk voorhanden.  
 +
 
 +
Toch bleven melkslijters tot begin jaren zeventig thuis bezorgen en probeerden ze de concurrentie voor te blijven. Achteraf bezien een grotendeels, maar niet geheel verloren strijd. Met de uitbreiding van de koelketen alsmede de veranderde vestigingswetgeving kon immers de bezorging van melk worden opgenomen in de gekoelde en rijdende variant van de zelfbedieningswinkel, de SRV (Samen Rationeel Verkopen).[[Noten TIN20-3-H4#4-60|<sup>[60]</sup>]]  
 +
 
 +
Zo bleef de huis-aan-huisbezorging deels bestaan op specifieke locaties en voor specifieke groeperingen van de bevolking, zoals ouderen.

Versie op 11 apr 2008 12:41