De invoering van de pneumatische elevator in de Rotterdamse haven

Van Techniek in Nederland

Ga naar: navigatie, zoek
Regel 17: Regel 17:
 
De Elevator-Maatschappij van haar kant leidde uit de resultaten van november 1905 af dat de elevatorlossing een behoorlijk [[begrippenlijst#Rendement|rendement]] zou kunnen opleveren.[[Noten H4#4-81|<sup>[81]</sup>]]
 
De Elevator-Maatschappij van haar kant leidde uit de resultaten van november 1905 af dat de elevatorlossing een behoorlijk [[begrippenlijst#Rendement|rendement]] zou kunnen opleveren.[[Noten H4#4-81|<sup>[81]</sup>]]
  
De maatschappij besloot uiteindelijk - ondanks het feit dat de Duitse importeurs hun afspraken met de wegers tot twee keer toe verlengden - in maart 1907 weer voorzichtig de elevatorlossing te hervatten. Niet zozeer de wegers, maar vooral de bootwerkers begonnen zich nu te roeren. Juist dit arbeidersverzet maakte het de Elevator-Maatschappij mogelijk haar netwerk te versterken. In april en mei 1907 sloot de maatschappij contracten met de negen voornaamste Rotterdamse graanimporteurs en de stuwadoors, die via garanties en aantrekkelijke tarieven werden gewonnen voor het werken met elevators. Cruciaal was dat in mei 1907 het effect van de elevatortechniek op de wijze van lossing niet meer voorop stond. De invoering van de elevator was ook voor oorspronkelijke tegenstanders onder de ondernemers uitgelopen op een machtsstrijd met de havenarbeiders. Op 7 mei 1907 liet A.C. van Eyk, een [[begrippenlijst#Genuanceerd|genuanceerde]] stem onder de Rotterdamse graanhandelaren, optekenen: ‘... voor de elevator is niemand [[begrippenlijst#Geporteerd zijn|geporteerd]], doch de bedoeling is baas te blijven in eigen huis.[[Noten H4#4-82|<sup>[82]</sup>]]
+
De maatschappij besloot uiteindelijk - ondanks het feit dat de Duitse importeurs hun afspraken met de wegers tot twee keer toe verlengden - in maart 1907 weer voorzichtig de elevatorlossing te hervatten. Niet zozeer de wegers, maar vooral de bootwerkers begonnen zich nu te roeren. Juist dit arbeidersverzet maakte het de Elevator-Maatschappij mogelijk haar netwerk te versterken. In april en mei 1907 sloot de maatschappij contracten met de negen voornaamste Rotterdamse graanimporteurs en de stuwadoors, die via garanties en aantrekkelijke tarieven werden gewonnen voor het werken met elevators. Cruciaal was dat in mei 1907 het effect van de elevatortechniek op de wijze van lossing niet meer voorop stond. De invoering van de elevator was ook voor oorspronkelijke tegenstanders onder de ondernemers uitgelopen op een machtsstrijd met de havenarbeiders. Op 7 mei 1907 liet A.C. van Eyk, een [[begrippenlijst#Genuanceerd|genuanceerde]] stem onder de Rotterdamse graanhandelaren, optekenen: ‘... voor de elevator is niemand [[begrippenlijst#Geporteerd|geporteerd]], doch de bedoeling is baas te blijven in eigen huis.[[Noten H4#4-82|<sup>[82]</sup>]]
  
 
Het was duidelijk dat de strijd om de elevator, en niet problemen binnen het bestaande handmatige regime, de wens had opgeroepen zich onafhankelijk te maken van de arbeiders.  
 
Het was duidelijk dat de strijd om de elevator, en niet problemen binnen het bestaande handmatige regime, de wens had opgeroepen zich onafhankelijk te maken van de arbeiders.  
 
Met eigen wegers, de zogenaamde Prinswegers, en met de door de [[begrippenlijst#Stuwadoor|stuwadoors]] speciaal voor de graanlossing ingehuurde nieuwe bootwerkers (de zogenaamde Calandstraters) ging de Elevator-Maatschappij nu met de elevator én met de hand op grote schaal schepen lossen. De overige wegers en bootwerkers antwoordden met geweld tegen de Prinswegers en de Calandstraters. Na een grootscheepse en gewelddadige confrontatie op 5 juli 1907 kwam zelfs het leger in actie: Rotterdam raakte in staat van beleg. Ook voor de Duitse importeurs was de maat nu vol. Medio juli lieten zij blijken tot een vergelijk met de Elevator-Maatschappij te willen komen. De houding van de arbeiders was nu de enige nog resterende hinderpaal. Op 23 september 1907 begonnen de bootwerkers een algemene havenstaking; de wegers deden hier niet aan mee (ze hadden contractueel beloofd niet te staken en hadden bovendien een loonsverhoging ontvangen). Nu de werkgevers zich eindelijk hadden verenigd, had de staking geen kans van slagen. Ze eindigde na negen weken en leverde de bootwerkers slechts een loonsverhoging op.  
 
Met eigen wegers, de zogenaamde Prinswegers, en met de door de [[begrippenlijst#Stuwadoor|stuwadoors]] speciaal voor de graanlossing ingehuurde nieuwe bootwerkers (de zogenaamde Calandstraters) ging de Elevator-Maatschappij nu met de elevator én met de hand op grote schaal schepen lossen. De overige wegers en bootwerkers antwoordden met geweld tegen de Prinswegers en de Calandstraters. Na een grootscheepse en gewelddadige confrontatie op 5 juli 1907 kwam zelfs het leger in actie: Rotterdam raakte in staat van beleg. Ook voor de Duitse importeurs was de maat nu vol. Medio juli lieten zij blijken tot een vergelijk met de Elevator-Maatschappij te willen komen. De houding van de arbeiders was nu de enige nog resterende hinderpaal. Op 23 september 1907 begonnen de bootwerkers een algemene havenstaking; de wegers deden hier niet aan mee (ze hadden contractueel beloofd niet te staken en hadden bovendien een loonsverhoging ontvangen). Nu de werkgevers zich eindelijk hadden verenigd, had de staking geen kans van slagen. Ze eindigde na negen weken en leverde de bootwerkers slechts een loonsverhoging op.  
 
Via veel masseren had de Elevator-Maatschappij dus de voornaamste tegenstribbelende gebruikersgroepen voor de nieuwe techniek gewonnen. De dag na het begin van de staking besloot de maatschappij een prospectus uit te geven voor de bestelling van acht extra elevators en dit keer was er geen gebrek aan belangstelling voor het [[De financiering van spoorwegen|'''bijeenbrengen van (aandelen)kapitaal''']]. Zo maakte de maatschappij de al vanaf 1906 door Smalt voorbereide strategische ommezwaai: om het resterende arbeidersverzet te overwinnen, moest ze met één grote bestelling de graanoverslag geheel of voor een groot deel in handen nemen.[[Noten H4#4-83|<sup>[83]</sup>]] Ofwel: geen [[begrippenlijst#Niche|niche]] meer bouwen, maar meteen een havenbreed regime.
 
Via veel masseren had de Elevator-Maatschappij dus de voornaamste tegenstribbelende gebruikersgroepen voor de nieuwe techniek gewonnen. De dag na het begin van de staking besloot de maatschappij een prospectus uit te geven voor de bestelling van acht extra elevators en dit keer was er geen gebrek aan belangstelling voor het [[De financiering van spoorwegen|'''bijeenbrengen van (aandelen)kapitaal''']]. Zo maakte de maatschappij de al vanaf 1906 door Smalt voorbereide strategische ommezwaai: om het resterende arbeidersverzet te overwinnen, moest ze met één grote bestelling de graanoverslag geheel of voor een groot deel in handen nemen.[[Noten H4#4-83|<sup>[83]</sup>]] Ofwel: geen [[begrippenlijst#Niche|niche]] meer bouwen, maar meteen een havenbreed regime.

Versie op 17 mrt 2008 13:50